Home Is empathie tuchtrechtelijk toetsbaar?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Is empathie tuchtrechtelijk toetsbaar?

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 4 maart 2025

ECLI:NL:TGZRAMS:2025:45

De chirurg in deze tuchtzaak wordt door zijn patiënte een tweetal verwijten gemaakt: (1) bij een postoperatieve controle is ondanks advies van een collega-specialist geen CT thorax/abdomen gemaakt en (2) bij het slechtnieuwsgesprek dat vanwege de uitgezaaide borstkanker heeft plaatsgevonden was de bejegening niet empathisch.

De chirurg erkent bij het Regionaal Tuchtcollege (RTG) dat hij ten onrechte geen CT thorax/abdomen heeft gemaakt. Voor deze omissie en het niet empathisch overkomen tijdens het slechtnieuwsgesprek met de patiënte biedt hij zijn verontschuldigingen aan.

Het RTG beoordeelt – ongeacht de huidige situatie van de patiënte – of de chirurg de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden.

Het RTG stelt ten aanzien van het eerste klachtonderdeel vast dat de chirurg het advies om beeldvormend onderzoek te verrichten is vergeten en kwalificeert dat als onzorgvuldig, spijtig en dat dit anders had gekund en gemoeten. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel overweegt het RTG dat alle beroepsbeoefenaren, en dus ook chirurgen, hun patiënten met respect moeten bejegenen. Dit geldt des te meer in situaties waarin de patiënt slecht nieuws wordt gegeven. Vereist is dan ook steun aan de patiënte (en een partner) en empathie. Het RTG kan echter niet vaststellen dat de chirurg zich tijdens het slechtnieuwsgesprek niet empathisch heeft opgesteld. De lezingen van de chirurg en de patiënte lopen wat dit betreft uiteen en het RTG was bij het gesprek niet aanwezig. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Alhoewel één van de klachtonderdelen gegrond is, wordt de chirurg geen maatregel opgelegd. Een maatregel heeft volgens het RTG in dit geval geen meerwaarde als die wordt bezien vanuit het doel van het tuchtrecht – borging van de kwaliteit van de beroepsuitoefening – en als in aanmerking wordt genomen hoe de chirurg zich na het bemerken van zijn omissie heeft gedragen. De chirurg heeft spijt betuigd en nagedacht hoe hij de kwaliteit van zorg kan verbeteren. Verder heeft het RTG de indruk dat de chirurg lering heeft getrokken uit de gebeurtenis en zich open en toetsbaar heeft opgesteld.

De uitkomst van de procedure is dat het eerste klachtonderdeel wel en het tweede klachtonderdeel niet gegrond wordt verklaard en dat de chirurg geen maatregel wordt opgelegd.

Deze uitspraak illustreert dat zelfreflectie, het tonen van inzicht in het (eventueel) onjuiste handelen en het treffen van verbetermaatregelen door de tuchtrechter als verzachtende omstandigheden in aanmerking kunnen worden genomen. In art. 69 lid 4 Wet BIG is bepaald dat in geval van een gegronde klacht een maatregel niet wordt opgelegd indien dit raadzaam wordt geacht in verband met de geringe ernst van het handelen of nalaten, de omstandigheden waaronder het handelen of nalaten heeft plaatsgevonden, danwel omstandigheden die zich nadien hebben voorgedaan. In deze zaak heeft het RTG teruggegrepen op de laatste zinsnede. In de jurisprudentie van de tuchtrechter is een niet gering aantal uitspraken terug te vinden waarbij in het geval van een gegronde klacht de beklaagde (toch) geen maatregel wordt opgelegd. Het is dan ook voor zorgverleners die onverhoopt met een tuchtklacht te maken krijgen raadzaam om niet alleen verantwoording af te leggen over het gewraakte handelen of nalaten, maar ook inzicht te geven in wat er nadien is gedaan om de kwaliteit van zorg te borgen. Een empathische houding is dus wel degelijk een onderwerp dat bij een tuchtzaak aan de orde kan komen. Verstand kun je niet aanleren, goede manieren wel.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven