Collega vs. collega
Een apotheker dient een klacht in tegen 3 collega-apothekers. De klacht houdt in dat deze 3 apothekers als bestuurders van een samenwerkingsvorm de klagende apotheker hebben buitengesloten waardoor de patiënten van zijn apotheken niet kunnen profiteren van de voordelen van gemaakte afspraken. Hierdoor hebben de 3 collega’s zich volgens de klagende apotheker schuldig gemaakt aan machtsmisbruik en misbruik van de samenwerkingsvorm.
De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) doet de zaak (met toepassing van artikel 67a wet BIG) zelf af. Uit (artikel 65 lid 1 aanhef en onder a van de) wet BIG volgt dat alleen een rechtstreeks belanghebbende kan klagen. Collega-zorgverleners kunnen onder omstandigheden als rechtstreeks belanghebbende worden aangemerkt. In zo’n geval moet de klagende collega als medisch professional een concreet eigen belang hebben dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het medisch tuchtrecht tot doel heeft de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg te bewaken en te bevorderen en de patiënt te beschermen tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen van een zorgverlener. Het medisch tuchtrecht is dus niet bedoeld, aldus de voorzitter, om een oordeel te vellen over conflicten van ondernemingsrechtelijke, financiële of fiscale aard tussen collega’s of rechtspersonen onderling. De klagende apotheker heeft niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze het door hem benoemde verwijt de individuele gezondheidszorg raakt. Ook is niet onderbouwd op welke wijze zijn patiënten worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio.
De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken kunnen profiteren is onvoldoende. Tenslotte is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van de 3 collega-apothekers voor de klagende apotheker heeft ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg wordt geraakt. De klacht is veeleer ingegeven door het zakelijk conflict tussen de klagende apotheker en zijn collega-apothekers in de regio. Dit belang raakt niet de individuele gezondheidszorg. De klagende apotheker wordt in zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Met deze uitspraak heeft de voorzitter van het RTG een duidelijke grens getrokken waar het betreft de reikwijdte van het wettelijk tuchtrecht. Voor zakelijke geschillen tussen collega’s onderling is het medisch tuchtrecht niet bedoeld. Zakelijke conflicten moeten via andere weg – denk aan onderhandelingen, arbitrage, bindend advies, mediation, het Scheidsgerecht Gezondheidszorg of de burgerlijke rechter – worden opgelost. De drempel om tegen een collega-zorgverlener bij het medisch tuchtcollege te klagen is hoog. Uitsluitend wanneer de klagende partij een concreet eigen belang heeft dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg kan een klacht inhoudelijk worden getoetst. Wanneer de tuchtrechter echter merkt dat de aanleiding om te klagen gelegen is in een (puur) zakelijk geschil, wordt een klagende collega beslist buiten de deur gehouden. Elke uitgang biedt elders overigens weer een ingang.