Home De huisarts, de AIOS en het medisch beroepsgeheim

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

De huisarts, de AIOS en het medisch beroepsgeheim

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam, 29 december 2023
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:286

De klaagster in deze tuchtzaak bevalt in het ziekenhuis van een zoon. De AIOS gynaecologie die de bevalling heeft begeleid informeert de huisarts telefonisch over het verloop van de bevalling en adviseert om intensive home treatment (IHT) voor de klaagster in te schakelen.

De klaagster stapt naar het regionaal tuchtcollege (RTG) en stelt dat de huisarts het beroepsgeheim heeft geschonden door met de AIOS de – overigens onjuiste – informatie te delen dat zij borderline persoonlijkheidsproblematiek heeft.

Bij het beoordelen van de klacht zoekt het RTG aansluiting bij de “KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens”. Uit deze richtlijn volgt dat het uit een oogpunt van goed hulpverlenerschap nodig kan zijn om zonder toestemming van de patiënt gegevens over die patiënt te delen met een andere behandelaar. Nu de huisarts op grond van het telefoongesprek met de AIOS het vermoeden van een borderline persoonlijkheidsstoornis deelde, kon het ziekenhuispersoneel het handelen hierop aanpassen en kon de consulterend psychiater mogelijk zijn differentiaal diagnose nog bijstellen en zodoende de beste zorg voor de klaagster organiseren. Onder die omstandigheden was het de huisarts naar het oordeel van het RTG toegestaan om het beroepsgeheim te doorbreken. Nu de huisarts in zijn telefoongesprek met de AIOS alleen heeft willen aangeven dat sprake was van een vermoeden van de aanwezigheid van een borderline persoonlijkheidsstoornis is van het delen van onjuiste informatie geen sprake. De klacht tegen de huisarts wordt door het RTG als kennelijk ongegrond – dat wil zeggen buiten zitting – afgewezen.

In deze uitspraak heeft het RTG geoordeeld dat het de huisarts was toegestaan om zijn beroepsgeheim te doorbreken. Door het telefoontje van de AIOS werd de huisarts – voor zover hij de klaagster niet al eerder naar de tweede lijn had verwezen – bij haar (verdere) behandeling (of zo u wilt nazorg) betrokken. Het RTG had de klacht misschien ook kunnen toetsen aan het bepaalde in artikel 7:457 lid 2 BW. In dit artikel is bepaald dat tussen hulpverleners die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst de zwijgplicht – lees: het beroepsgeheim – niet geldt. Indien deze toets was toegepast, had het RTG niet de meer complexe route van doorbreking van het beroepsgeheim behoeven te bewandelen, maar vast kunnen stellen dat de huisarts door het telefoontje van de AIOS rechtstreeks bij de behandeling van de klaagster betrokken was geraakt. Dat zou dan weer hebben betekend dat voor het uitwisselen van informatie die noodzakelijk en relevant is voor de behandeling of begeleiding van de klaagster geen toestemming was vereist. Er zijn alzo meerdere wegen die naar Rome kunnen leiden.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven