De AVG geldt onverkort tijdens de coronacrisis
De AVG stelt strenge voorwaarden aan het verwerken van gezondheidsgegevens. In de huidige coronacrisis worden op allerlei niveau’s maatregelen getroffen om de verspreiding van het virus in te dammen. Hierbij worden veelal ook gezondheidsgegevens verwerkt.
Het Europees Comité voor gegevensbescherming heeft op 16 maart jl. een statement uitgegeven om te benadrukken dat de privacyregels onverkort van kracht zijn. Het EDPB stelt onomwonden dat zelfs in deze uitzonderlijke tijden de verwerkingsverantwoordelijke de bescherming van de persoonsgegevens van betrokkenen dient te waarborgen.
Het is bij het treffen van maatregelen binnen uw (zorg)onderneming dan ook van belang om stil te staan bij de vraag of de te treffen maatregelen gepaard gaan met het verwerken van gezondheidsgegevens m.b.t. het coronovirus en of dat wel is toegestaan. Belangrijke grondslagen voor het verwerken van gezondheidsgegevens die in dit verband veelal worden geopperd zijn:
a) redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid (artikel 9, lid 2, onder i van de AVG);
b) de bescherming van vitale belangen (artikel 9 lid 2, onder c van de AVG).
Bij deze grondslagen gelden wel enkele kanttekeningen.
Algemeen belang volksgezondheid
Het verwerken van gezondheidsgegevens wegens redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid (artikel 9, lid 2, onder i van de AVG) vereist een wettelijke grondslag. In Nederland is een wettelijke grondslag bijvoorbeeld opgenomen in de Wet publieke gezondheid. De wetgever heeft in januari bepaald dat het Coronavirus een groep A virus is in de zin van de Wet publieke gezondheid (zie hier het besluit waaruit dat blijkt) en daarom bestaat op grond van artikel 22 van de Wet publieke gezondheid voor zorgaanbieders een verplichting om personen waarvan zij vaststellen dat deze het virus mogelijk hebben te melden bij de GGD. De gegevens die in dit kader verwerkt mogen worden zijn uitdrukkelijk in artikel 24 lid 1 van de Wet publieke gezondheid opgenomen.
Vitale belangen
Een beroep op de bescherming van vitale belangen (artikel 9 lid 2, onder c van de AVG) vereist dat de verwerking noodzakelijk is ter bescherming van de vitale belangen (acute noodzaak) van de betrokkene zelf of de vitale belangen (acute noodzaak) van een specifieke andere natuurlijk persoon. Hoe groot de maatschappelijke belangen ook zijn om maatregelen te nemen om de verspreiding van het coronavirus, is het zeer de vraag of verwerking van gezondheidsgegevens in veel gevallen essentieel is voor de bescherming van de vitale belang van de betrokkene of een andere natuurlijke persoon. Juist bij grote maatschappelijke belangen dient gelet op het algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid een wettelijke regeling te worden getroffen die met de nodige waarborgen is omkleed. De grondslag “vitale belangen” is meer bedoeld voor zeer uitzonderlijke situaties waarbij het over een belang gaat dat essentieel is voor iemands leven of gezondheid. Bijvoorbeeld wanneer er acuut gevaar dreigt maar iemand bewusteloos is of mentaal niet in staat is om toestemming te geven voor het verwerken van gegevens. Dat is – ook in de huidige coronacrisis – niet snel aan de orde.