Een actieve rol voor de patiënt tijdens de operatie?
Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 12 september 2023
ECLI:NLTGZRAMS:2023:211
Bij de klager in deze tuchtzaak wordt door de beklaagde uroloog een frenulumplastiek verricht (= ingreep waarbij het voorhuidsbandje aan de onderkant van de penis bij de voorhuid losser wordt gemaakt). Na controles bij en gesprekken met de beklaagde uroloog wordt bij de klager later door een uroloog in een ander ziekenhuis opnieuw een frenulumplastiek alsook een preputiumplastiek (= opheffen van de vernauwing van de voorhuid) uitgevoerd.
De klager stapt naar de tuchtrechter en zegt dat de beklaagde uroloog hem tijdens de operatie heeft gedwongen om mee te kijken, terwijl hij uitdrukkelijk kenbaar had gemaakt dat hij dat niet wilde. Ook heeft de uroloog niet naar de klachten geluisterd nadat de wond niet goed was geheeld, aldus de klacht.
Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) onderschrijft het verweer van de uroloog dat het belangrijk is dat er aan het einde van de ingreep – voordat de wond wordt verbonden – door de patiënt wordt meegekeken naar het resultaat in verband met de uitleg en de adviezen over de verzorging en genezing van de wond in de postoperatieve fase. Dit is ook nodig om ervoor te zorgen dat de patiënt goed voorbereid is op wat hij eenmaal thuis kan verwachten. Dat de uroloog de klager heeft gedwongen om mee te kijken kan niet worden vastgesteld, waarmee dit eerste klachtonderdeel niet gegrond is.
Uit het medisch dossier komt naar voren dat de uroloog bij de postoperatieve controles telkens de wondgenezing heeft beoordeeld en daarbij geen ontstekingsverschijnselen of andere problemen heeft geconstateerd. De uroloog heeft uitleg gegeven over de verschillende genezingsfasen en de genezing per fase. Ook zijn herhaaldelijk duidelijke instructies verstrekt over de manier waarop de klager de wond moest wassen, drogen en insmeren/masseren. Ook heeft de uroloog geadviseerd om de voorhuid een aantal keren per dag terug te trekken. Nadat de wond was gesloten heeft de uroloog de klager geadviseerd in zee te zwemmen en af en toe seksueel actief te zijn, omdat een gezwollen penis voor een optimale strekking van het litteken zorgt (!). De uroloog heeft conform de richtlijn: Behandeling voorhuidpathologie (Federatie Medisch Specialisten, 2020) de klager verzorgingsadviezen gegeven. Ook heeft hij meegewerkt aan een second opinion. Hierbij merkt het RTG nog op dat er altijd een kans is dat een frenulumplastiek niet in een keer lukt en dat een tweede ingreep noodzakelijk is. Dat er uiteindelijke na de ingreep een te nauwe voorhuid ontstaat, is een complicatie die helaas vaker voorkomt. Ook in het geval van de klager kan dit niet worden beschouwd als het gevolg van een fout van de uroloog. Daarmee faalt ook het tweede klachtonderdeel.
Uit deze uitspraak volgt, dat actieve participatie van de patiënt tijdens een ingreep soms nodig is om een goed behandelresultaat te kunnen bereiken (zie ook artikel 7:452 BW, dat aangeeft dat van een patiënt medewerking wordt verlangd bij de uitvoering van een behandeling). Als de patiënt bij de behandeling een rol krijgt toebedeeld is het van belang dat de hulpverlener dat goed uitlegt en passende adviezen en instructies geeft. Bij een goede begeleiding ontstaat alzo een optimaal samenspel tussen hulpverlener en patiënt. Dat samenspel kan later onduidelijkheden, onbegrip en misschien zelfs een klacht voorkomen. Beter een goede monoloog dan een slechte dialoog.