Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht juli 2023
Zorgverzekeringswet
ECLI:NL:RBROT:2023:5887
Zorgaanbieder vordert van zorgverzekeraar betaling van gedeclareerde zorgkosten. Geschil over de vraag of verleende zorg voldoet aan polisvoorwaarden. Deskundigenbericht gelast met betrekking tot stand van wetenschap en praktijk en doelmatigheid verleende zorg. De rechtbank oordeelt daarnaast dat zorgverzekeraar zich niet aan regels voor uitvoeren van materiële controle (algemene en specifieke risicoanalyse) heeft gehouden. De controlebevindingen kunnen niettemin bij de bewijslevering worden betrokken. Vordering tot terugbetaling van reeds uitgekeerde declaraties afgewezen wegens strijd met redelijkheid en billijkheid.
ECLI:NL:CBB:2023:349
Beroep van Admiraal De Ruyter Ziekenhuis tegen tariefbeschikking van de NZa. Moet het niet-spoedeisende (planbare) ambulancevervoer tussen het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis en het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam door het ziekenhuis zelf moet worden betaald of moet het vergoed worden door de ziektekostenverzekeraars? Onderscheid tussen inter- en intraklinisch ziekenvervoer in beleidsregel is onvoldoende duidelijk. Strijd met rechtzekerheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel.
ECLI:NL:RBMNE:2023:1824
Current Care heeft onrechtmatig gehandeld tegenover Zilveren Kruis door declaraties in te dienen, terwijl zij wist dat er geen recht op vergoeding bestond. Indicaties wijkverpleging waren niet gesteld door verpleegkundige niveau 5 terwijl dat wel op de indicaties was vermeld. Turboliquidatie door bestuurders. De rechtbank oordeelt dat de bestuurders van Current Care ernstig verwijtbaar hebben gehandeld tegenover Zilveren Kruis en daarom ook zelf hoofdelijk aansprakelijk zijn. Ook de verpleegkundige (niveau 4) die de indicaties heeft ondertekend, is hoofdelijk aansprakelijk.
ECLI:NL:RBAMS:2023:4026
Een besluit tot wijziging van de Regeling zorgverzekering (opnemen geneesmiddel in bijlage 1A) is geen algemeen verbindend voorschrift, maar een concretiserend besluit van algemene strekking en daarom staat er wel bezwaar en beroep tegen open. De bekendmaking in de Staatscourant bevat immers geen zelfstandige normstelling, maar concretiseert de toepasselijkheid van de norm van artikel 2.8, eerste lid, onder a, van het Besluit zorgverzekering.
ECLI:NL:RBGEL:2023:3490
VGZ heeft voor een uitgevoerde neurochirurgische operatie in het buitenland (Cyprus) slechts € 6.611,87 vergoed terwijl de totale kosten € 55.900 bedragen. Wat is het in Nederland geldende marktconforme tarief? In kort geding is niet vast te stellen of de behandeling kan worden geschaard onder een bestaande DBC en of Nederlands marktconform tarief van toepassing is. Bovendien geen spoedeisend belang. Vordering tot volledige vergoeding door verzekeraar
Jeugdwet
ECLI:NL:RBLIM:2023:4190
Niet-ontvankelijkheidsverklaring van een ‘gemeenschappelijke regeling’ (een samenwerkingsverband van gemeenten) in vordering tot medewerking door zorgaanbieder aan detailcontrole in kader van de Jeugdwet. Complicaties aan zijde eisende partij met betrekking tot mandaatconstructie en vertegenwoordiging in rechte.
ECLI:NL:RBLIM:2023:4475
Kort geding, kennelijk in vervolg op ECLI:NL:RBLIM:2023:4190. Inzage in dossiers door gemeenschappelijke regeling voor verleende jeugdhulp. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeenschappelijke regeling niet de juiste, getrapte controle heeft uitgevoerd zoals is voorgeschreven in de Regeling Jeugdwet voor de verwerking van persoonsgegevens. De voorzieningenrechter overweegt dat met de beschrijving in het algemene controleplan bij lange na niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor een materiële controle en dat gelet op de ‘trechtersystematiek’ van de Regeling Jeugdwet, er geen sprake kan zijn van een detailcontrole waaraan de zorgaanbieder verplicht is aan mee te werken. De vorderingen worden afgewezen.
Geneesmiddelenwet
ECLI:NL:RBLIM:2023:3995
Eiser is werkzaam als huisarts en heeft gedurende de coronapandemie aan verschillende patiënten, met Covid-19 klachten, Hydroxychloroquine en Ivermectine voorgeschreven. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor eisers goede intenties en voor de positie waarin hij zich destijds bevond, is zij van oordeel dat de minister bevoegd was hem een boete op te leggen van € 3.000 voor een tweetal overtredingen van artikel 68 lid 1 Geneesmiddelenwet (off-label voorschrijven van geneesmiddelen). Anders dan eiser stelt, ziet zij geen ruimte voor een toetsing van artikel 68 van de Gnw aan het evenredigheidsbeginsel. Evenmin ziet zij aanleiding voor het oordeel dat de hoogte van de boete niet evenredig is, nu eiser door de minister meermaals is gewezen op het feit dat het verboden is de desbetreffende geneesmiddelen voor te schrijven en de minister zelf al tot matiging van de hoogte van de boete is overgegaan. Het beroep is daarom ongegrond.
Subsidie
ECLI:NL:RBOBR:2023:3117
Medisch specialist was als vrijgevestigde werkzaam en is per 2015 in loondienst getreden van een ziekenhuis. De specialist heeft daarvoor subsidie ontvangen op basis van de subsidieregeling SOIT. Het beroep ziet op het besluit van de minister van VWS tot intrekken toegekende subsidie, op nihil stellen van het subsidiebedrag en het terugvorderen van het reeds uitgekeerde subsidiebedrag. De specialist stelt dat onvoldoende duidelijk was dat een coöperatie (van medisch specialisten) niet gold als instelling in de zin van de SOIT. Volgens de rechtbank lag het op de weg van de specialist om bij de minister te informeren of het aangaan van een arbeidsovereenkomst met een andere entiteit dan een ziekenhuis gevolgen zou hebben voor de verleende subsidie. Geen reden om de SOIT (deels) onverbindend te verklaren. Dat volledige intrekking en terugvordering onevenredig nadelige gevolgen heeft is niet door de specialist gesteld of aannemelijk gemaakt.
Toezicht
ECLI:NL:RBROT:2023:5912
De NZa heeft een bestuurlijke boete opgelegd aan een aanbieder van wijkverpleging van € 81.000 en aan de bestuurder van € 24.300 wegens overtreding van de administratievoorschriften van artikel 36 Wmg. Beiden hebben beroep ingesteld tegen het boetebesluit. De bestuurder is de enige eigenaar van de onderneming. De rechtbank overweegt dat dit betekent dat de bestuurder niet alleen opdraait voor de aan haarzelf opgelegde boete als feitelijk leidinggever, maar ook voor de aan de onderneming opgelegde boete. De rechtbank is van oordeel dat het aan de onderneming opgelegde boetebedrag in beginsel evenredig is. De rechtbank vindt het echter niet evenredig dat de bestuurder tweemaal in haar vermogen wordt geraakt omdat zij uiteindelijk 130% van de aan de onderneming opgelegde boete zal moeten voldoen. De rechtbank acht een bestuurlijke boete of een totaal aan bestuurlijke boetes ter hoogte van 100% van de boete die aan de onderneming is opgelegd wel evenredig. Daarbij betrekt zij dat het verwijt dat aan de bestuurder valt te maken al een rol heeft gespeeld bij de vaststelling van de boetehoogte voor de onderneming. De rechtbank handhaaft de aan de bestuurder opgelegde boete , maar verlaagt de aan de onderneming opgelegde boete met 30%.
Samenwerking
ECLI:NL:RBGEL:2023:4053
Kan de medisch specialist nog aanspraak maken op een deel van de nabetaling van het ziekenhuis aan de coöperatie van medisch specialisten? Het beroep op verjaring slaagt. De vordering wordt afgewezen.
Zorg- en huurovereenkomst
ECLI:NL:RBMNE:2023:3061
Kort geding. Huurovereenkomst in combinatie met professionele hulpverlening begeleid wonen (gemengde overeenkomst). Overlastgevend gedrag is een gewichtige reden tot beëindiging van de huurovereenkomst. Met oog op diverse omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat de belangen van de bewoner, en haar minderjarige zoon, in dit geval zwaarder wegen dan die van verhuurder. Vordering tot ontruiming wordt daarom afgewezen.
ECLI:NL:RBMNE:2023:3515
Kort geding: begeleidingsovereenkomst had in redelijkheid niet eenzijdig mogen worden beëindigd zodat daar nog uitvoering aan moet worden gegeven. Hetzelfde geldt voor het daarvan afhankelijke recht voor gebruik van de woning.
Privacy
ECLI:NL:RBMNE:2023:3296
Eiseres heeft het ministerie van VWS verzocht om inzage in haar persoonsgegevens die het CIBG in het kader van het BIG-register verwerkt. VWS heeft een overzicht verstrekt van alle persoonsgegevens die het CIBG van haar verwerkt heeft. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af. VWS was niet gehouden de onderliggende (niet verstrekte) documenten aan eisers te verstrekken. Niet gebleken is dat sprake is van doelbewust tegenwerken van eiseres. Daarnaast heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat het CIBG beschikt over meer persoonsgegevens dan is aangegeven in het verstrekte overzicht. De uitleg van VWS over de gehanteerde zoekmethode is naar het oordeel van de rechtbank niet ongeloofwaardig.
Overig
ECLI:NL:RBMNE:2023:3724
Voorlopige voorziening bestuursrechter. Wet op bijzondere medische verrichtingen, besluitvorming concentratie kinderhartchirurgie, voorlopige voorziening. Het besluit van de minister van VWS is niet evident onrechtmatig en een verdere beoordeling van de rechtmatigheid moet in de bodemprocedure plaatsvinden. De door de umc’s van Utrecht, Amsterdam en Leiden nu gewenste pauzeknop is niet in het belang van patiënten en de volksgezondheid, terwijl de onzekerheid over de toekomst daarmee niet zou worden weggenomen. Het urgente belang dat de minister heeft bij de concrete stappen naar concentratie van (hoog)complexe interventies aan het hart weegt zwaarder.
ECLI:NL:RBOBR:2023:3203
Kort geding; is de weigering van de zorginstelling om eiser toe te staan zijn partner te bezoeken, onrechtmatig jegens hem (onder andere) doordat zij daarmee handelt in strijd met zijn recht op ‘family life’? Nee, het belang van de cliënte bij de getroffen maatregel weegt zwaarder.
ECLI:NL:RBDHA:2023:8753
Geschil tussen Groene Hart Ziekenhuis en softwareleverancier (Medned Information Consultancy, MIC) over in rekening te brengen kosten. Het Groene Hart Ziekenhuis (GHZ)is overgestapt naar een zorginformatiesysteem van een andere aanbieder. Om toegang te behouden tot historische patiëntgegevens wil zij nog wel een zogenoemd raadpleegpakket bij MIC afnemen. GHZ meent dat MIC misbruik maakt van haar positie en met de gestuurde facturen teveel in rekening brengt. De rechtbank wijst de vorderingen van MIC toe en wijst de vorderingen van GHZ af.
ECLI:NL:RBMNE:2023:1301
Kort geding. Geschil naar aanleiding van overname van een zorgaanbieder voor wijkverpleging (ContactZorg) door Royal Care. ContactZorg stelt dat Royal Care een vergoeding van € 10 per uur zou betalen voor door Royal Care gedeclareerde uren Zvw- en Wlz-zorg voor de periode juli tot en met december 2021. Royal Care stelt dat partijen zijn overeengekomen dat in geval van aanvullende kosten voor Royal Care deze vergoeding zou komen te vallen. ContactZorg betwist het bestaan van deze afspraak.