Home Concurrenten kunnen elkaar ook aanspreken op schending van de AVG

Concurrenten kunnen elkaar ook aanspreken op schending van de AVG

Het Europese Hof van Justitie (hierna: het Hof) heeft op 4 oktober jl. prejudiciële vragen beantwoord die waren gesteld door het Duitse Bundesgerichtshof. Het Bundesgerichtshof moest uitspraak doen in een geschil tussen concurrerende apothekers, waarbij een apotheek zijn concurrent verweet dat deze zich schuldig maakte aan een oneerlijke handelspraktijk, omdat deze online via de website van Amazon geneesmiddelen verkocht die alleen apotheken in Duitsland mogen verkopen waarbij bijzondere persoonsgegevens van klanten werden verwerkt in strijd met de AVG.

Achtergrond

Sinds 2017 verkoopt de verantwoordelijke apotheker van de “Lindenapotheke” via de website van Amazon geneesmiddelen die alleen door apotheken mogen worden verkocht. Klanten moeten een aantal gegevens (zoals hun naam, afleveradres en informatie die nodig is voor de individualisering van genoemde geneesmiddelen) invoeren wanneer ze deze medicijnen online bestellen. 

Met een beroep op de Duitse regelgeving inzake oneerlijke handelspraktijken, waarin expliciet is opgenomen dat het overtreden van een wettelijke bepaling die met name bedoeld is om gedrag op de markt te reguleren een oneerlijke handelspraktijk betreft, vroeg een concurrerende apotheker de Duitse rechter om de eigenaar van Lindenapotheke te bevelen deze activiteit te staken zolang niet gewaarborgd was dat klanten (conform de Duitse regelgeving) vooraf toestemming konden geven voor de verwerking van hun gezondheidsgegevens. Zonder uitdrukkelijke toestemming van de klanten die geneesmiddelen kopen, zou de verkoop namelijk leiden tot een door de AVG verboden verwerking van gezondheidsgegevens.

Het Bundesgerichtshof stelde twee prejudiciële vragen:

Ten eerste vroeg het zich af of de nationale wetgeving die een concurrent de mogelijkheid biedt om bij de burgerlijk rechter op te treden tegen een vermeende overtreder van de AVG op basis van een oneerlijke handelspraktijk, wel verenigbaar is met de AVG. Volgens de AVG is het immers aan de toezichthoudende autoriteiten om toe te zien op naleving van de AVG een aan de betrokkene zelf (al dan niet via orgaan, organisatie of vereniging zonder winstoogmerk dat ten doel heeft de bescherming van persoonsgegevens) om diens rechten te handhaven.

Daarnaast wil het Bundesgerichtshof ook weten of de informatie die wordt ingevoerd bij online aankopen van geneesmiddelen die alleen in apotheken mogen worden verkocht, gegevens over de gezondheid zijn in de zin van de AVG, zelfs als deze geneesmiddelen niet door een arts behoeven te worden voorgeschreven middels een recept. 

Antwoorden op prejudiciële vragen

Het Hof overweegt bij haar beantwoording van vraag 1 dat de AVG zich niet verzet tegen een nationale regeling die concurrenten van een vermeende inbreukmaker op de bescherming van persoonsgegevens de mogelijkheid biedt om deze inbreuk in rechte aan te vechten als een verboden oneerlijke handelspraktijk. Een dergelijke verhaalsmogelijkheid voor concurrenten komt boven op de interventiebevoegdheden van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op en de handhaving van de AVG, en boven op de verhaalsmogelijkheden voor de betrokkenen waarin de AVG reeds voorziet.

Daarnaast oordeelt het Hof ten aanzien van vraag 2 dat informatie die klanten invoeren wanneer ze aan apotheken voorbehouden geneesmiddelen online bestellen, gezondheidsgegevens zijn in de zin van de AVG, zelfs wanneer de verkoop van deze geneesmiddelen niet op recept wordt verstrekt. Deze gegevens kunnen immers door intellectuele vergelijking of deductie informatie onthullen over de gezondheidstoestand van een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, omdat er een verband wordt gelegd tussen hem en een geneesmiddel, de therapeutische indicaties of het gebruik ervan, ongeacht of deze informatie betrekking heeft op de klant of een andere persoon voor wie de klant de bestelling plaatst. Het is dus irrelevant dat, wanneer er geen medisch voorschrift is, deze geneesmiddelen slechts met een zekere waarschijnlijkheid, en niet met absolute zekerheid, bestemd zijn voor de klanten die ze besteld hebben. Een onderscheid maken naargelang het soort geneesmiddel en de vraag of de verkoop ervan al dan niet aan een medisch recept onderworpen is, zou indruisen tegen de doelstelling van de AVG om een hoog beschermingsniveau te bieden. De verwerking van de klantgegevens moet derhalve ook voldoen aan de voorwaarden voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens in artikel 9 AVG.

Gevolgen voor de praktijk

Het Hof zet met haar antwoord op vraag 1 de deur open voor de nationale wetgever om civiele handhaving van de AVG door concurrenten mogelijk te maken. In Nederland geldt o.a. dat een handelspraktijk oneerlijk is, indien de handelaar handelt in strijd met de vereisten van professionele toewijding. Professionele toewijding is in de wet gedefinieerd als het: “normale niveau van bijzondere vakkundigheid en van zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een handelaar ten aanzien van consumenten mag worden verwacht, in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiend uit de voor die handelaar geldende professionele standaard en eerlijke marktpraktijken”;

Bij medische beroepen waarin een zorgvuldige omgang met gegevens van patiënten, mede gelet op het beroepsgeheim, van groot belang is, zal het niet naleven van artikel 9 van de AVG mogelijk als een schending van de professionele toewijding kunnen worden beschouwd. Dat betekent dat ook concurrenten in elkaar via de band van oneerlijke handelspraktijken daarop in Nederland wellicht kunnen aanspreken.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven