Home Geringe Delta v van invloed op de vraag of sprake is van causaal verband

Geringe Delta v van invloed op de vraag of sprake is van causaal verband

Op 25 maart jl. is een uitspraak gepubliceerd van de rechtbank Midden-Nederland waarin de vraag centraal staat of er causaal verband bestaat tussen de klachten van eiser en twee aanrijdingen waarbij sprake was van een geringe botsingssnelheid, ook wel een lage Delta v genoemd.

In deze zaak gaat het om eiser die binnen twee dagen twee keer is aangereden met (beide keren) een geringe botsingssnelheid van zo’n 4 tot 8 kilometer per uur. Eiser stelt dat hij als gevolg van deze aanrijdingen onder andere nek-, schouder- en hoofdpijnklachten heeft opgelopen en dat hij daardoor schade heeft geleden. In deze procedure vordert eiser dat de rechtbank de WAM-verzekeraars van de aansprakelijke partijen zal veroordelen om de door hem geleden schade te vergoeden.

De rechtbank gaat eerst over op de beoordeling of het causaal verband tussen de klachten en de aanrijdingen vastgesteld kan worden. Dit toetst de rechtbank aan de hand van het in de jurisprudentie ontwikkelde criterium dat causaal verband aannemelijk is indien de klachten op zichzelf veroorzaakt kunnen zijn door de aanrijding, de betrokkene voor het ongeval deze klachten niet had en een alternatieve verklaring voor de gezondheidsklachten ontbreekt.

Wat betreft de vraag of de aanrijdingen de klachten kunnen hebben veroorzaakt, overweegt de rechtbank dat de grootte van de snelheidsverandering en de daarmee gepaard gaande biomechanische inwerking, factoren zijn die bij de beantwoording daarvan moeten worden betrokken. Wanneer de snelheidsverandering gering is en dus ook de biomechanische inwerking gering is, is het minder plausibel dat zich gezondheidsklachten zullen voordoen, dan in het geval de snelheidsverandering groot is, aldus de rechtbank.

Verder overweegt de rechtbank dat vaststaat eiser voor de aanrijdingen een intensief beoefenaar was van de kickbokssport en dat eiser als gevolg daarvan meerdere blessures heeft opgelopen en zelfs een keer 10 seconden knock-out is geweest. Deze gegevens vormen volgens de rechtbank  een concrete aanwijzing dat er een andere mogelijke oorzaak is voor de klachten van eiser.

Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden dat de aanrijdingen slechts geringe geweldsinwerking hadden, dat er geen sprake is van een blanco medische voorgeschiedenis en dat een mogelijke andere oorzaak voor de klachten niet kan worden uitgesloten, is de rechtbank van oordeel dat eiser onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld om causaal verband tussen de aanrijdingen en de door eiser genoemde klachten aan te kunnen nemen.

Nu niet is komen vast te staan dat er causaal verband bestaat tussen de klachten van eiser en de aanrijdingen, is evenmin vast komen staan dat hij als gevolg daarvan schade lijdt of zal lijden vanwege verlies aan verdiencapaciteit, verlies aan zelfwerkzaamheid en verlies van het vermogen om huishoudelijke taken te verrichten, aldus de rechtbank. In de gegeven omstandigheden is er volgens de rechtbank evenmin een reden om de medische kosten en reiskosten van eiser te vergoeden. De vorderingen tot vergoeding van deze schadeposten worden daarom door de rechtbank afgewezen.

In deze uitspraak wordt de vaste jurisprudentie dat een lage Delta v een omstandigheid is die in aanmerking moet worden genomen bij het antwoord op de vraag of sprake is van causaal verband, bevestigd. Zie hierover bijvoorbeeld ook een eerdere blog, waarin een gelijkluidende uitspraak van het gerechtshof van 1 juli 2020 wordt besproken.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven