Schadevergoeding voor zorgverlener bij online naming and shaming nu mogelijk ?!
Een GZ-psycholoog wordt na een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege (CTG) in september 2010 doorgehaald in het BIG-register. De Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (SIN) publiceert de naam van de psycholoog op een ‘zwartelijst artsen’ die wordt gekoppeld aan een hyperlink naar 2 (geanonimiseerde) uitspraken van het CTG waarin de zaak is beschreven. De psycholoog vraagt SIN zijn naam, foto en andere teksten te verwijderen. SIN heeft daarop de foto en de gewraakte teksten (deels) verwijderd, maar niet de verwijzing en links naar de uitspraken van het CTG. In deze civiele bodemprocedure vordert de psycholoog via de rechter om onder verbeurte van een dwangsom zijn persoonsgegevens van de websites van SIN te doen verwijderen en vergoeding van immateriële schade (smartengeld). De rechtbank wijst de vordering af; het hof wijst deze echter toe.
Het hof weegt het grondrecht van de psycholoog (eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens) af tegen het grondrecht van SIN (vrijheid van informatie).
Dat leidt tot de conclusie dat de – via zoekmachines, waaronder Google, vindbare – vermelding van de naam van de psycholoog met een hyperlink naar de uitspraken van het CTG disproportioneel is. De BIG-registratie van de psycholoog is meer dan 10 jaar geleden doorgehaald en is met een zoektocht op zijn naam ook niet meer zichtbaar in het BIG-register. De uitspraken van het CTG zijn geanonimiseerd om de privacy van de betrokkenen te respecteren, hetgeen SIN doorkruist door de verwijzing op haar website met de link naar de naam van de psycholoog. Het door SIN nagestreefde belang om op te komen voor (kwetsbare) patiënten in hun relatie tot hun zorgverlener en om medische fouten aan de orde te stellen, schiet hier haar doel voorbij ten koste van de bescherming van het privéleven van de psycholoog. Met welk redelijk doel een eenmaal veroordeelde zorgverlener tot in lengte van dagen op de sites van SIN vermeld wordt ontgaat het hof. De door SIN omschreven doelen, met name verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten en verbetering van kwaliteit van de gezondheidszorg, wordt niet gerechtvaardigd door het blijven vermelden van de naam van de psycholoog op de ‘zwartelijstartsen’ en de daaraan gekoppelde hyperlink. SIN handelt ten opzichte van de psycholoog dan ook onrechtmatig. SIN wordt veroordeeld om de persoonsgegevens van de psycholoog van haar websites te verwijderen en verwijderd te houden. Omdat het hier gaat om langdurige aantasting in eer en naam, waarvan valt aan te nemen dat de psycholoog (evenals zijn partner) hiervan aanzienlijke hinder heeft ondervonden in zijn privéleven en in zijn mogelijkheden om een betaalde baan te vinden, wordt een vergoeding aan smartengeld van € 5.000,00 toegekend.
Er komt zo langzamerhand een reeks rechterlijke uitspraken op gang met als rode draad dat online Naming and shaming zoals SIN dat propageert niet langer is toegestaan (zie ook mijn blog Breaking news: online naming and shaming verboden!). De uitspraak van het hof kan aan deze reeks worden toegevoegd, met als nieuw element dat voor een schending van privacy een vergoeding aan smartengeld kan worden gevraagd. Die mogelijkheid zet (nog) meer kracht bij aan het recht op vergetelheid.