Home Zzp’er ja of nee? Ja, zegt de kantonrechter te Rotterdam

Zzp’er ja of nee? Ja, zegt de kantonrechter te Rotterdam

De laatste tijd is er veel aandacht voor schijnzelfstandigheid: is de werkende wel werkzaam als ‘echte’ zelfstandige of is deze feitelijk werkzaam als werknemer? Het antwoord op deze vraag is (opnieuw) actueel geworden, nu het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 is afgeschaft en de belastingdienst weer actief gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Als de Belastingdienst oordeelt dat sprake is van schijnzelfstandigheid, kwalificeert de overeenkomst op basis waarvan de zzp’er werkzaam was/is (met terugwerkende kracht) als een arbeidsovereenkomst.

De vraag of al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst – en het al dus niet kwalificeren als werknemer – laat zich echter niet eenvoudig beantwoorden. Dat moet -zoals door de Hoge Raad in het Deliveroo arrest (opnieuw) overwoog – telkens worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval, waarbij niet één enkel kenmerk beslissend is, maar alle kenmerken in onderling verband moeten worden bekeken. Over de vraag of sprake was van een gezagsverhouding – en daarmee of sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet – is dan ook regelmatig geprocedeerd. Zo ook nu, na afschaffing van het handhavingsmoratorium, zo blijkt uit een op 15 januari 2025 gepubliceerde beschikking van de Rechtbank Rotterdam.

In die beschikking ging het om een werkende die als zzp’er op basis van een ‘consulting agreement’ werkzaam was voor een groothandel in groenten en fruit. De overeenkomst werd opgezegd, waarna discussie ontstond over de vraag of de overeenkomst op grond waarvan de werkende werkzaam was (achteraf bezien) als een arbeidsovereenkomst kwalificeerde.

Ter beantwoording van die vraag liep de kantonrechter de door de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest genoemde gezichtspunten af en kwam daarbij tot de conclusie dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst, maar dat er sprake was van een ‘echte’ zzp’er. De kantonrechter overwoog daartoe als volgt:

  • Aard & duur werkzaamheden

De samenwerking had een beperkte looptijd van 2,5 jaar en werd niet voorgezet als een overeenkomst voor onbepaalde tijd.

  • Vrijheid in werkzaamheden en -tijden

De werkende had volledige vrijheid om zijn werkzaamheden en -tijden naar eigen inzicht in te delen.

  • Mate van inbedding van het werk & de werkende

Het werk maakte weliswaar deel uit van de organisatie van de opdrachtgever, maar de werkende als persoon was niet structureel ingebed in de organisatie. Zo waren er binnen de organisatie geen werknemers met een vergelijkbare functie en was hij niet gebonden aan verlofregelingen, bedrijfstrainingen of functioneringsgesprekken.

  • Verplichting tot persoonlijke arbeid

Een expliciete afspraak m.b.t. vervanging ontbrak. In de praktijk voerde de werkende de werkzaamheden persoonlijk uit.

  • Wijze van totstandkoming afspraken

Het was de uitdrukkelijke wens van de werkende om als zzp’er aan de slag te gaan en de werkende heeft daartoe ook zelf de overeenkomst opgesteld.

  • Wijze van beloning

De werkende factureerde een eigen honorarium en droeg daarover zelf belasting af.

  • Hoogte beloning

De werkende kreeg een vergoeding die ongeveer twee keer zo hoog was als het salaris voor een werknemer in een vergelijkbare functie.

  • Commercieel risico werkende

De werkende liep een financieel risico. Als hij niet werkte, ontving hij geen vergoeding.

  • Ondernemend gedrag

De werkende gedroeg zich als ondernemer o.m. door het factureren van een eigen honorarium en het zijn van aandeelhouder.

Nu de overeenkomst niet als een arbeidsovereenkomst kwalificeerde, genoot de werkende geen arbeidsrechtelijke bescherming. De opzegging hield stand.

De hierboven genoemde gezichtspunten lijkt de Belastingdienst overigens – als wordt gekeken naar het door haar gepubliceerde beslis- en afwegingskader – ook als toetsingscriteria te hanteren voor haar beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Hoewel er zeker situaties van schijnzelfstandigheid zullen zijn, waarbij feitelijk gezien wel sprake is van een arbeidsovereenkomst, laat deze beschikking zien dat er ook nog steeds situaties zijn waar wel ‘écht’ sprake is van werken als zelfstandige.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven