Home Een misgelopen verwijzing, arts in de fout?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Een misgelopen verwijzing, arts in de fout?

Regionaal Tuchtcollege Zwolle 10 augustus 2023, ECLI:NL:TGZRZWO:2023:152

De klaagster in deze tuchtzaak gaat medio augustus 2018 naar de waarnemend huisarts omdat zij tijdens haar vakantie een knobbeltje in haar linkerborst had ontdekt. Na lichamelijk onderzoek schrijft de huisarts in het dossier:

“gezien enorme ongerustheid bij patiënte echo mamma. Hoeft niet met spoed, geen verdenking, dus hoeft niet op mammapoli Afspraak ‘diagnostiek’ gemaakt bij Beeldvormend onderzoek D, locatie B, B onder verwijsnummer 45450878. Reden: Echo”.

In maart 2019 wordt de klaagster door de eigen huisarts naar de mammapoli verwezen en wordt bij haar uitgezaaide borstkanker geconstateerd.

De klaagster dient een klacht in tegen de waarnemend huisarts. Zij stelt dat haar klachten niet serieus zijn genomen wat heeft geleid tot de te laat gestelde diagnose borstkanker. Ook is de NHG-standaard Borstkanker niet gevolgd door geen mammografie en geen terugkomafspraak te maken. Ten slotte is de huisarts vergeten de klaagster te informeren dat zij de afspraak voor de echo zelf met het ziekenhuis moest maken en heeft de huisarts geen regie over het proces gevoerd, aldus de klacht.

Bij de beoordeling van de klacht volgt het Regionaal Tuchtcollege (RTG) het verweer van de huisarts, dat van de aanbeveling in de NHG-standaard om bij vrouwen vanaf 30 jaar een mammografie te laten maken (gemotiveerd) kan worden afgeweken. De huisarts meende op basis van haar onderzoek dat er sprake was van een niet van maligniteit verdachte zwelling. Omdat de klaagster de knobbel tijdens haar vakantie had ontdekt en nadien al zo’n drie weken waren verstreken, wilde de huisarts het tijdsverloop niet verder laten oplopen en heeft zij de grote ongerustheid van de klaagster meegewogen. Bovendien zou een echo minder belastend voor de klaagster zijn geweest dan een mammografie. Deze gedachtegang van de huisarts wordt door het RTG gesanctioneerd.

Ten aanzien van het verwijt dat de huisarts niet heeft gezegd dat de klaagster zèlf een afspraak voor een echo moest maken merkt het college op, dat het in de huisartsenzorg gebruik is dat een patiënt die voor een laboratorium- of radiologie-onderzoek wordt doorverwezen (tenzij het een spoedverwijzing betreft) vervolgens zelf een afspraak maakt. Het staat niet vast of de huisarts dit ook aan de klaagster heeft gezegd. Ingeval de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteenlopen en niet kan worden vastgesteld dat de lezing van een van de partijen het aannemelijkst is, geldt dat een verwijt dat is gebaseerd op de lezing van de klagende partij niet gegrond kan worden bevonden. De verklaring van de huisarts ter zitting dat zij zich er – in navolging van deze zaak – tegenwoordig beter van overtuigt dat haar patiënten goed hebben begrepen en kunnen onthouden wat zij tijdens het consult met hen heeft besproken en afgesproken, getuigt van een passende reflectie op deze casus.

Tot slot overweegt het RTG dat uit de NHG-standaard geen algemene verantwoordelijkheid voor de huisarts voortvloeit om in de relatie met de patiënt de regie te voeren. Dit zou ook niet passen binnen de relatie omdat daarin de autonomie van de patiënt het uitgangspunt is. De klacht wordt door het RTG op alle onderdelen als ongegrond afgewezen.

De les die uit deze uitspraak voortvloeit is, dat zorgverleners bij het bespreken van beleid en vervolgafspraken goed aan de patiënt uitleggen van wie welke actie wordt verwacht. Vooraf goed informeren voorkomt misverstanden achteraf. De autonomie van de patiënt is weliswaar uitgangspunt, maar daar tegenover staat de zorgplicht van de zorgverlener. Communicatie kan dan ook alleen effectief zijn als de boodschap wordt ontvangen en begrepen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven