Binding van de beroepsuitoefening aan bijzondere voorwaarden door de tuchtrechter na off-label voorschrijven van medicatie
Het tuchtrecht is een belangrijk instrument in het bereiken van de publieke doelstellingen doelen van de Wet BIG: het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen in de gezondheidszorg. De tuchtrechter beschikt in dat kader over een arsenaal aan maatregelen dat aan een zorgverlener kan worden opgelegd als in de kwaliteit van het handelen van de zorgverlener gebreken te vinden zijn. Een niet vaak voorkomende maatregel is de binding van de beroepsuitoefening aan bijzondere voorwaarden. In een recente uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ’s-Hertogenbosch werd deze maatregel opgelegd aan een internist-hematoloog.
Feiten en klacht IGJ
Tegen de internist-hematoloog was een klacht ingediend door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (‘IGJ’). De klacht zag op het feit dat en de manier waarop door de internist-hematoloog off-label oncologische medicatie had voorgeschreven. De specialist zou dat in strijd met de medische richtlijnen hebben gedaan, bij het off-label voorschrijven niet de nodige zorgvuldigheidseisen in acht hebben genomen, zijn patiënten niet voldoende hebben geïnformeerd over de behandelingen en daarvan ook onvoldoende aantekeningen hebben gemaakt in het dossier. De specialist zou daarnaast onvoldoende collegiaal overleg hebben gevoerd en onvoldoende hebben samengewerkt.
Oordeel tuchtcollege
Het tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen gegrond. Relevant om te benadrukken is dat het op grond van de Geneesmiddelenwet is toegestaan om off-label voor te schrijven, zolang aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan en door de specialist de nodige (extra) zorgvuldigheid in acht wordt genomen. Het tuchtcollege noemt in dat kader de verzwaarde motiverings- en dossierplicht.
Het tuchtcollege oordeelt dat de specialist in strijd heeft gehandeld met de medische richtlijnen waaruit juist zou volgen dat deze medicatie niet moest worden voorgeschreven bij de ziektebeelden van de betreffende patiënten. Daarnaast verwijt het tuchtcollege de specialist het feit dat in het medisch dossier niet is opgenomen waarom het (toch) geïndiceerd en mogelijk was het middel off-label voor te schrijven.
Bij gebrek aan aantekeningen in het dossier, kan het tuchtcollege ook niet vaststellen of sprake was van de vereiste ‘informed consent’ en het wordt de specialist verweten dat hij geruime tijd geen collegiaal overleg heeft gevoerd. De specialist wijdde dit aan de grote werkdruk en de slechte werksfeer, maar dat vormt naar het oordeel van het tuchtcollege geen excuus.
Maatregel
Het tuchtcollege is van oordeel dat sprake is van een ernstige normoverschrijding die bovendien meerdere keren en gedurende een lange periode heeft plaatsgevonden. Daarbij kan een (voorwaardelijke) schorsing aangewezen zijn, maar het tuchtcollege acht een maatregel passend die de patiëntveiligheid en kwaliteit van de zorg borgt zonder de beroepsbeoefening volledig stil te leggen. De specialist werkte intussen in het buitenland en had aangegeven zijn zaken inmiddels beter op orde te hebben en inzicht te hebben in en te reflecteren op zijn handelen. Het tuchtcollege legt de maatregel van binding aan een bijzondere voorwaarde op, waarbij de specialist gedurende twaalf maanden uitsluitend werkzaam mag zijn onder supervisie. Op deze manier kan onder gecontroleerde omstandigheden worden nagegaan of de internist-hematoloog zijn handelen duurzaam weet te herstellen met toezicht van de IGJ op de naleving van deze voorwaarde, aldus het tuchtcollege. Nu de huidige werkzaamheden van de specialist in het buitenland niet onder het toezicht van de IGJ vallen, gaat de maatregel in vanaf het moment dat de specialist zijn werkzaamheden in Nederland vervat.
Deze uitspraak toont onder andere (en zoals vele eerdere uitspraken) het belang van goede dossiervoering en het in acht nemen van extra zorgvuldigheid bij het off-label voorschrijven van medicatie. De uitspraak geeft ons daarnaast een goede inkijk in de gedachtegang van de tuchtrechter bij het opleggen van de maatregel ‘binding aan bijzondere voorwaarden’. De volledige uitspraak leest u hier: RTG ’s-Hertogenbosch 3 december 2025, ECLI:NL:TGZRSHE:2025:136.