Home Het medisch dossier als juridische reddingsboei

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Het medisch dossier als juridische reddingsboei

Regionaal Tuchtcollege Zwolle, 18 maart 2024

ECLI:NL:TGZRZWO:2024:34

De ambulant verpleegkundige in deze tuchtzaak is regiebehandelaar van de klagende patiënte. Volgens de patiënte heeft de verpleegkundige haar gepest, haar gedwongen om bepaalde tabletten te slikken en leugens over haar verspreid, als gevolg waarvan zij voor de rechter moest verschijnen.

De verpleegkundige stelt dat de verwijten niet voldoende duidelijk zijn en dat het Regionaal Tuchtcollege (RTG) de klacht om die reden niet kan behandelen.
Het RTG passeert dit verweer omdat de klacht voldoende duidelijk maakt welke verwijten de verpleegkundige worden gemaakt.

Het RTG overweegt dat de patiënte in het klaagschrift een beschrijving van allerlei gebeurtenissen heeft gegeven die geen enkele steun vinden in het medisch dossier. Dit betekent dat uit het medisch dossier niet volgt dat één en ander zo heeft plaatsgevonden zoals de patiënte dat heeft beschreven. Het beeld dat de verpleegkundige heeft geschetst van wat er heeft plaatsgevonden, vindt daarentegen wèl steun in het medisch dossier. Hieruit kan niet worden opgemaakt dat de verpleegkundige misbruik van haar positie heeft gemaakt om de patiënte te pesten of op een andere manier te benadelen. Evenmin kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van dwang door de verpleegkundige bij het innemen van medicatie. De klacht wordt door het RTG buiten zitting als kennelijk ongegrond afgewezen.

Bij deze uitspraak valt allereerst op dat het verplichte griffierecht van € 50,00, bedoeld als drempel voor bagatelzaken, de patiënte er kennelijk niet van heeft weerhouden om deze toch wat wonderlijke klacht in te dienen. De uitspraak benadrukt verder het belang van een goed bijgehouden medisch dossier. Een medisch dossier is tegenwoordig niet alleen een medisch document, maar ook een juridisch instrument. Van een zorgverlener wordt verwacht dat het medisch dossier niet alleen goed wordt bijgehouden ten behoeve van de hulpverlening aan de patiënt/cliënt, maar ook om in het onverhoopte geval van een klacht, een claim of een onderzoek achteraf verantwoording af te kunnen leggen.

De inhoud van het medisch dossier was voor het RTG in deze zaak leidend bij het beoordelen van de klacht. Er was kennelijk geen reden gesteld of gebleken om aan de juistheid daarvan te twijfelen. Nu de patiënte haar verwijten niet op een andere manier kon onderbouwen, kon het RTG de feiten waarop de klacht was gebaseerd niet vaststellen. Dit betekent dat er voor de klacht onvoldoende feitelijke grondslag bestond en om die reden werd afgewezen. Voor de verpleegkundige is een kennelijk ongegrond verklaring meer waard dan een niet-ontvankelijkverklaring van de klacht. In het laatste geval heeft er geen inhoudelijke beoordeling van de klacht plaatsgevonden en kan de patiënte de klacht – wellicht anders opgezet – opnieuw aan het RTG voorleggen. Leg de lat voor jezelf maar hoog, dan kun je er altijd nog onderdoor.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven