Home Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid januari 2023

Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid januari 2023

Samengesteld aan de hand van https://uitspraken.rechtspraak.nl:

Verzoek vernietiging bindend advies van Geschillencommissie afgewezen

ECLI:NL:RBROT:2022:11481
Geschil naar aanleiding van cosmetische behandeling. Vordering tot vernietiging bindend advies tijdig ingesteld. Gebondenheid eiseres aan bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.

Vordering tegen ziekenhuis tot afgifte DNA-materiaal voor verwantschapstest afgewezen

ECLI:NL:RBNHO:2022:11983
Recht om te weten van wie men afstamt (artikel 8 EVRM). Afgifte DNA-materiaal ziekenhuis. Belangenafweging met het recht op bescherming van privéleven. Onvoldoende rechtvaardiging m.b.t. persoonlijke identiteit en ontwikkeling. Vordering afgewezen.

Partij niet gebonden aan deskundigenrapport, indien dat is gebaseerd op wezenlijke feiten waarover partijen van mening verschillen

ECLI:NL:RBLIM:2021:10178
Deelgeschil. Rapport arbeidsdeskundige gebaseerd op veronderstelling dat betrokkene ten tijde van ongeval fulltime werkte, hetgeen door verzekeraar wordt betwist. Extra eis aan gebondenheid van partijen aan inhoud van deskundigenbericht. Rechtbank oordeelt dat een partij ook niet is gebonden aan de inhoud van een deskundigenbericht, indien dat is gebaseerd op wezenlijke feitelijke veronderstellingen waarover partijen twisten. Verzekeraar wel gebonden aan het rapport van de arbeidsdeskundige voor zover dat de behoefte aan huishoudelijke hulp betreft. Voor het overige wordt het verzoek te verklaren voor recht dat partijen zijn gebonden aan het rapport van de arbeidsdeskundige afgewezen.

Verzoek tot intrekking onderzoeksrapport naar disfunctioneren van medisch specialist afgewezen: onrechtmatigheid rapport niet aannemelijk

ECLI:NL:RBNNE:2023:93
Kort geding. Het is niet aannemelijk geworden dat het onderzoek naar het disfunctioneren van een medisch specialist op onrechtmatige wijze is uitgevoerd. Vordering tot intrekking onderzoeksrapport afgewezen.

Aanreiken lachgas aan bestuurder leidt tot 50 % eigen schuld. Kosten gematigd vanwege weergave gevoerde correspondentie en citaten

ECLI:NL:RBNHO:2023:392
Deelgeschil. Verwerpen van in pari delicto verweer. Aansprakelijkheid en eigen schuld van passagier bij verkeersongeval met gebruik van lachgas. Eigen schuld van 50 % vanwege aanreiken van lachgas aan bestuurder. Kostenbegroting deelgeschil gematigd vanwege omvang weergave gewisselde correspondentie en hoeveelheid citaten uit getuigenverhoor en jurisprudentie.

Aansprakelijkheid gemeente voor schade als gevolg van (gestelde) gladheid afgewezen. Toedracht ongeval niet komen vast te staan

ECLI:NL:RBNHO:2023:193
Deelgeschil. Aansprakelijkheid gemeente voor schade als gevolg van gladheid afgewezen. Toedracht ongeval staat niet vast. Geen sprake van schending van de zorgplicht.

Bouwbedrijf niet aansprakelijk voor letsel door val op geplaatste kabelbrug. Kelderluikcriteria

ECLI:NL:RBNNE:2023:183
Deelgeschil. Fietser komt ten val bij het passeren van een door een bouwbedrijf op het wegdek geplaatste kabelbrug. De vraag of bouwbedrijf aansprakelijk is moet worden beantwoord aan de hand van de criteria in het Kelderluikarrest. Geen gevaarzetting. Geen onrechtmatige daad. Afwijzing verzoek.

Verzoek te verklaren voor rechter dat verzoeker bestuurder was afgewezen vanwege tegenstrijdige verklaringen

ECLI:NL:RBDHA:2022:14319
Deelgeschil. Verzoek verklaring voor recht dat verzoeker tijdens aanrijding in de auto zat afgewezen. Begroting kosten, geen veroordeling. Buitengerechtelijke kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat aansprakelijkheid voor letsel niet vast staat.

Tussentijds hoger beroep over de vraag of gestelde inkomsten uit zwart werk dienen te worden betrokken bij het begroten van schade wegens verlies aan verdienvermogen

ECLI:NL:GHDHA:2022:2673
Deelgeschil; tussentijds hoger beroep. Letselschade; verlies van verdienvermogen. Vraag of/in hoeverre gederfde inkomsten uit ‘zwart’ werk als schade voor vergoeding in aanmerking komen. Reikwijdte HR 24-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8453; omvang bewijslast. Vorderingen verzekeraar afgewezen.

Hof bekrachtigt beschikking deelgeschil waarin juridische causaal verband was aangenomen

ECLI:NL:GHDHA:2020:2936
Tussentijds hoger beroep van deelgeschil beschikking. Verkeersongeval waarbij de personenauto waarvan betrokkene inzittende was, van achteren werd aangereden. Arbeidsongeschiktheid. Rechtbank oordeelde in deelgeschilprocedure dat sprake was van (juridisch) causaal verband. Verzekeraar stelt tussentijds hoger beroep in. Hof oordeelt dat sprake is van consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten, geen zwaarwegende bezwaren tegen rapporten neuroloog en neuropsycholoog. Bestaan van pre-existente klachten en/of alternatieve oorzaken onvoldoende onderbouwd. Hof bekrachtigt beschikking van deelgeschilrechter.

Veilig Thuis niet aansprakelijk voor door haar gegeven advies en monitoring daarvan

ECLI:NL:RBDHA:2022:12952
Overheidsaansprakelijkheid. Vraag of Veilig Thuis aansprakelijk is voor een door haar gegeven advies en monitoring daarvan. Veilig Thuis heeft niet onrechtmatig en/of in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld. Monitoren valt binnen reikwijdte van bevoegdheden van Veilig Thuis op grond van artikel 4.4.1 lid 2 onder d Wmo. Geen schending artikel 8 EVRM, geen onrechtmatige inmenging in medische behandelingsovereenkomst. Afwijzing vorderingen.

Tekortkoming in nakoming overeenkomst door stalhouder: niet voldaan aan verzwaarde motiveringsplicht (geen medische tandartsgegevens van paard beschikbaar).

ECLI:NL:GHSHE:2023:147
Tekortkoming in nakoming overeenkomst door stalhouder. Halfjaarlijkse tandartscontroles niet uitgevoerd, althans daarvan geen verslag gelegd terwijl daartoe wel aanleiding bestond. Stalhouder had (medische) tandartsgegevens moeten hebben maar heeft die niet. Verzwaarde motiveringsplicht. Daarmee onvoldoende betwist dat het letsel in de mond van het paard is ontstaan in de periode van stalling en dat dit letsel vanaf een bepaald moment dermate was dat het paard er last van had bij het rijden van wedstrijden en de stalhouder dit had moeten constateren en melden. Overeenkomst vanaf dat moment terecht ontbonden. Prestaties stalhouder kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Vergoeding toegekend vanwege de verminderde waarde die de prestaties van de stalhouder hadden voor eigenaar van het paard.

Hof gelast deskundigenbericht naar vraag of bekkenbodemmatjes gebrekkig zijn

ECLI:NL:GHARL:2022:8463
Productaansprakelijkheid bekkenbodemmatjes. In hoger beroep klagen 34 vrouwen de producent/importeur/leverancier behorende tot de Johnson & Johnson Groep aan wegens gebreken aan de bekkenbodemmatjes die bij hen zijn geïmplanteerd in de periode 2005-2014 en waarvan zij (ernstige) gezondheidsklachten ondervinden. De Inspectie Gezondheidszorg heeft op 2 juli 2013 hierover een onderzoeksrapport gepubliceerd. In de media is dit onderwerp (in de jaren 2012-2015) regelmatig aan de orde geweest. In hoger beroep draait het in de kern om de vraag of de bekkenbodemmatjes gebrekkig zijn (de kwesties verjaring en verval zijn ook beoordeeld). Om deze vraag te kunnen beantwoorden heeft het hof behoefte aan een deskundigenbericht. Omdat het lastig is (gebleken) om een deskundige te vinden die onafhankelijk staat ten opzichte van partijen én die ter zake deskundig is, heeft het hof partijen nu eerst de gelegenheid gegeven zich bij akte over de persoon van de deskundige uit te laten en over de te stellen vragen.

Restaurant niet aansprakelijk voor letsel als gevolg van val over voet van parasol

ECLI:NL:RBROT:2022:11129
Eiser liep onder een geopende parasol bij het terras bij het restaurant van gedaagde door en viel over de voet van de parasol. Eiser heeft letsel opgelopen. Vordering tot schadevergoeding afgewezen. Geen gebrekkig opstal ex artikel 6:174 BW, geen onrechtmatig handelen door gevaarzetting (op basis van Kelderluik-criteria) en parasolvoet kan niet worden aangemerkt als gebrekkige zaak als bedoeld in artikel 6:173 BW.

Hof bekrachtigt de verleende vervangende toestemming voor deelname minderjarige aan Rijksvaccinatieprogramma

ECLI:NL:GHDHA:2022:2693
Gezagsgeschil. Ouders zijn het oneens over deelname van hun kind aan het rijksvaccinatieprogramma. Hof is met de rechtbank van oordeel dat deelname aan het programma in het belang is van het kind. Ook de bijbels-holistische geloofsovertuiging en antroposofische levenswijze van een van de ouders maken dit oordeel niet anders.

Zorgovereenkomst niet onrechtmatig opgezegd door zorgverlener

ECLI:NL:RBZWB:2023:123
Kort geding. Vordering tot toelating woning met zorg. Zorgovereenkomst niet onrechtmatig opgezegd door zorgverlener. Sprake van gewichtige redenen (aanhoudende incidenten en weigeren van begeleiding) voor opzeggen zorgovereenkomst. Kort geding rechter oordeelt dat de zorgaanbieder bij het opzeggen van de overeenkomst heeft voldaan aan de in acht te nemen zorgvuldigheid.

Werkgeefster aansprakelijk voor de door (zorg)werkneemster geleden en nog te lijden schade als gevolg van COVID-19 besmetting

ECLI:NL:RBAMS:2022:7569
Covid-19 besmetting. Op basis van de omstandigheden van het geval oordeelt de rechtbank dat de werkneemster voldoende heeft aangetoond dat zij de covid-19 besmetting heeft opgelopen in de uitoefening van haar werkzaamheden. Door in deze omstandigheden niet eerder een breder gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen toe te staan, is het risico op blootstelling aan en besmetting met covid-19 voor de verpleegkundigen, waaronder werkneemster, tijdens deze uitbraak op de afdeling vergroot. Naar het oordeel van de kantonrechter is de werkgeefster tekortgeschoten in haar zorgplicht. De slotsom is dat werkgeefster op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk is voor de door werkneemster geleden en nog te lijden schade die voortvloeit uit haar covid-19 besmetting. De daartoe strekkende verklaringen voor recht worden toegewezen.

Werkgeversaansprakelijkheid overig

ECLI:NL:GHDHA:2022:2672
Hoger beroep. Arbeidsongeval. Uitzendkracht is op de werkvloer ten val gekomen. Hof acht het voldoende aannemelijk dat het letsel is ontstaan in de uitoefening van werkzaamheden. Ter beantwoording van de vraag op de werkgever in het kader van de op zorgplicht ex art. 7:658 BW voldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, acht het hof een deskundigenonderzoek gewenst.

ECLI:NL:RBNHO:2022:12159
Werknemer vordert van zijn (ex-)werkgever een aanvullend voorschot op schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten na een arbeidsongeval. Werknemer heeft de verzekeraar van de werkgever mede gedagvaard, voor het geval het eigen risico van de werkgever overschreden wordt. Werknemer heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en aanspraak kan maken op een hogere schadevergoeding dan al is betaald. Het in opdracht van de werkgever opgestelde onderzoeksrapport wordt gelet op het belang van waarheidsvinding bij de beoordeling van het geschil betrokken. De tegenvordering van werkgever tot veroordeling in haar kosten wordt afgewezen omdat geen sprake is van misbruik van procesrecht c.q. een onrechtmatige daad door werknemer.

ECLI:NL:GHARL:2023:593
Hoger beroep. Aansprakelijkheid werkgever voor bedrijfsongeval, bestaande uit een val van een trap. Anders dan de kantonrechter oordeelt het hof dat de werkgever niet aan de op haar rustende zorgplicht ex artikel 7:658 BW heeft voldaan. Naar het oordeel van het hof is de exacte toedracht van het ongeval niet komen vast te staan door omstandigheden die in de risicosfeer van de werkgever liggen. Om die reden concludeert het hof, anders dan de kantonrechter, dat de werkgever tekort is geschoten in haar zorgplicht van artikel 7:658 BW.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven