Home Q&A Compensatie Transitievergoeding

KBS

Q&A Compensatie Transitievergoeding

Op 1 april 2020 treedt de compensatieregeling transitievergoeding in werking. Vanaf die datum kan een werkgever compensatie bij het UWV aanvragen van de betaalde transitievergoeding aan een langdurig zieke werknemer. Het doel van de regeling is om dubbele kosten voor werkgevers te voorkomen. Werkgevers van een langdurig zieke werknemer hebben immers voorafgaand aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (veelal) gedurende twee jaar het loon tijdens ziekte betaald en kosten gemaakt gericht op de re-integratie van de werknemer in zijn bedrijf of bij een andere werkgever (tweede spoor). De regeling geldt ook voor vergoedingen die zijn betaald in verband met een einde van de arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid in het tijdvak 1 juli 2015 tot 1 april 2020.

Q&A

  1. Onder welke voorwaarden bestaat recht op compensatie?
  2. Is de aard of de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst van belang?
  3. Recht op compensatie bij gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst?
  4. Recht op compensatie bij beëindiging slapend dienstverband?
  5. Is de hoogte van de compensatie beperkt?
  6. Hoe hoog is de compensatie transitievergoeding?
  7. Welke informatie moet bij het UWV worden aangeleverd?
  8. Wordt er ook compensatie verstrekt in het geval de werknemer een vervroegde IVA toegekend heeft gekregen?
  9. Wat is de aanvraagtermijn?
  10. Wat is de beslistermijn van het UWV?
  11.  Is het overgangsrecht van de WAB van toepassing?


1. Onder welke voorwaarden bestaat recht op compensatie?
De betaalde transitievergoeding komt voor compensatie in aanmerking indien:

  • de arbeidsovereenkomst is beëindigd na het verstrijken van de termijn van 104 weken, omdat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten;
  • de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd, wegens ziekte of gebreken en de werknemer op dat tijdstip niet in staat was de bedongen arbeid te verrichten;
  • de werknemer recht heeft op de transitievergoeding;
  • de werkgever heeft de transitievergoeding aan de werknemer betaald.


2. Is de aard of de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst van belang?

Nee, de aard van de arbeidsovereenkomst is niet van belang bij de vraag of er recht bestaat op compensatie. Ongeacht er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die eindigt door opzegging of ontbinding of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigt van rechtswege, kan er een recht op compensatie zijn indien is voldaan aan de eerder genoemde voorwaarden. De regeling heeft ook betrekking op (eveneens na ommekomst van de periode van 104 weken gedurende welke het opzegverbod bij ziekte van de werknemer geldt) arbeidsovereenkomsten die met wederzijds goedvinden worden beëindigd vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.



3. Recht op compensatie bij gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst?

Ja, in de toelichting op de Ministeriële regeling  staat dat ook indien een vergoeding is betaald in verband met het gedeeltelijk beëindigen van de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, compensatie kan worden verzocht.



4. Recht op compensatie bij beëindiging slapend dienstverband?
Een slapend dienstverband is een dienstverband dat na 104 weken arbeidsongeschiktheid nog voortduurt, terwijl de werknemer geen werkzaamheden meer verricht en het loon niet meer wordt betaald. Door een langdurig zieke werknemer na ommekomst van 104 weken in dienst te houden, hoefden werkgevers geen transitievergoeding te betalen.

Op 8 november 2019 heeft de Hoge Raad na aanleiding van prejudiciële vragen van de rechtbank Limburg in de Xella-beslissing overwogen dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) in beginsel verplicht is in te stemmen met een redelijk voorstel van de langdurig zieke werknemer om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden over te gaan, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. De vergoeding hoeft niet meer te bedragen dan het bedrag dan aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn geweest op de dag nadat de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever was geëindigd en hij op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer gerechtigd was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. In beginsel is dit na twee jaar arbeidsongeschiktheid.

In een brief van 13 december 2019 heeft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verduidelijkt dat ook in het geval van een beëindiging van een slapend dienstverband er recht bestaat op compensatie van de door de werkgever betaalde vergoeding.



5. Is de hoogte van de compensatie beperkt?

Ja, enkel de vergoeding ter hoogte van de opgebouwde transitievergoeding (berekend vanaf het begin van het dienstverband tot de dag na het einde van het tijdvak waarin de werkgever gehouden was het loon door te betalen), komt voor compensatie door het UWV in aanmerking. Is er sprake van een loonsanctie als gevolg van een verlengde loondoorbetalingsverplichting of een langere periode dat het dienstverband slapend is gehouden, dan wordt over dat deel, dan wordt, voor zover dat de betaalde vergoeding daardoor hoger is, niet gecompenseerd.

Aanvankelijk was de compensatie daarnaast ook nog gemaximeerd tot het daadwerkelijk door de werkgever betaalde loon gedurende twee jaar ziekte. Het doel van dit maximum was te voorkomen dat de werkgever meer compensatie zou krijgen dan de loonkosten die zijn gemaakt tijdens twee jaar ziekte. Omdat dit tweede maximum tot veel vragen van werkgevers leidde bij samenloop met uitkeringen of loonkostensubsidie gedurende deze periode heeft de minister in de hiervoor genoemde  brief van 13 december 2019 aangegeven dat dit ‘tweede maximum’ niet op 1 april 2020 in werking zal treden.

Verder komen ook de kosten die de werkgever eventueel in mindering heeft mogen brengen op de transitievergoeding voor compensatie in aanmerking.




6. Hoe hoog is de compensatie transitievergoeding?

De compensatie kan lager zijn dan de betaalde transitievergoeding. In het geval werkgever en werknemer een lagere transitievergoeding afspreken dan de wettelijke transitievergoeding is de compensatie niet hoger dan de tussen werkgever en werknemer afgesproken transitievergoeding.

De compensatie zal niet hoger zijn dan de maximale wettelijke transitievergoeding van € 83.000,– bruto (tenzij het jaarsalaris van de werknemer hoger was dan dit maximale bedrag). Geen compensatie vindt plaats van de transitievergoeding over de periode van onvoldoende re-integratie-inspanningen (in geval van een loonsanctie). Er vindt evenmin compensatie plaats van de wettelijke rente, ook niet bij betalingen in termijnen. Evenmin worden werkgeverspremies vergoed.

Zie ook UWV.nl



7. Welke informatie moet bij het UWV worden aangeleverd?

  • de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer;
  • Indien de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd, stukken waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, dus (i) toestemming UWV, (ii) beschikking van de kantonrechter, of (iii) de beëindigingsovereenkomst die ziet op het met wederzijds goedvinden beëindigen van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid;
  • indien geen sprake is van een einde na toestemming UWV: een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode gedurende welke de werknemer ziek is geweest en de naam van de behandelend bedrijfsarts. In de meeste gevallen zal UWV een beschikking hebben gegeven in verband met de aanvraag van een WIA-uitkering of een aanvraag voor ziekengeld op grond van de Ziektewet. Uit die gegevens blijkt dan dat de werknemer ziek was bij het einde van de arbeidsovereenkomst;
  • stukken waaruit het door de werkgever tijdens ziekte betaalde loon blijkt (aan de hand van loonstroken);
  • de gegevens die zijn gebruikt om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen;
  • bewijs van de betaling van de (transitie)vergoeding. Is er in termijnen betaald dan zullen betalingsbewijzen moeten worden overgelegd waaruit blijkt dat de gehele vergoeding is voldaan.


8. Wordt er ook compensatie verstrekt in het geval de werknemer een vervroegde IVA toegekend heeft gekregen?

Ja, ook in dat geval kan de betaalde vergoeding voor compensatie in aanmerking komen, mits is voldaan aan de vereisten voor compensatie. De wachttijd van 104 weken arbeidsongeschiktheid moet wel zijn doorlopen.



9. Wat is de aanvraagtermijn?

Het UWV hanteert een termijn waarbinnen de aanvraag voor compensatie dient te worden ingediend van zes maanden na betaling van de volledige transitievergoeding. De aanvraag voor compensatie wordt afgewezen als deze door de werkgever wordt ingediend, voordat de volledige vergoeding is betaald, of indien deze na de termijn van zes maanden wordt ingediend.

Voor de ‘oude gevallen’, waarin de transitievergoeding is betaald (vanaf 1 juli 2015 tot 1 april 2020) geldt dat de aanvraag uiterlijk vóór 1 oktober 2020 moet zijn ingediend.



10. Wat is de beslistermijn van het UWV?

Het UWV beslist binnen zes maanden op aanvragen voor ‘oude gevallen’ die zijn gedaan voor 1 oktober 2020, waarbij de vergoeding aan de werknemer voor 1 april 2020 is verstrekt.

Deze lange(re) beslistermijn geldt op grond van eerder genoemde brief van Minister Koolmees ook voor situaties waarin de arbeidsovereenkomst na langdurige ziekte beëindigd had kunnen worden en waarbij het opzegverbod is verstreken voor 1 april 2020 maar pas na 1 april 2020 is beëindigd en betaald.
De ministeriële regeling wordt hier nog op aangepast.

Voor aanvragen die nadien zijn of worden gedaan, geldt op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht de reguliere beslistermijn van 8 weken, met de mogelijkheid van verlenging.



11. Is het overgangsrecht van de WAB van toepassing?

Ja, het overgangsrecht is van toepassing. Op grond van de inwerkingtreding van de Wet Arbeidsmarkt in Balans op 1 januari 2020 geldt met onmiddellijke ingang een nieuwe berekeningsmethode van de transitievergoeding. In bepaalde gevallen komt dat neer op een (veel) lagere transitievergoeding dan voor 1 januari 2020. Het UWV compenseert bij een einde van het dienstverband na 1 januari 2020 de transitievergoeding zoals deze vanaf 1 januari 2020 berekend zou worden.

Dit is op grond van het overgangsrecht alleen anders indien er voor 1 januari 2020 al een beëindigingsovereenkomst is gesloten of voor 1 januari 2020 om ontbinding bij de kantonrechter of om toestemming van het UWV is verzocht.

 

Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met Debby Kolk of Suzanne Steegmans. Wij helpen u graag verder.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven