Home Survival kit voor werkgevers en (zorg) ondernemers

Debby Kolk

Arbeidsrecht
/

Survival kit voor werkgevers en (zorg) ondernemers

Op 15 maart 2020, is een aantal noodmaatregelen door het kabinet aangekondigd in de strijd tegen het coronavirus (COVID-19). Deze maatregelen blijven van kracht tot en met 6 april 2020. De exacte maatregelen en actuele ontwikkelingen zijn op de website van het RIVM te lezen. Zie: https://www.rivm.nl/nieuws/actuele-informatie-over-coronavirus

Deze maatregelen hebben verstrekkende gevolgen voor iedereen, zakelijk én persoonlijk.

BRANCHESPECIFIEKE SLUITING , CRUCIALE SECTOREN EN BEROEPEN UITGEZONDERD

Het kabinet heeft aangekondigd dat de horeca, sport- en fitnessclubs, sauna’s, sexclubs en coffeeshops vanaf zondag 15 maart om 18:00 uur de deuren gesloten moeten houden. Scholen en kinderopvang zullen ook sluiten tot en met 6 april 2020. Dat heeft verregaande consequenties voor deze bedrijven maar ook voor de werkende ouders/verzorgers. Het vraagt de komende weken flexibiliteit van iedereen: werkgevers, werknemers en ZZP-ers.

Voor ouders werkzaam in cruciale beroepsgroepen (de zogenaamde ‘vitale beroepen’) van wie de samenleving om een continue bezetting vraagt tijdens het coronavirus om tijdens de uitbraak te kunnen blijven ondersteunen, geldt een uitzondering. De maatregel van sluiting en kinderopvang geldt niet voor hen en hun kinderen. Het betreft vooral mensen die werkzaam zijn in de zorg, inclusief productie en transport van medicijnen en medische hulpmiddelen, hulpverleningsdiensten, kinderopvang, onderwijs, (openbaar) vervoer en noodzakelijke overheidsprocessen, waaronder onderwijs en ook daarbuiten. Er is een lijst van bedrijven, die een beroep kunnen doen op de opvang. Zie voor deze specifieke situaties https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/cruciale-beroepsgroepen

Deze beroepsgroepen moeten zo goed mogelijk gesteund worden om het werk goed te (kunnen) blijven doen en zijn om die reden uitgezonderd.

GEVOLGEN BIJ  DOORWERKEN

Ook buiten de aangewezen sectoren wordt doorgewerkt. De overheid heeft geadviseerd om werknemers tot en met 6 april 2020 zoveel mogelijk te laten thuiswerken en werktijden zover mogelijk te spreiden, waar mogelijk. Evenementen en bijeenkomsten met meer dan 100 personen waren al eerder afgelast.

Is thuiswerken niet mogelijk of lastig te realiseren, dan dienen er wel maatregelen getroffen te worden op het werk. In het algemeen dient een goed werkgever op grond van artikel 7:611 BW en op grond van de Arbowet te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving. Omgekeerd dient een goed werknemer de (redelijke) aanwijzingen en instructies van de werkgever op te volgen. Instructies die door de overheid worden opgelegd, moeten worden opgevolgd. Er zijn diverse hygiënemaatregelen geadviseerd door het RIVM om de verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk te voorkomen, zoals regelmatig handen wassen, niezen in de binnenkant van de elleboog, papieren zakdoeken (eenmalig) gebruiken en geen handen schudden. Werknemers die verkoudheidsklachten hebben dienen thuis te blijven. Check de website van RIVM voor actuele informatie: https://www.rivm.nl/nieuws/actuele-informatie-over-coronavirus

Als u werknemers verplicht thuis te werken, moet het loon worden doorbetaald. Ook zieke werknemers hebben in beginsel recht op loondoorbetaling, ook in geval van besmetting met het coronavirus. Angst voor besmetting is in beginsel geen reden om niet op het werk te verschijnen. Het is belangrijk om in zo’n situatie in gesprek te blijven en de zorgen van de werknemer weg te nemen. Heeft de werknemer goede redenen om bang te zijn voor besmetting, dan kan het onder omstandigheden geoorloofd zijn om thuis te blijven. Dit kan bijvoorbeeld omdat er andere werknemers symptomen van besmetting hebben en toch op het werk verschijnen of wanneer de werknemer tot een risicogroep behoort. Probeer daarom steeds met elkaar in gesprek te blijven.

Voor ZZP-ers geldt dat zij afhankelijk van de gemaakte afspraken op basis van de overeenkomst van opdracht tussen de ZZP-er en opdrachtgever meer of minder ruimte voor flexibiliteit zullen hebben om de gemaakte afspraken te continueren of niet. Zij hoeven niet op extra steun te rekenen van de overheid, nu zij zelf bewust het risico van ondernemerschap hebben gekozen en geen arbeidsovereenkomst hebben. De maatregelen zullen echter vermoedelijk ook gevolgen hebben voor (het inkomen van) ZZP-ers.

BEDRIJF SLUITEN / WERKTIJDVERKORTING

Voor de beroepsgroepen in de horeca, sport- en fitnessclubs, sauna’s, sexclubs en coffeeshops die op 15 maart jl. om 18:00 uur de deuren gesloten moet houden zijn de opgelegde maatregelen omgekeerd ook heel ingrijpend. Zij moeten van de overheid het bedrijf sluiten. Voor deze bedrijven geldt dat zij onder omstandigheden in aanmerking kunnen komen voor werktijdverkorting. Dat is een uitzondering op de algemene regel dat u als werkgever niet eenzijdig de overeengekomen werktijd mag verminderen. Dat kan omdat er sprake is van buitengewone omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico behoren.

Ook buiten de genoemde branches kan mogelijk werktijdverkorting worden aangevraagd. Indien uw bedrijf als direct gevolg van het coronavirus tijdelijk geen of minder werk heeft kan werktijdverkorting worden aangevraagd voor die werknemers voor wie uw als werkgever een loondoorbetalingsplicht heeft. U betaalt in dat geval als werkgever 100% het volledig loon door aan de werknemers, maar deze kosten worden beperkt doordat UWV achteraf de kosten van tijdelijke WW vergoedt voor de uren dat uw werknemers niet konden werken als gevolg van het coronavirus. Als een bedrijf gedurende tenminste 2 tot maximaal 24 weken tenminste 20% minder werk heeft kan werktijdvermindering worden aangevraagd, nu er sprake is van een bijzondere omstandigheid. De 20% werkvermindering wordt per entiteit beoordeeld. Raadpleeg steeds de toepasselijke cao voor eventuele afwijkende collectieve afspraken.

De vergunning dient te worden aangevraagd bij het Ministerie van SZW en geldt voor een periode (mits tussentijds verlengd) van maximaal 24 weken. Daarbij dient u als werkgever het totaal aantal werknemers dat in dienst is door te geven en het aantal uren dat die werknemers tezamen per week werken, het aantal werknemers dat minder gaat werken, en inclusief het aantal uren dat zij in totaal naar verwachting minder zullen gaan werken. Op basis hiervan wordt het percentage aan werkvermindering berekend.  Als dat percentage 20% of meer is komt een werkgever in aanmerking voor een werktijdvergunning. Zodra u de vergunning voor werktijdverkorting heeft ontvangen, dient u dat bij UWV te melden via een digitaal formulier. Vervolgens kunt u voor de betreffende  werknemers een WW-uitkering aanvragen. De vergunning wordt voor een periode van maximaal 6 weken verleend en eventuele verzoeken tot verlenging dienen steeds tijdig voor het einde van deze periode te worden verzocht (tot maximaal 26 weken), indien er geen verbetering is. Bij deze aanvraag dient u een lijst met werknemers toe te voegen.

Heeft u hierover nog specifieke vragen of kunnen wij u daarbij van dienst zijn? Neem dan gerust contact met ons op.

Mw mr. D.J. (Debby) Kolk

dj.kolk@kbsadvocaten.nl

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven