Home De huisarts en het beroepsgeheim. Misbruik van procesrecht?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

De huisarts en het beroepsgeheim. Misbruik van procesrecht?

Regionaal Tuchtcollege Zwolle, 27 augustus 2024

ECLI:NL:TGZRZWO:2024:100

De klager in deze tuchtzaak is door zijn huisarts in verband met rugklachten verwezen naar de neuroloog. De neuroloog heeft het consult schriftelijk naar de beklaagde huisarts teruggekoppeld. Op een door de klager overlegde brief van de neuroloog staat het huisadres van de huisarts vermeld. De klager stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG) en stelt dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden doordat hij de brief van de neuroloog naar zijn huisadres heeft laten sturen.

De huisarts voert allereerst aan dat klager misbruik maakt van procesrecht en dat hij om die reden niet ontvankelijk moet worden verklaard. De klager heeft al vijf klachten tegen de huisarts ingediend met de kennelijke bedoeling om hem in een kwaad daglicht te stellen. Over privacy schending is al eerder een klacht ingediend en door nieuwe klachten in te dienen die in de tijd vòòr de eerdere klacht liggen lijkt de klager louter uit op beschadiging van de huisarts.

Het beroep op niet-ontvankelijkheid wordt door de voorzitter van het RTG afgewezen. In het tuchtrecht bestaat niet het beginsel van concentratie van klachten en het staat de klager, aldus de voorzitter, op ieder moment vrij om klachten tuchtrechtelijk te laten beoordelen. Dat de klager in het verleden al eerder een tuchtklacht tegen de huisarts heeft ingediend en nu vlak na elkaar weer vijf afzonderlijke klachten staat niet aan een beoordeling van deze klacht in de weg.

Wat de inhoudelijke beoordeling betreft kan de voorzitter van het RTG niet vaststellen of de brief van de neuroloog daadwerkelijk naar het huisadres van de huisarts is gestuurd. De huisarts weet niet hoe zijn huisadres op de brief van de neuroloog terecht is gekomen; zijn praktijkadres is in het ziekenhuis bekend en wordt ook gebruikt. Bovendien heeft de huisarts aantoonbaar alleen digitaal een terugkoppeling van de neuroloog gekregen. De huisarts treft hier geen tuchtrechtelijk verwijt omdat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de onjuiste adressering van de brief van de neuroloog.

Uit deze uitspraak volgt in de eerste plaats dat misbruik van tucht (proces)recht door de tuchtrechter niet snel wordt aangenomen. De door de klager kennelijk gehanteerde salamitactiek wordt door de voorzitter toegestaan in die zin, dat ieder afzonderlijke klacht in principe door de tuchtrechter wordt behandeld en beoordeeld. In de tweede plaats gaat het tuchtrecht uit van de verantwoordelijkheid van het persoonlijk handelen of nalaten van de aangeklaagde zorgverlener. Hier had de huisarts niets van doen met de onjuiste adressering van de specialistenbrief. Het verwijt van de klager over schending van het beroepsgeheim door de huisarts treft dan ook geen doel. In onwetendheid kan men volmaakt gelukkig zijn.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven