De rol en verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar
Regionaal Tuchtcollege Amsterdam, 11 oktober 2024
In een uitspraak begin 2021 heeft het Centraal Tuchtcollege het begrip ‘regiebehandelaar’ geïntroduceerd. Volgens het Centraal Tuchtcollege ziet de regiebehandelaar er op toe dat:
- de continuïteit en de samenhang van zorgverlening aan de patiënt wordt bewaakt en dat waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet;
- er adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen de bij de behandeling betrokken zorgverleners;
- er één aanspreekpunt is voor patiënt en diens naaste betrekking(en) voor het tijdig beantwoorden van vragen over de behandeling. De regiebehandelaar hoeft niet alle vragen te kunnen beantwoorden, maar moet wel de weg naar de antwoorden weten te vinden.
In de vandaag te bespreken tuchtzaak heeft het Regionaal Tuchtcollege (RTG) ook iets gezegd over de rol en verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. Wat speelde er?
De beklaagde GZ-psycholoog was zowel behandelaar als regiebehandelaar van de klaagster. Waar het betreft de klacht over de inhoud van de behandeling overweegt het RTG, dat veelvuldig contact heeft plaatsgevonden en dat de GZ-psycholoog grote betrokkenheid heeft getoond bij de klaagster. De psychologische behandeling is verricht zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot onder soortgelijke omstandigheden mag worden verwacht. De behandeling is uitgevoerd volgens de regelen der kunst. Wel was het, aldus het RTG, gezien de uitgebreide voorgeschiedenis van de klaagster beter geweest als er meer aandacht was geweest voor monitoring en evaluatie. Er hebben wel evaluaties plaatsgevonden, maar deze hadden ten behoeve van de klaagster duidelijker gemarkeerd mogen worden. Het had daarbij helpend kunnen zijn als er naast de behandelaar een andere regiebehandelaar was geweest. Indien deze twee functies daadwerkelijk gescheiden worden is het voor cliënten ook duidelijk dat er een evaluatiemoment is met de regiebehandelaar samen. Dit is echter in dit geval niet een zodanige tekortkoming dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De GZ-psycholoog is immers bij het beroepsmatig handelen gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Deze klacht wordt ongegrond verklaard.
In een recent artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) “De regiebehandelaar in het ziekenhuis, problemen bij implementatie in de praktijk” hebben Hennissen c.s. geschreven dat het concrete takenpakket van de regiebehandelaar niet helder is, waardoor het onduidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Zo is het volgens de auteurs onduidelijk op welk niveau regie gevoerd dient te worden bij patiënten met meerdere zorgvragen die al dan niet samenhangen. Het is de auteurs ook niet duidelijk waarom er van het begrip hoofdbehandelaarschap afgestapt moet worden. De uitwerking van de regievoering zal op nationaal niveau moeten plaatsvinden onder leiding van de Federatie voor Medisch Specialisten, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, aldus de auteurs. Totdat helderheid is verkregen worden ziekenhuizen door de auteurs geadviseerd om in het belang van kwaliteit en veiligheid van zorg collectief uit te dragen dat aan het hoofdbehandelaarschap moet worden vastgehouden. Waarom de auteurs een dergelijk verstrekkend advies geven dat in strijd is met inmiddels de vaste lijn die de tuchtrechter in dit soort zaken lijkt aan te houden wordt uit het artikel niet duidelijk en is misschien ook niet verstandig. Wel is het duidelijk dat er nog een taak bij de tuchtrechter ligt om het begrip regiebehandelaarschap verder in te vullen en te verfijnen. Soms snap je het wel, maar begrijp je het niet.