Calamiteit? Melden!
In verband met een toename van vochtverlies uit een stoma, wordt op 9 oktober 2014 een patiënt opgenomen in het ziekenhuis. Op 19 oktober 2014 overlijdt de patiënt. Uit intern onderzoek wordt duidelijk dat het overlijden van de patiënt een calamiteit is in de zin van de – toentertijd geldende – Kwaliteitswet zorginstellingen (Kwaliteitswet). Het ziekenhuis meldt deze calamiteit op 12 januari 2015 bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de minister) heeft het ziekenhuis vervolgens een bestuurlijke boete van € 12.730 opgelegd vanwege het ‘niet onverwijld melden’ van het incident. Tegen dit besluit heeft het ziekenhuis beroep ingesteld.
De rechtbank stelt vast dat uit de Kwaliteitswet volgt dat iedere calamiteit onverwijld bij de IGZ moet worden gemeld. De rechtbank overweegt dat de door de minister gehanteerde termijn van drie werkdagen in zijn algemeenheid niet onredelijk is. Verder hanteerde de minister de – aan de inmiddels ingetrokken beleidsregels ontleende – gedragslijn dat een instelling vanaf de constatering van een incident een termijn van maximaal zes weken heeft om onderzoek te doen naar de vraag of er sprake is van een calamiteit in de zin van de Kwaliteitswet. De rechtbank acht het uitgangspunt dat een periode van zes weken over het algemeen voldoende zou moeten zijn voor het doen van dergelijk onderzoek niet onredelijk. In dit verband is het van belang dat de wettelijke norm inhoudt dat de melding onverwijld na het incident zelf moet plaatsvinden; onderzoek naar de vraag of een incident een calamiteit is, moet daarom met de noodzakelijke spoed en prioriteit worden uitgevoerd. Daar komt bij dat zolang een calamiteit niet gemeld is, de IGZ geen actie kan ondernemen, terwijl dit onder omstandigheden wel noodzakelijk zou kunnen zijn. Als een periode van zes weken in een concrete casus niet voldoende is voor het doen van onderzoek naar de vraag of een incident een calamiteit is, moet het ziekenhuis dit aannemelijk maken. Het ziekenhuis heeft de calamiteit pas na bijna drie maanden na het plaatsvinden daarvan aan de IGZ gemeld. Dat is te laat. Volgens de rechtbank heeft het ziekenhuis gehandeld in strijd met de Kwaliteitswet en was de minister was daarom bevoegd om het ziekenhuis een bestuurlijke boete op te leggen. Het beroep van het ziekenhuis wordt ongegrond verklaard.
Inmiddels is de Kwaliteitswet vervangen door de Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Ook volgens de nieuwe wet (art. 11, lid 1 onder a Wkkgz) moeten calamiteiten onverwijld gemeld worden bij de IGZ. Wat houdt onverwijld melden volgens de Wkkgz in? Net als voorheen, moet een calamiteit binnen drie werkdagen gemeld worden bij de IGZ. De zorgaanbieder heeft zes weken de tijd om vast te stellen of een gebeurtenis een calamiteit is. Als de gebeurtenis niet of niet op tijd gemeld wordt, riskeert de zorgaanbieder een bestuurlijke boete.
Dus: indien er sprake is van een calamiteit meld dit dan snel, in elk geval binnen drie werkdagen, bij de IGZ om (onnodige) bestuurlijke boetes te vermijden.
Klik hier voor de uitspraak.