Home De huisarts als loslippige vriend van de familie

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

De huisarts als loslippige vriend van de familie

Centraal Tuchtcollege Amsterdam, 5 februari 2024

ECLI:NL:TGZCTG:2024:30

De beklaagde huisarts in deze tuchtzaak is in het verleden nauw betrokken geweest rondom het ziekbed en overlijden van de echtgenoot van de klaagster.
In die periode waren er problemen met en zorgen om de dochter van de klaagster, die een relatie had met een persoon met criminele antecedenten. Na het overlijden van de echtgenoot ontstaat er een vriendschappelijke relatie tussen de klaagster en de huisarts. De huisarts komt iedere vrijdag na werktijd bij de klaagster langs en de klaagster past veelvuldig op zijn hond. Ook beschikken de huisarts en de klaagster over elkaars huissleutels. In haar contacten heeft de klaagster de huisarts op de hoogte gehouden van het wel en wee van haar familie. Tijdens een bezoek aan de klaagster verricht de huisarts af en toe ook medische handelingen zoals het voorschrijven van medicatie, het geven van een griepprik of het meten van de bloeddruk.

Jaren later wordt de klaagster gebeld door de partner van de huisarts. In dat gesprek uit de partner de beschuldiging dat de dochter van de klaagster heeft ingebroken in de woning van de huisarts en juwelen heeft ontvreemd.

De klaagster stapt naar de tuchtrechter en stelt dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden door persoonlijke informatie over haar dochter in de thuissituatie met zijn partner te delen.

De huisarts verweert zich en stelt zich op het standpunt dat hij informatie niet had verkregen in zijn hoedanigheid van huisarts, maar als vriend van de familie. Van schending van het medisch beroepsgeheim is dan geen sprake, aldus de huisarts.

Dit verweer vindt in de ogen van het Centraal Tuchtcollege geen genade.

Het beroepsgeheim geldt zowel voor medische als niet-medische aangelegenheden die een arts in zijn hoedanigheid van arts worden toevertrouwd door een patiënt of diens naaste betrekkingen. Dit betekent in dit geval dat de informatie over de dochter van de klaagster, die de huisarts rond de ziekte en het sterfbed van haar echtgenoot ter ore was gekomen, onder zijn beroepsgeheim valt. De huisarts was als arts bij de klaagster en wijlen haar echtgenoot betrokken. Na het overlijden zijn naast de nog voortdurende behandelrelatie pas vriendschappelijke betrekkingen met de klaagster ontstaan en onderhouden. Ook toen heeft de klaagster met de huisarts gesproken over haar gezinssituatie. Ook die informatie valt onder het medisch beroepsgeheim, aangezien op dat moment nog steeds sprake was van een behandelrelatie. Het verweer van de huisarts dat hij bij klaagster in de thuissituatie geen medische handelingen heeft verricht omdat hij dan geen dokterstas bij zich had (sic), wordt als niet concludent verworpen.  

Waar het Regionaal Tuchtcollege de klacht in eerste aanleg nog ongegrond had bevonden, oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat deze klacht alsnog gegrond is. Het professionele handelen van de huisarts is volgens het Centraal Tuchtcollege onder de maat, waarbij komt dat de huisarts weinig reflectief vermogen heeft laten zien in zijn schriftelijke reacties en zich ook overigens niet toetsbaar heeft opgesteld door niet op de zitting te verschijnen. Bij deze stand van zaken acht het Centraal Tuchtcollege de maatregel van berisping passend en geboden.

De les die uit deze uitspraak volgt is, dat het voor hulpverleners oppassen is geblazen wanneer zij vrienden of familie behandelen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt dat het beroepsgeheim ruim moet worden opgevat. Alle informatie die een arts van een patiënt of diens naaste betrekkingen verkrijgt valt in principe onder het medisch beroepsgeheim. Dergelijke informatie mag niet zomaar met derden – ook al is dit de eigen partner – worden gedeeld. Indien dergelijke informatie toch via het hoofdkussen wordt prijsgegeven en op wat voor manier dan ook naar buiten komt, kan dat een tuchtrechtelijk verwijtbare schending van het beroepsgeheim van de arts opleveren. Waarover men niet kan spreken, daarover moet men dus wijselijk zwijgen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven