Home Zwaarwegend bedrijfsbelang voor werkgever tot het weigeren van ouderschapsverlof aansluitend op bevallingsverlof?

Zwaarwegend bedrijfsbelang voor werkgever tot het weigeren van ouderschapsverlof aansluitend op bevallingsverlof?

Sinds 2 augustus 2022 hebben werknemers recht op 9 weken betaald ouderschapsverlof. Werknemers kunnen het ouderschapsverlof opnemen gedurende een periode en op de wijze die zij wensen. Werkgever heeft hier in beginsel geen invloed op. Werkgever kan echter, na overleg met werknemer, de door werknemer gewenste wijze van invulling van het verlof op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang wijzigen en in uitzonderlijke gevallen ook weigeren.

In een uitspraak van 16 februari 2023 van de kantonrechter te Rotterdam moest de kantonrechter zich buigen over de vraag of werkgever terecht de door werkneemster gewenste wijze van het opnemen van ouderschapsverlof wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen had geweigerd.

Wat was er aan de hand?
Werkneemster was vanaf 1 december 2021 als notarieel medewerkster in dienst bij werkgever. Eind augustus 2022 diende werkneemster bij werkgever het verzoek in om aansluitend op haar bevallingsverlof 9 weken ouderschapsverlof op te nemen. Werkgever heeft dit verzoek niet gehonoreerd. Werkgever wenste dat werkneemster het ouderschapsverlof op andere wijze zou opnemen, nu het aansluitend op het bevallingsverlof 9 weken ouderschapsverlof opnemen een te grote druk op de twee andere collega’s zou leggen en werkgever niet binnen deze korte tijd en voor een dergelijk afgebakende periode, mede gelet op de krapte op de arbeidsmarkt, een nieuwe (ervaren) medewerker zou vinden. Volgens werkgever maakte dit dat sprake was van een zwaarwegend bedrijfsbelang om de door werkneemster gewenste invulling van het ouderschapsverlof te mogen aanpassen. Werkneemster was het hier niet mee eens en startte een kort geding met het verzoek werkgever te veroordelen om haar toe te staan ouderschapsverlof op de door haar gewenste wijze op te nemen.

Wat oordeelt de kantonrechter?
De kantonrechter benadrukt dat het uitgangspunt is dat werkneemster ouderschapsverlof kan opnemen gedurende een periode en op een wijze die zij zelf kiest en dat werkgever dit enkel bij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen kan wijzigen en, in uitzonderlijke gevallen, kan weigeren. De kantonrechter overweegt dat uitsluitend van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen sprake is “indien de door de werknemer gewenste spreiding van verlofuren de gang van zaken in de onderneming ernstig zou ontwrichten”. Volgens werkgever is vanwege bezettingsproblemen op de werkvloer sprake van zo’n zwaarwegend bedrijfsbelang. De kantonrechter acht het aannemelijk dat het voor werkgever lastig zal zijn om een nieuwe (ervaren) werknemer te vinden en de kantonrechter ontkent ook niet dat de werkdruk bij de andere twee medewerkers zal toenemen, maar naar het oordeel van de kantonrechter levert dit geen dusdanig zwaarwegend bedrijfsbelang voor werkgever op dat hij de invulling van het ouderschapsverlof van werkneemster mag aanpassen. Redengevend daarvoor is dat de twee medewerkers ook de werkzaamheden van werkneemster overnemen gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof, dat het om een relatief korte periode van 9 weken gaat en dat werkneemster ‘slechts’ voor 17,5 uur per week werkzaam is bij werkgever. Het verzoek van werkneemster wordt toegewezen.

Voor vragen met betrekking tot ouderschapsverlof kunt u contact opnemen met Debby Kolk, Marijke Stevens en Lisa van Baarsel

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven