Afsluiten electriciteit bedrijfsruimte onrechtmatig
De kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 18 mei jl. in een zogenaamd spoed-kort geding geoordeeld dat het afsluiten door de verhuurder van de electriciteit in de gehuurde bedrijsruimte onrechtmatig is. De verhuurder wordt, ondanks het feit dat de huurder al 30 maanden het gehuurde gebruikt en geen servicekosten (voor electriciteit e.d.) betaald, veroordeeld om binnen 24 uur opnieuw de elektriciteit aan te sluiten. Het door de verhuurder in reconventie gevorderde voorschot op de servicekosten wordt ook toegewezen.
Partijen hebben op 30 september 2009 een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een showroom in Amsterdam. Het gehuurde is bestemd om gebruikt te worden als kantoorruimte. De overeenkomst is aangegaan voor de periode 1 oktober 2009 tot en met 30 november 2013. In de huurovereenkomst was met betrekking tot het voorschot op de vergoeding voor door of vanwege de verhuurder verzorgde bijkomende leveringen en diensten (servicekosten) op genomen dat de nog “nader te bepalen” waren.
Over onder meer de hoogte van de verschuldigde servicekosten hebben partijen geen overeenstemming bereikt, waarna tussen partijen een bodemprocedure is gestart, welke procedure nog aanhangig is. Hangende de bodemprocedure hebben voorts onderhandelingen plaatsgevonden over een voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst. De huurder heeft op 27 april 2012 een aangepast concept voor de vaststellingsovereenkomst aan de verhuurder doen toekomen, die heeft het beïindigingsvoorstel ‘voorshands in beraad houdt’.
Verhuurder heeft op 16 mei 2012 rond 14.00 uur de elektra in de gehuurde ruimte afgesloten. Ter zitting heeft hij aangevoerd dat sinds aanvang van de huurovereenkomst nimmer servicekosten zijn betaald, dat deze evident verschuldigd zijn en dat verhuurder op haar beurt wel de leveranciers dient te betalen. De verhuurder heeft aangegeven er genoeg van dat huurder hoog van de toren blaast maar niet betaalt. Om hem tot betalen te bewegen is verhuurder tot afsluiting van de electriciteit overgegaan.
De kantonrechter oordeelt dat de verhuurder eigenmachtig is overgegaan tot afsluiting van de elektra. Voor die afsluiting bestaat geen contractuele basis, noch is er een vonnis op basis waarvan de verhuurder tot afsluiting mag overgaan. De kantonrechter is van oordeel dat het op deze wijze eigenmachtig afsluiten onrechtmatig is. Voor het innen van een vordering staan juridische wegen open, nog daargelaten dat een dergelijke maatregel schade kan veroorzaken, doordat de alarminstallatie niet werkt, het pand onverzekerd is en er niet gewerkt kan worden. Tussen partijen is een procedure aanhangig en de uitkomst daarvan zal moeten worden afgewacht met dien verstande dat de verhuurder altijd de mogelijkheid heeft om middels een kort geding voorlopige voorzieningen te vorderen. Dit betekent dat de gevraagde heraansluiting zal worden toegewezen. Nu de huurderer groot belang bij heeft dat de elektriciteitsvoorziening zo spoedig mogelijk hersteld is, wordt de termijn waarbinnen heraangesloten dient te worden vastgesteld op 24 uur na betekening van dit vonnis.
De verhuurder vordert in reconventie een voorschot op de servicekosten. Uit de overgelegde processtukken in de bodemprocedure blijkt dat niet betwist wordt dat servicekosten verschuldigd zijn, enkelde hoogte van de servicekosten wordt betwist. Vaststaat dat huurder inmiddels ten minste 30 maanden het gehuurde gebruikt en nimmer servicekosten heeft betaald, waartegenover de verhuurder wel gehouden is de leveranciers van nutsvoorzieningen te betalen. Gelet hierop is het niet onredelijk om thans bij wege van voorschot huurder te veroordelen servicekosten te voldoen. De kantonrechter wijst over de periode vanaf 1 oktober 2009 tot en met mei 2012 een voorschot toe
van € 4.800,- exclusief btw.
Klik hier voor de uitspraak.