Home Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht januari 2023

Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht januari 2023

Zorgverzekeringswet

ECLI:NL:HR:2023:95
Verzekeringsrecht. Zorgverzekering. Art. 2.4 Besluit zorgverzekering. Zorgverzekeraars mochten vergoeding weigeren voor zorg die door inmiddels failliete zorginstelling was gedeclareerd als medisch-specialistische revalidatiezorg. Invulling criterium ‘plegen te bieden’.

ECLI:NL:RBNHO:2023:6
Executiegeschil over vergoeding van ADHD-medicijnen. Uitleg dictum van het arrest van het hof in eerder kort geding.

Zilveren Kruis moet declaraties uit het verleden aan haar verzekerden vergoeden, maar niet op straffe van verbeurte van een dwangsom aan de apotheek.

ECLI:NL:RBROT:2022:11732
Geschil tussen ziektekostenverzekeraars en zelfstandige kliniek over DBC-code bij een bepaalde behandeling.

De DBC-code die de kliniek hanteert betreft een klinische opname, terwijl daarvan in werkelijkheid geen sprake is. Op grond van onrechtmatige daad moet de kliniek de verzekeraars het verschil in uitbetaling tussen de juiste code (niet-klinisch, niet-topreferent) en de gehanteerde code als schade vergoeden. De vordering van de verzekeraars is niet verjaard, omdat het handelen van de kliniek een strafbaar feit oplevert dat nog niet verjaard was ten tijde van de stuiting (3:310/4 BW).

In reconventie heeft de kliniek niet voldoende gestelde dat sprake is van onrechtmatige uitlatingen van de verzekeraar. Verzekeraar handelt ook niet onrechtmatig door geen zorg in te kopen bij de kliniek.

Jeugdwet

ECLI:NL:RBOVE:2023:174
Bestuursrecht. College van B&W van Deventer, heeft op basis van de Regionale afspraak Omzetgarantie Jeugdhulp IJsselland aan een zorgaanbieder een omzetgarantie toegekend. De kern van de Regionale afspraak is dat financiering van de omzet wordt doorgezet op het niveau van voor de coronacrisis. De zorgaanbieder meent dat het omzetbedrag te laag is vastgesteld. Verweerder heeft uitgelegd hoe in lijn met de Regionale afspraak tot deze berekening is gekomen. Dat er ook andere berekeningen denkbaar waren geweest, zoals eiseres stelt, is juist, maar dit maakt de door verweerder gemaakte keuze niet onredelijk. Ook de beroepen van eiseres op het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het beginsel van fair-play slagen niet.

ECLI:NL:RBNNE:2023:20
Open house-procedure voor specialistische jeugdhulp. Schending van het transparantiebeginsel. De gemeente heeft in de inkoopdocumenten onvoldoende duidelijk gemaakt aan welke criterium (uit een richtlijn van het Nederlands Jeugdinstituut) de inschrijvingen voor Ondersteuningsprofiel D getoetst zouden worden. De inschrijving van eiseres is daarom ten onrechte op basis van dat criterium afgewezen. De gemeente mag de inkoopprocedure slechts voortzetten onder de door de voorzieningenrechter geformuleerde voorwaarden.

Wmo 2015

ECLI:NL:GHSHE:2023:5
Kort geding. Zorgaanbieder moet, gelet op aanwijzingen voor financiële ongerijmdheden, medewerking verlenen aan een in de overeenkomst met de gemeente genoemde controle op haar administratie. Er is geen sprake van een onaanvaardbare doorkruising van een bestuursrechtelijke rechtsgang.

ECLI:NL:RBDHA:2022:12952
Overheidsaansprakelijkheid. Vraag of Veilig Thuis aansprakelijk is voor een door haar gegeven advies en monitoring daarvan. Veilig Thuis heeft niet onrechtmatig en/of in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld. Afwijzing vorderingen.

Subsidie

ECLI:NL:RBAMS:2023:194
Subsidieregeling voor zorg op afstand. Digitaal rapporteren alleen is nog geen zorg op afstand. De minister van VWS mocht de aangevraagde subsidie vaststellen op 0 euro en de voorschotten van 50.000 euro terugvorderen.

ECLI:NL:RBDHA:2023:155
Eiser is medisch specialist en heeft gebruik gemaakt van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg. Hij diende daartoe zijn praktijk als vrij gevestigd medisch specialist te beëindigen en gedurende een periode van vier jaar in loondienst van een ziekenhuis te treden. Eiser heeft in de voornoemde periode van vier jaar, evenwel ook werkzaamheden verricht in loondienst bij een maatschap van specialisten binnen een ziekenhuis. Zo’n specialistenmaatschap is geen zorgaanbieder in de zin van de subsidieregeling. De minister van VWS heeft de verleende subsidie om die reden vastgesteld op nihil en heeft het betaalde voorschot van € 80.000,- teruggevorderd. De rechtbank verklaart het beroep van de specialist ongegrond. De rechtbank overweegt daarbij onder meer dat niet is onderbouwd dat eiser door de terugvordering onevenredig in zijn belangen wordt getroffen. Derhalve bestaat naar het oordeel van de rechtbank geen grond voor het oordeel dat verweerder (VWS) in dit geval aanleiding had moeten zien om van bepalingen van de subsidieregeling af te wijken.

ECLI:NL:RBROT:2023:172
Een (informele) vereniging die patiënten vertegenwoordigt die lijden aan myalgische encefalomyelitis (ME), heeft een instellingssubsidie voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties (pg-organisaties) voor het jaar 2022 aangevraagd. De minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft deze aanvraag afgewezen omdat 1) er al een andere organisatie is die een instellingssubsidie ontvangt en ook mensen met ME vertegenwoordigt en 2) eiseres niet voldoet aan de organisatiecriteria, omdat zij een vereniging is met beperkte rechtsbevoegdheid. De rechtbank verklaart het beroep van de vereniging ongegrond.

Privacy

ECLI:NL:GHAMS:2023:48
Vordering schadevergoeding wegens schending privacy door factoringmaatschappij. Geen schending AVG en geheimhoudingsplicht door bij de incassoprocedure gebruik te maken van een factuur met daarop een summiere specificatie van de verleende zorg. Dat geïntimeerde de vorderingen instelde uit hoofde van cessie doet er niet aan af dat zij op grond van artikel 1 lid 1 sub c onder 2 van Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) aan te merken is als zorgaanbieder.

ECLI:NL:RBDHA:2022:14569
AVG. Verzoeker, een kaakchirurg, verzoekt de rechtbank om Google te veroordelen om de link naar een negatieve recensie op Zorgkaart Nederland te verwijderen. Volgens de kaakchirurg zou het gaan om een neprecensie aangezien hij de inzender van de recensie nooit als patiënt zou hebben behandeld. De rechtbank oordeelt dat het aan verzoeker is om aan te tonen dat de inhoud van de bronpagina onjuist (een ‘neprecensie’) is. De rechtbank wijst de verzoeken af.

Samenwerking

ECLI:NL:GHARL:2022:9296
Vordering tot vernietiging arbitraal vonnis. In een geschil tussen een internist-oncoloog en het ziekenhuis (MSB Amphia) heeft het Scheidsgerecht Gezondheidszorg geoordeeld dat de opzegging van de (leden)overeenkomst door het ziekenhuis wegens medisch disfunctioneren niet onrechtmatig is geweest. Het hof laat die uitspraak in stand.

ECLI:NL:RBOVE:2022:4022
Coöperatie van medisch specialisten weigert desgevraagd een binnen de organisatie onderscheiden vakgroep (‘Medische Beeldvorming’) te splitsen en stelt voor de vakgroep een vakgroepreglement vast. De rechtsbank oordeelt dat deze beide besluiten niet onrechtmatig zijn en/of in strijd met redelijkheid en billijkheid.

ECLI:NL:RBROT:2023:22
Geschil over hoogte vastgestelde goodwillvergoeding voor een uittredend chirurg. Vordering tot het aanvragen van een bindend advies bij de FMS toegewezen.

ECLI:NL:RBNNE:2023:93
Het is niet aannemelijk geworden dat het onderzoek naar het disfunctioneren van een medisch specialist op onrechtmatige wijze is uitgevoerd. Vordering tot intrekking onderzoeksrapport afgewezen.

Erkenning- en registratie

ECLI:NL:RBNNE:2023:279
Intrekking erkenning praktijkopleidingsinstelling door Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten. Geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 van de Awb. Geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Bestuursrechter is onbevoegd. I.c. kan uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter worden ingesteld (artikel 8:71 van de Awb).

ECLI:NL:RVS:2023:202
De minister voor Medische Zorg heeft de aanvraag van Silver tot aanwijzing als opleidingsinstelling voor het verzorgen van de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog afgewezen omdat hij zonder advies van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten niet tot aanwijzing kan overgaan. Op voorhand is  niet aannemelijk dat het door de minister aan de FGzPt gevraagde advies met de vereiste zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 3:2 van de Awb tot stand zal komen. De minister moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van door de Afdeling geformuleerde uitgangspunten.

Woon-/zorgovereenkomsten

ECLI:NL:RBZWB:2023:123
Kort geding. Vordering tot toelating woning met zorg. Zorgovereenkomst niet onrechtmatig opgezegd door zorgverlener.

ECLI:NL:GHARL:2023:492
Opzegging zorgovereenkomst. Cliënt verblijft in zorginstelling op basis van een dienstverleningsovereenkomst (a) en een huurovereenkomst (b). De instelling zegt a op. Die opzegging is, in de omstandigheden van het geval, terecht omdat het noodzakelijke vertrouwen geheel is komen te ontbreken. Het zorgelement overheerst in de combinatie van a en b. Met het einde van a is daarom ook b geëindigd.

Overig

ECLI:NL:RBROT:2022:11481
Geschil naar aanleiding van cosmetische behandeling. Vordering tot vernietiging bindend advies. Gebondenheid eiseres aan bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.

ECLI:NL:RBAMS:2022:7569
Werkgeversaansprakelijkheid in verband met Covid-19 besmetting. Werkgeefster is een zorginstelling met verschillende woonzorglocaties. Het gaat in deze procedure om de vraag of werkgeefster op grond van artikel 7:658 BW en Amlin (aansprakelijkheidsverzekeraar werkgeefster) op grond van artikel 7:954 BW aansprakelijk zijn voor de schade die werkneemster stelt als gevolg van haar Covid-19 besmetting te hebben geleden. Daartoe moet beoordeeld worden of kan worden vastgesteld dat werkneemster haar Covid-19 besmetting heeft opgelopen op de werkvloer en zo ja, of werkgeefster haar zorgplicht heeft geschonden. De kantonrechter oordeelt dat beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord.

Zie ook de blog van Debby Kolk over deze uitspraak.

ECLI:NL:RBNHO:2022:11983
Recht om te weten van wie men afstamt (artikel 8 EVRM). Vordering tot afgifte DNA-materiaal ziekenhuis. Tussenkomst door zoon van mogelijke biologische vader. Belangenafweging met het recht op bescherming van privéleven. Mogelijke aanspraak op nalatenschap is onvoldoende rechtvaardiging m.b.t. persoonlijke identiteit en ontwikkeling. Vordering afgewezen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven