Home Pas (voorschot op) medische expertise als duidelijk is dat deze kosten in redelijke verhouding staan met de geleden schade

Pas (voorschot op) medische expertise als duidelijk is dat deze kosten in redelijke verhouding staan met de geleden schade

In letselschadezaken proberen de betrokken partijen de schade van de benadeelde meestal buitengerechtelijk, dus zonder tussenkomst van de rechter, af te wikkelen. Soms lopen de onderhandelingen echter op één of bepaalde onderdelen vast, in welk geval de deelgeschilprocedure mogelijk een uitkomst bieden. De deelgeschilprocedure heeft namelijk tot doel de betrokkenen een eenvoudige en snelle toegang tot de rechter te bieden om zo de totstandkoming van een minnelijke regeling te bevorderen, oftewel om een ‘hobbel’ in een geschil weg te nemen. Om deze reden dient de rechter in een deelgeschilprocedure allereerst te beoordelen of de verzochte beslissing ook daadwerkelijk kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

Zo ook op 7 juli jl. in een deelgeschilprocedure die verzoeker tegen zijn oud-werkgever heeft gestart bij de rechtbank Oost-Brabant. In deze zaak gaat het om het volgende. Verzoeker heeft zich tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden in zijn pink gesneden waarvoor verweerster, zijn oud-werkgever, de aansprakelijkheid heeft erkend. Hoewel partijen hebben geprobeerd om de zaak minnelijk te regelen, kwamen ze er onderling niet uit. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat dat komt doordat zijn medische (eind)toestand nog niet duidelijk is. Om deze reden is verzoeker een deelgeschilprocedure gestart en heeft hij de rechter verzocht om verweerder te veroordelen om aan verzoeker een voorschot te betalen zodat hij een medische expertise kan laten uitvoeren.

Verweerster stelt zich echter op het standpunt dat het deelgeschil nergens voor nodig is en bovendien zonde is van de tijd en kosten, omdat het een vaststellingsovereenkomst niet dichterbij brengt. De reden dat het nog niet tot een vaststellingsovereenkomst is gekomen, is volgens verweerster namelijk dat zij, ondanks herhaald verzoek aan verzoeker, niet de beschikking heeft gekregen over informatie over de hoogte van de schade die het gevolg zou zijn van het snij-incident. Omdat de schadehoogte volstrekt onduidelijk is, kan verweerster ook niet beoordelen of de kosten van de verzochte medische expertise wel of niet in verhouding staan met de geleden schade, aldus verweerster.

De kantonrechter gaat mee in dit verweer en overweegt dat partijen in een impasse zijn gekomen omdat door verzoeker geen concrete informatie wordt verstrekt over zijn gestelde schade en het verband tussen deze schade en het snij-incident. De kantonrechter ziet niet in waarom het niet mogelijk is om zonder een nadere medische expertise een concrete berekening/vergelijking te maken van de inkomenssituatie van verzoeker vóór en na het snij-incident. Verzoeker moet nu, bijna drie jaar na het snij-incident, volgens de kantonrechter immers in staat kunnen zijn om tenminste een toelichting te geven over hoe het nu met hem gaat. Meer in het bijzonder moet hij kunnen zeggen welke beperkingen hij nog ervaart van zijn rechterpink en welke verschillen er bij het gebruik van die pink zijn ten opzichte van de situatie voor het snij-incident.

De kantonrechter vindt dat de investering in tijd, geld en moeite die samenhangt met de door verzoeker beoogde nadere medische expertise, niet opweegt tegen het belang van verzoeker bij honorering van zijn verzoek. Bovendien draagt honorering van het verzoek naar verwachting van de kantonrechter op dit moment niet bij aan de totstandkoming van een minnelijke regeling. Daarbij is enerzijds van belang dat het toekennen van de gevraagde voorschotten niet zonder meer leidt tot het tot stand komen van de gewenste expertise. Verder is van belang dat na verkrijging van een voorschot voor betaling van een medische expertise, nog steeds de door verweerster opgeworpen vragen voorliggen. Evenals verweerster vindt de kantonrechter dat het aanleveren van concrete informatie de eerstvolgende stap behoort te zijn om te komen tot schadeafwikkeling. Het is volgens de kantonrechter zelfs ‘zeer wel denkbaar’ dat partijen, na aanlevering van die nadere informatie, zonder nadere medische expertise tot schadeafwikkeling kunnen komen.

Uit deze uitspraak volgt dat van een benadeelde die een medische expertise wenst,  mag worden verwacht dat hij eerst concrete informatie verstrekt over de gestelde schade en het verband tussen deze schade en de (gestelde) schadeveroorzakende gebeurtenis.  Immers, pas als inzicht is gegeven in deze informatie, kan worden beoordeeld of de investering in tijd, geld en moeite die samenhangt met een nadere medische expertise, ook daadwerkelijk opweegt tegen het belang van de benadeelde bij het laten plaatsvinden van een medische expertise.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven