SnowWorld niet aansprakelijk voor val van schans in Funpark
Op 26 februari jl. heeft de rechtbank Limburg een uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van indoor skihal SnowWorld voor de schade die een bezoeker heeft opgelopen als gevolg van een ongeval dat op een van de pistes heeft plaatsgevonden.
In deze zaak gaat het om het volgende. Eiser – een 24-jarige onervaren skiër – is in 2016 met vrienden in SnowWorld in het zogenaamde “Funpark” gaan skiën. Het Funpark is een afgesloten piste waar skiërs en snowboarders een parcours met diverse rails, schansen en andere obstakels kunnen afleggen. Eiser is toen hij een schans nam, ten val gekomen en heeft als gevolg daarvan een dwarslaesie opgelopen. Voor zijn schade houdt hij SnowWorld aansprakelijk. Eiser legt onder andere aan zijn vordering ten grondslag dat SnowWorld tekort is geschoten in de op haar rustende verbintenis om ervoor te zorgen dat het gebruik van de skibaan veilig kon gebeuren.
De rechtbank stelt vast dat het Funpark is bedoeld voor ervaren skiërs en snowboarders en dat dit ook door SnowWorld op meerdere plaatsen duidelijk is aangegeven. Zo hangt bij de ingang van de lift die toegang biedt tot het Funpark een opschrift met daarop vermeld: “ALLEEN VOOR GEVORDERDEN”. Daarnaast bevindt zich zowel naast als boven de ingang van het Funpark een bord waarop is vermeld dat SnowWorld adviseert alleen gebruik te maken van het Funpark “wanneer u een geoefende skiër/snowboarder bent”. Verder staat bij de ingang van het Funpark een bord waarop is te lezen dat het betreden van het Funpark geheel op eigen risico is en dat SnowWorld niet aansprakelijk kan worden gesteld voor schade naar aanleiding van het gebruik van het Funpark.
De rechtbank overweegt dan dat bij iedere volwassene bekend mag worden verondersteld dat skiën een sport is waarbij gevaar op vallen bestaat met mogelijk (ernstig) letsel tot gevolg. Een bezoeker van een indoor skihal stelt zich daarmee vrijwillig bloot aan een activiteit waarvan hij weet dat er risico’s bestaan op vallen en daarmee gepaard gaand letsel. Een dergelijk risico op letsel is volgens de rechtbank temeer aan de orde bij het betreden van een gebied als het Funpark, waarin obstakels zijn aangebracht.
Op SnowWorld rust volgens de rechtbank de plicht om ervoor te zorgen dat het gebruik van de aangeboden faciliteiten veilig kan gebeuren. Zo heeft SnowWorld de verplichting om ervoor te zorgen dat de skifaciliteiten in goede staat verkeren en moet hij voldoende en duidelijke informatie verschaffen. SnowWorld mag daarbij wel verwachten dat een volwassene die gebruik maakt van de aangeboden skifaciliteiten, een normale mate van oplettendheid en voorzichtigheid in acht neemt. Bij een dergelijke normale oplettendheid hoort volgens de rechtbank in ieder geval ook het lezen van de door SnowWorld aangebrachte informatie- en waarschuwingsborden. De rechtbank benadrukt dat op de bezoeker in zoverre ook een eigen verantwoordelijkheid rust, juist omdat deze geacht wordt te weten dat de skisport risico’s kent.
De rechtbank stelt vervolgens vast dat de exoneratie rechtsgeldig is overeengekomen, nu SnowWorld de toepasselijkheid van de exoneratie voldoende duidelijk heeft geuit door het plaatsen van borden waarop de exoneratie voldoende zichtbaar en leesbaar geplaatst was. Ook was de door haar gebruikte exoneratie niet onredelijk bezwarend omdat eiser voorafgaand aan het skiën kennis heeft kunnen nemen van de beperking vermeld op de borden, en zich heeft kunnen realiseren dat aansprakelijkheid van SnowWorld een probleem zou kunnen opleveren. SnowWorld heeft verder terecht aangevoerd dat skiën bekend staat als een sport, waarbij zich zeer ernstige vormen van schade kunnen voordoen en dat dit ook zijn weerslag heeft op de verzekerbaarheid en de daaraan verbonden kosten.
Dat de exoneratie in principe geldig is overeengekomen, laat onverlet dat SnowWorld zich daar, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, niet op mag beroepen indien sprake is van ernstige verwijtbaarheid. De rechtbank concludeert vervolgens dat hiervan geen sprake is. SnowWorld heeft namelijk – door het plaatsen van de waarschuwingsborden – voldoende maatregelen genomen ter voorkoming van een ongeval als het onderhavige. Ook overweegt de rechtbank dat er geen sprake was van een gevaarzettende situatie omdat het Funpark niet hoefde te worden ingericht voor anderen dan voor ervaren skiërs en snowboarders. Om deze reden kan SnowWorld ook niet worden tegengeworpen dat het de schans, zoals eiser stelt, ongeschikt was voor onervaren skiërs. Die informatie stond volgens de rechtbank immers al op de voldoende duidelijke borden, en had dus bekend horen te zijn bij eiser.
De rechtbank komt op grond van het bovenstaande tot de conclusie dat SnowWorld niet is tekortgeschoten in de op haar rustende zorgvuldigheidsverplichtingen en dat evenmin sprake is van onrechtmatig handelen door SnowWorld jegens eiser. SnowWorld is dus niet aansprakelijk voor de schade die eiser heeft geleden als gevolg van de val van de schans.