
Informed consent bij wensgeneeskunde
Regionaal Tuchtcollege ’s-Hertogenbosch 8 januari 2025
De beklaagde chirurg in deze tuchtzaak voert bij de klager een besnijdenis uit om cosmetische redenen (fordyce spots = vergrote talgklieren van de huid van de geslachtsdelen). De klager krijgt voorafgaand aan de operatie een ‘Toestemmingsverklaring besnijdenis volwassen man’ en een link naar een PDF-bestand genaamd ‘Nazorg volwassenen’ toegestuurd. Op de dag van de operatie heeft de klager een kort gesprek met de chirurg waarbij hij enkele standaardvragen beantwoordt. De klager is niet tevreden over het resultaat van de behandeling en in het bijzonder over het lelijke litteken dat is ontstaan. Op een op initiatief van de chirurg gemaakte vervolgafspraak verschijnt de klager niet, maar laat hij zich elders opnieuw opereren.
Het RTG toetst of de chirurg heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend chirurg mag worden verwacht. De klacht het betrekking tot het informed consent is gegrond. Het RTG stelt vast dat de chirurg de klager nooit voorafgaand aan de operatie heeft gesproken en ook niet de indicatie tot besnijdenis heeft gesteld. Evenmin heeft de chirurg tijdig met de klager overlegd en hem niet uitgenodigd tot het stellen van vragen. Volgens het RTG kon niet worden volstaan met het toesturen van een zeer algemeen opgestelde, summiere toestemmingsverklaring en een link naar een PDF met informatie over de nazorg. Dat het hier gaat om een relatief eenvoudige operatie die poliklinisch kan worden uitgevoerd maakt dat niet anders. Vooral niet waar het – zoals hier – gaat om wensgeneeskunde (niet noodzakelijke ingrepen, zoals cosmetische ingrepen). Daarvoor geldt een verzwaarde informatieplicht. Van een patiënt die deze operatie ondergaat kan naar het oordeel van het RTG ook redelijkerwijs niet worden verwacht dat deze alles al over de behandeling weet. In de toestemmingsverklaring staat weliswaar dat de ondertekenaar verklaart ermee bekend te zijn dat er algemene risico’s zijn die bij elke chirurgische ingreep kunnen optreden, zoals een nabloeding, een verstoorde wondgenezing en/of een wondinfectie, maar voor een leek is daarmee niet zonder meer duidelijk wat dat concreet betekent. De mogelijke gevolgen van de ingreep zoals de duur van de pijnklachten en de duur van het littekengenezingsproces (langdurige zwelling) zijn niet besproken. Ook is niet gesproken over de mogelijkheid dat het resultaat cosmetisch kan tegenvallen, zoals in dit geval waar een verdikt litteken is ontstaan, ook al is dat resultaat mogelijk later nog te verbeteren.
De chirurg krijgt voor dit gegrond verklaarde klachtonderdeel de maatregel van waarschuwing opgelegd.
Uit deze uitspraak volgt, dat aan pre-operatieve voorlichting, zeker waar het gaat om wensgeneeskunde, hoge eisen worden gesteld. Het is om die reden dat het RTG in deze tuchtzaak nauw aansluiting zoekt bij de informatieplicht zoals die in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) is vastgelegd (art. 7:448 BW). Een zorgverlener moet, aldus het RTG, op toegankelijke wijze bespreken en uitleggen wat de aard en het doel is van de behandeling, wat de diagnose en prognose zijn voor de patiënt, welke risico’s aan behandeling verbonden zijn en welke alternatieven mogelijk zijn. De zorgverlener moet tijdig overleg voeren met de patiënt, waarbij de patiënt ook wordt uitgenodigd tot het stellen van vragen. Bij het uitvoeren van de informatieverplichting zal de hulpverlener zich moeten laten leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient te weten en de informatie afstemmen op zijn bevattingsvermogen. Goed informeren en goed documenteren is voor hulpverleners van belang, ook opdat zij zich achteraf in het geval van een onverhoopte complicatie, incident, fout, klacht of claim kunnen verantwoorden. Zorgen moet je doen, niet maken.