Home Geen ‘eigen schuld’ bij een ongeval met een paardenkoets

Geen ‘eigen schuld’ bij een ongeval met een paardenkoets

Een inzittende van een paardenkoets raakt gewond als het paard plotseling in draf gaat, de koets kantelt en zij uit de koets wordt geslingerd. De eigenaar van het paard bestuurde de koets.

De eigenaar erkent weliswaar op grond van artikel 6:179 BW (de risicoaansprakelijkheid voor de bezitter van een dier) aansprakelijkheid voor dit letsel, maar doet daarbij een beroep op art. 6:101 BW, de ‘eigen schuld’ van de inzittende, als gevolg waarvan de vergoedingsplicht zou worden verminderd. Dit beroep op ‘eigen schuld’ slaagt doorgaans deels indien iemand een paard van een ander berijdt en daarbij letsel oploopt. In de daarop volgende deelgeschilprocedure staat de vraag naar ‘eigen schuld’ centraal.

 

De rechtbank oordeelt dat (de verzekeraar van) de eigenaar van het paard de schade van de inzittende volledig moet vergoeden. De rechtbank overweegt dat het risico van het meerijden in een paardenkoets wezenlijk anders is dan het berijden van een paard, en voorts dat sprake was van een plezierrit, dat de eigenaar de koets bestuurde en dat de inzittende geen rekening behoefde te houden met het feit dat het paard tijdens de rit onberekenbaar gedrag zou gaan vertonen. Voorts weegt de rechtbank de aard van het letsel mee en de omstandigheid dat de paardentemmer voor de schade verzekerd is.

 

Klik hier voor de volledige uitspraak

 

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven