Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid augustus 2022
Samengesteld aan de hand van https://uitspraken.rechtspraak.nl:
Medische aansprakelijkheid
ECLI:NL:RBNNE:2022:3199
Letselschade. Ziekenhuis niet tekortgeschoten in de behandeling van schouderklachten van benadeelde. Deskundigenrapport gevolgd.
ECLI:NL:RBROT:2022:7241
Mondelinge uitspraak ex art. 30p Rv. Schadevergoedingsvordering uit geneeskundige behandelingsovereenkomst. Na borstvergroting ontstaan hypertrofische littekens. Geen tekortkoming.
Patiënte is voorafgaand aan borstvergroting voldoende schriftelijk geïnformeerd en haar keuze zou niet anders zijn geweest bij het wijzen op deze mogelijke complicatie.
Juiste nazorg mede gezien medisch afwachtend beleid bij littekens.
ECLI:NL:RBAMS:2022:4909
Medische aansprakelijkheidszaak tandartsen, behandeling diepe beet, rapport deskundige niet bruikbaar, inschakeling nieuwe deskundige noodzakelijk, vraagstelling.
Geen inzagerecht patiënt in advies medisch adviseur van ziekenhuis waarin handelen van arts werd beoordeeld: cassatie in belang der wet tegen beslissing Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
ECLI:NL:PHR:2022:762
Cassatie in het belang der wet tegen een beslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg op grond van art. 75 Wet BIG. Heeft een patiënt recht op inzage in de bevindingen van een arts die in opdracht van (de aansprakelijkheidsverzekeraar van) het ziekenhuis – op basis van het medisch dossier maar zonder de patiënt in kwestie te zien – heeft beoordeeld of de behandeling van de desbetreffende patiënt volgens de regelen der kunst heeft plaatsgevonden? Art. 7:464 lid 1 en 2 en art. 7:456 BW, art. 6 en 8 EVRM en art. 15 en 23 AVG.
Geen aansprakelijkheid producent, importeur, arts en ziekenhuis met betrekking tot plaatsen MoM heupprothese
ECLI:NL:RBOBR:2022:3395
Handelszaak over een metaal-op-metaal (MoM) heupprothese. In deze zaak wordt de claim van de patiënt zowel tegen de producent en de importeur, als tegen de arts en het ziekenhuis, afgewezen. Op basis van de algemene en gebrekkig onderbouwde stellingen van eiseres in haar dagvaarding (uit 2014!), waartegen door gedaagden verweer is gevoerd waarop eiseres inhoudelijk slechts zeer ten dele heeft gereageerd, kan niet worden geconcludeerd tot aansprakelijkheid van een of meer van gedaagden. Gelet op de wijze waarop door eiseres is geprocedeerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om repliek en dupliek toe te staan.
Inzagerecht nabestaanden in medisch dossier dochter na suïcide
ECLI:NL:GHSHE:2022:2693
Gezondheidsrecht. Suïcide. Incidentele vordering tot inzage in medisch dossier dochter. Inzagerecht nabestaanden volgens art. 7:458a, onder b en c, BW. Geen melding van incident op grond van Wkkgz. Vermoeden van medische fout. Onwil bij dochter om moeder informatie over actuele situatie te verstrekken, maar geen vastgelegde wil van dochter om inzage te allen tijde te ontzeggen. Ambtshalve beperking van inzage tot gegevens die verband houden met de zelfdoding.
Hoger beroep tegen toewijzing voorlopig deskundigenbericht ontvankelijk, hof benoemt ander medisch specialisme
ECLI:NL:GHARL:2022:7468
Voorlopig deskundigenbericht. Hoger beroep tegen toewijzing voorlopig deskundigenbericht ontvankelijk nu rechtbank een deskundige heeft benoemd met ander medisch specialisme (traumachirurg ipv orthopedisch chirurg) dan verzocht; in zoverre is het verzoek afgewezen. Hof benoemt de gewenste medisch specialist (orthopeed) nu het verzoek dient om te onderzoeken of het letsel is veroorzaakt door delay in diagnosestelling en behandeling.
Geen selectie van medisch dossier dat aan deskundige wordt toegestuurd
ECLI:NL:RBAMS:2022:4063
Voorlopig deskundigenbericht. Geen selectie van medisch dossier ter voorkoming van hindsight of outcome bias van deskundige.
Verzoek tot benoeming van deskundige hangende appelzaak afgewezen wegens strijd met goede procesorde en gebrek aan belang
ECLI:NL:GHAMS:2022:1876
Verzoek tijdens lopende appelzaak tot voorlopig deskundigenbericht (onderzoek of bij NN tegen arbeidsongeschiktheid verzekerde fysiotherapeut lijdt aan metabole myopathie) afgewezen. NN heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat het door haar verzochte deskundigenbericht zal leiden tot meer zekerheid over de relevante feiten en omstandigheden. Verzoek tevens in strijd met goede procesorde omdat NN onvoldoende duidelijk gemaakt wat in dit stadium, gelet op de omstandigheid dat zij een eerder in haar opdracht uitgebracht deskundigenrapport juist acht, haar belang is bij het verzoek.
Kosten deskundigenonderzoek komen voor rekening van verzoekster (die procedeert op basis van toevoeging)
ECLI:NL:RBAMS:2022:4200
Betaling deskundigenkosten. Omdat verzoekster procedeert op basis van een toevoeging, heeft de rechtbank bepaald dat het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek ten laste van ‘s Rijks kas worden gelegd. Nadat het definitieve rapport van de deskundige is gedeponeerd bij de rechtbank, dient de rechtbank op grond van artikel 205 lid 2 Rv vast te stellen welk deel van het loon van de deskundige door elk van de partijen dient te worden gedragen. Er is (nog) geen bodemprocedure aanhangig gemaakt. De rechtbank overweegt dat artikel 205 lid 2 Rv niet de vraag beantwoordt wie de meest gerede partij is om in de kosten van een deskundigenbericht te worden veroordeeld en dat ook de parlementaire geschiedenis hierover geen duidelijkheid biedt. Tijdens de parlementaire behandeling heeft de minister wel aangegeven geen inbreuk te willen plegen op het beginsel dat de verliezende partij de kosten draagt. Maar als geen bodemprocedure volgt of geen aansprakelijkheid buiten rechte wordt erkend, dan blijft het onduidelijk wie de “verliezende partij” is, aldus de rechtbank. Het past de rechtbank ook niet om, in het kader van de beslissing die op grond van artikel 205 lid 2 Rv over de kosten moet worden genomen, zich uit te laten over de mogelijke aansprakelijkheid, nu het debat daarover nog niet helemaal is gevoerd en partijen dat – kennelijk – ook (nog) niet ten overstaan van rechter wensen te voeren. Over de (mogelijke) aansprakelijkheid zal de rechtbank dan ook geen uitspraak doen. Gelet op de conclusies van de deskundige ziet de rechtbank geen aanknopingspunten om af te wijken van het uitgangspunt dat de kosten van het deskundigenbericht voor rekening van de verzoekende partij dienen te komen. Kosten komen in dit geval voor rekening van verzoekster.
Geen vergoeding affectieschade vanwege ontbreken nauwe, persoonlijke relatie
ECLI:NL:RBNNE:2022:2780
Affectieschade. In 2020 is bij een eenzijdig verkeersongeval een vrouw om het leven gekomen. De SVI-verzekeraar heeft affectieschade uitgekeerd aan de vader, maar de claim van de broers en zussen afgewezen. In deze procedure vorderen de broers en zussen te verklaren voor recht dat zij aanspraak kunnen maken op vergoeding van affectieschade. De rechtbank overwoog dat de broers en zussen in beginsel geen aanspraak kunnen maken op vergoeding van affectieschade. Voor een beroep op de hardheidsclausule art. 6.108 lid 4 sub g BW is een nauwe, persoonlijke relatie vereist, die een normale familieverhouding overstijgt. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak geen sprake. Vordering broer en zus afgewezen.
Geen schending informed consent
ECLI:NL:RBROT:2022:7241
Mondelinge uitspraak ex art. 30p Rv. Schadevergoedingsvordering uit geneeskundige behandelingsovereenkomst. Na borstvergroting ontstaan hypertrofische littekens. Geen tekortkoming.
Patiënte is voorafgaand aan borstvergroting voldoende schriftelijk geïnformeerd en haar keuze zou niet anders zijn geweest bij het wijzen op deze mogelijke complicatie.
Juiste nazorg mede gezien medisch afwachtend beleid bij littekens.
Deelgeschilprocedure/verlof instellen tussentijds hoger beroep
ECLI:NL:RBNHO:2022:5952
Deelgeschil. Verzoekster had met verweerster mondeling afgesproken dat zij mocht rijden op het paard van verweerster en dat eventueel letsel voor haar eigen risico zou zijn. Vervolgens vindt een ongeluk plaats, waarbij verzoekster letsel oploopt door eigen energie van het paard. In deze procedure verzoekt verzoekster (niettemin) te verklaren voor recht dat verweerster op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Naar het oordeel van de rechtbank is mede op basis van getuigenverklaringen het bewijs geleverd m.b.t. de afspraak dat verzoekster het paard op eigen risico bereed, ook als zij ernstig letsel zou oplopen. Aansprakelijkheid uitgesloten.
ECLI:NL:RBOBR:2022:3423
Verzoek om verlof tussentijds hoger beroep tegen deelgeschilbeschikking. De bodemrechter is niet gebonden aan ‘procedurele’ beslissingen die in deelgeschil zijn gegeven, maar alleen aan uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven beslissingen inzake de materiële rechtsverhouding tussen partijen. Alleen tegen laatstbedoelde beslissingen kan met verlof tussentijds hoger beroep worden ingesteld. In dit geval is in deelgeschil een beslissing gegeven over de bruikbaarheid van een psychiatrisch rapport bij de afwikkeling van een letselschade. Omdat ook de inmiddels aanhangig gemaakte bodemzaak uitsluitend over deze zelfde ‘procedurele’ vraag gaat, geeft de rechtbank wel verlof voor tussentijds hoger beroep.
ECLI:NL:RBAMS:2022:4043
Verlof hoger beroep tegen beschikking deelgeschil.
Persoonlijk onderzoek naar betrokkene voldoet aan daaraan te stellen eisen
ECLI:NL:GHDHA:2022:1732
Verkeersongeval. Automobilist wordt van achteren aangereden. Heeft betrokkene klachten en beperkingen die zijn veroorzaakt door dit ongeval? Onware en/of misleidende mededelingen betrokkene. Toelaatbaarheid persoonlijk onderzoek naar betrokkene.
Werknemer niet aan stelplicht voldaan, werkgever aan zorgplicht voldaan
ECLI:NL:GHAMS:2022:1952
Arbeidsrecht. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW. Werknemer heeft zijn stelling dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden achterover uit een patchkast is gevallen en in een gat van 1 meter diep terecht is gekomen, onvoldoende onderbouwd. Werknemer heeft ook niet aan zijn stelplicht voldaan ten aanzien van het door hem gestelde oorzakelijk verband tussen de gestelde val en zijn rugklachten. Werkgever heeft aan zijn zorgplicht voldaan.