Home Afwijzing ontbindingsverzoek ondanks fors dossier over het functioneren van de werknemer en reis naar code oranjegebied

KBS

Afwijzing ontbindingsverzoek ondanks fors dossier over het functioneren van de werknemer en reis naar code oranjegebied

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam het ontbindingsverzoek van GVB wegens verwijtbaar handelen door de werknemer afgewezen. Wat was hier aan de hand?

Feiten

De werknemer is sinds 1992 in dienst bij GVB waar hij over de jaren verschillende functies bekleedde. In zijn laatste functie is hij werkzaam als operator OCC, waar hij via beeldschermen de metrostations, sneltramstations en het busstation IJ-zijde in de gaten houdt en meldingen van SOS-palen en liften beantwoordt.

In 2016 begon de verhouding tussen GVB en de werknemer te verslechteren. Uit het dossier is gebleken dat de werknemer al enige tijd een moeizame verhouding had met GVB en ook hoog oplopende strubbelingen heeft met zijn collega’s. Daarnaast spelen ‘verzuimperikelen’ een rol, die draaien om meningsverschillen tussen partijen over het tempo waarin werknemer wordt geacht te re-integreren en met name de bereikbaarheid van werknemer tijdens zijn arbeidsongeschiktheid. In die periode heeft de werknemer ook een aantal waarschuwingen gekregen. In 2020 was de maat vol voor GVB, nadat de werknemer de adviezen van de bedrijfsarts in twijfel bleef trekken. Ook meldde hij zich regelmatig af vanwege corona(klachten) of quarantaineverplichtingen wegens (mogelijk) zieke familieleden. Desondanks besloot GVB de werknemer een allerlaatste kans te bieden. GVB stuurde op 9 december 2020 een uitnodiging voor een laatste gesprek op 22 december 2020. De werknemer was echter drie weken op vakantie in Italië– waarvan GVB op de hoogte was. Italië was op dat moment een code oranjegebied, waardoor werknemer na terugkomst 10 dagen in quarantaine moest en niet op tijd terug zou zijn voor het laatste gesprek met GVB. Bij brief van 6 januari heeft GVB aan de werknemer laten weten dat hij door het niet tijdig terugkeren uit Italië zijn allerlaatste kans had verspeeld. De GVB diende vervolgens een verzoek in bij de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden, primair op grond van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer (e-grond) en subsidiair wegens andere omstandigheden waardoor het noodzakelijk vertrouwen in werknemer volledig ontbreekt (h-grond).

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter heeft het ontbindingsverzoek van GVB afgewezen. Het is voor de kantonrechter duidelijk geworden dat eind 2020 de maat vol was voor GVB. De vraag is echter of het werknemer kan worden verweten dat hij niet bij het laatste gesprek aanwezig kon zijn omdat hij na terugkomst uit Italië nog in quarantaine moest.

Het staat vast dat GVB op de hoogte was dat werknemer in Italië was voor vakantie. Volgens het GVB had werknemer echter in totaal drie weken vrij en had hij dus voldoende tijd om binnen die periode de 10 dagen quarantaine na terugkomst te volbrengen. Hierover worden werknemers van GVB ook geïnformeerd op haar website. De werknemer was echter pas op 15 december 2020 per WhatsApp bericht door GVB op de hoogte gesteld van de uitnodiging voor het laatste gesprek op 22 december 2020, waarna hij direct maatregelen had genomen om op de hoogte te raken van de inhoud van de brief en vervolgens is hij zo snel mogelijk naar huis gegaan. Zelfs als hij diezelfde dag nog naar Nederland was afgereisd, had hij dus niet op 22 december 2020 bij GVB kunnen verschijnen.

De kantonrechter oordeelt hierover dat GVB in het laatste gesprek met werknemer in het midden heeft gelaten of zij de werknemer nog een allerlaatste kans zou bieden. Bovendien was GVB op de hoogte van de vakantie van werknemer in het buitenland en dat hij dus zijn post niet (op tijd) zou lezen. Het verwijt van GVB dat de werknemer er maar voor had moeten zorgen dat hij daarvan op de hoogte werd gehouden, gaat de kantonrechter echter te ver.

Alles in ogenschouw genomen acht de kantonrechter het begrijpelijk dat GVB van de werknemer eist dat hij in het kader van een allerlaatste kans zijn werkhouding ingrijpend verbetert. Dit geldt echter niet voor het standpunt van GVB dat de werknemer deze kans niet meer krijgt, vanwege de gemiste afspraak door de quarantaine verplichting.

De kantonrechter wijst derhalve het ontbindingsverzoek op zowel de e-grond als de h-grond af.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met Debby Kolk, Suzanne Steegmans of Zorana Koria.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven