Home Trampolinepark – ondanks niet-naleven van veiligheidsregels – niet aansprakelijk voor ongeval op trampoline

Trampolinepark – ondanks niet-naleven van veiligheidsregels – niet aansprakelijk voor ongeval op trampoline

Op 4 februari jl. is een uitspraak gepubliceerd van de rechtbank Den Haag waarin het gaat over de aansprakelijkheid van trampolinepark The Jump Zone voor de schade die een minderjarige bezoeker heeft opgelopen als gevolg van een ongeval dat op een van de trampolines heeft plaatsgevonden.

In deze zaak gaat het om de minderjarige dochter van verzoekers, die sinds april 2018 bij het trampolinepark de cursus “Stunt & Trickles” volgde. Tijdens een van deze lessen is zij ten val gekomen, doordat zij en een ander meisje (hierna: ‘X’), op een van de trampolines tegen elkaar aan zijn gebotst. Als gevolg van dit ongeval heeft het meisje een dubbele beenbreuk opgelopen. In de procedure wordt verzocht om een verklaring voor recht dat het trampolinepark jegens het meisje aansprakelijk is voor haar schade. Aan dit verzoek wordt ten grondslag gelegd dat het trampolinepark tekort is geschoten in de op haar rustende verbintenis om ervoor te zorgen dat het gebruik van het trampolinepark veilig kon gebeuren.

De rechtbank stelt eerst vast dat het trampolinepark verschillende veiligheidsregels hanteert. Zo mag er per trampoline maar één persoon tegelijk springen, is het niet toegestaan op de trampolines te rusten en mag er niet op de looppaden worden gerend. Dan stelt de rechtbank vast dat op camerabeelden van de dag van het ongeval is te zien dat op het moment dat de les van het meisje was begonnen, verschillende regels werden overtreden zonder dat er door de toezichthouders van het trampolinepark werd ingegrepen. Zo heeft de rechtbank onder andere geconstateerd dat er meermaals meer personen tegelijkertijd op één trampoline sprongen, dat sommige personen zaten of lagen op een trampoline en dat er werd gerend op de looppaden. De aanwezige toezichthouders hebben daar niet tegen opgetreden. In zoverre hebben verzoekers dus terecht gesteld dat het trampolinepark geen toezicht heeft gehouden op de naleving van haar eigen veiligheidsregels, aldus de rechtbank.

Dan moet echter de vraag worden beantwoord of er sprake is van causaal verband tussen het niet-naleven van de veiligheidsregels door het trampolinepark en de schade van het meisje. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Zij stelt in dit kader namelijk vast dat het ongeval heeft kunnen gebeuren doordat zowel het slachtoffer als X precies op hetzelfde moment op dezelfde (nog niet in gebruik zijnde) trampoline sprongen. De rechtbank stelt vast dat het was toegestaan om over meerdere trampolines heen en weer te springen en dat er daarom door zowel het slachtoffer als door X geen veiligheidsregels zijn overtreden zodat er voor het trampolinepark geen reden was om in te grijpen. Met andere woorden heeft het niet-naleven van de veiligheidsregels door het trampolinepark volgens de rechtbank niet tot het uiteindelijke ongeval geleid. Er is daarom volgens de rechtbank geen sprake van causaal verband, maar van “pure pech”. In verband met het ontbreken van het zowel voor artikel 6:74 BW als voor artikel 6:162 BW vereiste causaal verband kan het trampolinepark niet aansprakelijk worden gehouden voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade, aldus de rechtbank.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven