
Verstek in deelgeschil?
Wat gebeurt er als verzoekster en verweerster in een deelgeschilprocedure geen enkel contact met elkaar hebben gehad, verweerster geen verweerschrift indient en ook niet op de mondelinge verschijnt? Op die vraag heeft de rechtbank Oost-Brabant recent een antwoord gegeven.
Verzoekster stelt dat zij letsel heeft opgelopen als gevolg van een scooterongeval. Verzoekster zat als passagier achterop op de scooter en de scooter werd bestuurd door verweerster. Verzoekster stelt dat verweerster een voorrangsfout heeft gemaakt en dat zij daarom met de scooter ten val zijn gekomen. Ten tijde van het ongeval hadden verzoekster en verweerster een relatie, maar volgens verzoekster had zij de relatie direct na het ongeval beëindigd.
Verzoekster heeft verweerster per aangetekende brief en via deurwaardersexploot aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval, maar volgens verzoekster heeft verweerster nooit op de aansprakelijkstelling gereageerd. Verzoekster heeft vervolgens een verzoekschrift deelgeschil ingediend, waarin zij onder meer verzoekt om voor recht te verklaren dat verweerster aansprakelijk is voor de gevolgen van het scooterongeval. De rechtbank heeft het verzoekschrift doorgestuurd aan verweerster en verweerster per aangetekende brief opgeroepen voor de mondelinge behandeling. Enige reactie aan de zijde van verweerschrift bleef evenwel uit. Verweerster heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen op de mondelinge behandeling.
De vraag of het verzoek onder die omstandigheden in een deelgeschilprocedure kan worden toegewezen, beantwoordt de rechtbank ontkennend. Daartoe wordt allereerst overwogen dat verzoekster en verweerster geen enkel contact hebben gehad en over en weer geen standpunten hebben ingenomen over de gestelde aansprakelijkheid. Verweerster is verder ook niet verschenen in de procedure, zodat de rechtbank ook niet via die weg op de hoogte is geraakt van het standpunt van verweerster. Onder die omstandigheden kan geen zinnige uitspraak worden gedaan over de vraag of, en zo ja, onder welke voorwaarden, tussen partijen een vaststellingsovereenkomst kan worden gesloten, aldus de rechtbank.
Los daarvan is het de rechtbank gebleken dat verzoekster en verweerster na het ongeval nog wel contact hadden gehad en naar het oordeel van de rechtbank ligt het voor de hand dat verzoekster dus wel tot op zekere hoogte bekend is met het standpunt van verweerster omtrent de gestelde aansprakelijkheid. Over dat standpunt heeft verzoekster evenwel niets naar voren gebracht.
Verzoekster heeft op de mondelinge behandeling het standpunt ingenomen dat, nu verweerster niet in de procedure is verschenen, de verstektoets moet worden toegepast en het verzoek om die reden moet worden toegewezen. Dat standpunt wordt door de rechtbank verworpen, nu de verstektoets is geschreven voor de dagvaardingsprocedure en niet voor de verzoekschriftprocedure.
Kort en goed worden de verzoeken van verzoekster afgewezen en is de aansprakelijkheid niet vast komen te staan. Ook de begroting van kosten van de deelgeschilprocedure blijft achterwege, omdat de deelgeschilprocedure, aldus de rechtbank, volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld.