Home Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid september 2023

Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid september 2023

Samengesteld aan de hand van https://uitspraken.rechtspraak.nl:

Medische aansprakelijkheid/medische kwesties

Verzoek vernietiging bindend advies Geschillencommissie over cosmetische ingreep afgewezen

ECLI:NL:GHARL:2023:7815
Geen vernietiging bindend advies. Informed consent bij cosmetische ingreep. Appellante heeft bij Kliniek Heyendaal (twee) cosmetische ingrepen laten verrichten maar was daar niet tevreden over. Partijen hebben hun geschil voorgelegd aan de Geschillencommissie Zorg die in een bindend advies de klachten van appellante heeft afgewezen (met name over het ontbreken van informed consent). Appellant startte daarop de onderhavige civiele procedure met als inzet vernietiging bindend advies. Die lat ligt hoog voor de civiele rechter en die sprong heeft appellant niet kunnen halen. Vordering afgewezen.

Verzoek om inzage (artikel 843a Rv) in uitkomst enquête onder arts-assistenten, melding opleider over onveilige leer- en leefklimaat arts-assistenten en verslagen onderzoekscommissie van gesprekken met specialisten toegewezen

ECLI:NL:GHSHE:2023:2958
Art. 843a Rv. Inzageverzoek toegewezen in het kader van een mogelijke procedure op grond van de artikelen 7:658 en 6:170 BW.

Zie overigens herstelbeschikking: ECLI:NL:GHSHE:2023:3045

ECLI:NL:RBGEL:2023:5178
Vordering om zogenaamd BOR-bed ter beschikking te stellen afgewezen. Eiseres heeft zorgrelatie met GGZ-instelling opgezegd. GGZ-instelling informeert de huisarts. Eiseres vordert daarna van de instelling een crisisopvangplek (BOR-bed). Er bestaat geen behandelingsovereenkomst meer. Nu een vertrouwensrelatie ontbreekt, hoeft de instelling geen nieuwe behandelingsovereenkomst aan te bieden. De instelling kan niet worden verplicht om mee te werken aan een verwijzing naar een andere zorgverlener, nu de regie bij de huisarts ligt.

Gedaagde veroordeeld tot betaling rekening van ziekenhuis; algemene voorwaarden niet oneerlijk, gedaagde moet zorgdragen voor juiste adres

ECLI:NL:RBAMS:2023:5637
Vordering betaling rekening behandeling ziekenhuis. Gedaagde heeft brieven niet ontvangen. Adreswijziging alleen doorgegeven aan BRP, niet aan ziekenhuis. Art. 3:37 BW. Ziekenhuis mocht aannemen dat gedaagde nog woonachtig was op het adres waar zij nog woonde ten tijde van de behandeling, ook omdat zij kort na de behandeling is verhuisd en de factuur kort na de verhuizing is verzonden. Verantwoordelijkheid van gedaagde om ziekenhuis op de hoogte te brengen hoe zij bereikt kan worden na verhuizing.

Deelgeschillen

Aansprakelijkheid afgewezen, deelgeschil ten onrechte ingediend op basis van volstrekt onvolledig dossier

ECLI:NL:RBMNE:2023:4250
Deelgeschil, mondelinge uitspraak. De procedure is onterecht ingediend met een volstrekt onvolledig dossier waarin de gestelde toedracht mager is onderbouwd en het gestelde letsel geheel niet is onderbouwd, bijvoorbeeld met medische stukken.

Afwijzing. Kosten deelgeschil niet begroot. De procedure is onterecht ingediend met een volstrekt onvolledig dossier waarin de gestelde toedracht mager is onderbouwd en het gestelde letsel geheel niet is onderbouwd, bijvoorbeeld met medische stukken.

Bestede tijd gezien omvang en complexiteit van het verzoekschrift deelgeschil bovenmatig, kosten gematigd

ECLI:NL:RBOVE:2023:3798
Deelgeschilprocedure. Verzoeker verzoekt de recht om voor recht te verklaren dat verweerder aansprakelijk is door de verzoeker geleden schade. De rechtbank kan niet concluderen welke partij aansprakelijk is. Gestelde omvang bestede tijd bovenmatig. De kosten van dit deelgeschil aan de zijde van verzoeker wordt begroot op 3.775,20 euro.

Verzoek voorlopig deskundigenbericht

Zelfstandig tegenverzoek om nadere informatie gedeeltelijk toegewezen

ECLI:NL:RBOVE:2023:3710
Deelgeschil 1019 Rv, letselschade na verkeersongeval. Verzoekster verzoekt te bepalen dat het rapport van de orthopedisch deskundige van 14 mei 2022 tot uitgangspunt moet worden genomen. De verzekeraar heeft in een tegenverzoek gevraagd om nadere informatie. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en heeft het tegenverzoek gedeeltelijk toegewezen.

Werkgeversaansprakelijkheid

Werkgever (vleesverwerker) aansprakelijk voor letsel rechterarm, onvoldoende onderbouwd dat aan zorgplicht is voldaan

ECLI:NL:RBROT:2023:8004
Deelgeschilprocedure. Artikel 1019w Rv. De werkgever is aansprakelijk voor het incident dat de werknemer is overkomen. Artikel 7:658 BW. De werkgever heeft onvoldoende onderbouwd dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.

Aansprakelijkheid overig

Geen aansprakelijkheid voor letsel tijdens bedrijfsuitje “Levend tafelvoetbal”

ECLI:NL:RBGEL:2023:5040
Aansprakelijkheidsrecht. Sport- en spelsituatie. Lichamelijk letsel opgelopen tijdens bedrijfsuitje “Levend tafelvoetbal”. Afwijzing vordering o.g.v. onrechtmatige daad.

Conclusie A-G: oordeel hof dat eiser niet aan zijn stelplicht heeft voldaan onbegrijpelijk, schadestaatprocedure leent zich voor nader onderzoek

ECLI:NL:PHR:2023:777
Schadestaatprocedure. Letselschade. Heeft eiser voldaan aan de stelplicht in het licht van het procesdebat?

Bezitter hond niet aansprakelijk voor schade na aanrijding tussen twee wielrenners, eigen schuld achterste wielrenner

ECLI:NL:RBAMS:2023:5657
Aanrijding tussen twee wielrenners die met circa 26 km per uur op circa één/anderhalve meter achter elkaar fietsten. Is de eigenaar van een hond aansprakelijk voor hun schade omdat de hond een plotselinge beweging zou hebben gemaakt naar de voorste wielrenner waardoor de achterste wielrenner tegen hem aan is gereden? Nee. De vorderingen tot schadevergoeding worden dus afgewezen. De schade van de voorste wielrenner is, gelet op de aard van de aansprakelijkheid van de eigenaar van de hond en de ernst van de verwijten, namelijk niet aan de eigenaar van de hond toe te rekenen maar aan de achterste wielrenner. De verplichting van de eigenaar van de hond tot vergoeding van de schade van de achterste wielrenner komt geheel te vervallen wegens eigen schuld van de achterste wielrenner.

Eenzijdig scooterongeval: geen verzwaarde stelplicht voor wegbeheerder, geen schending zorgplicht

ECLI:NL:RBNHO:2023:8811
Eenzijdig ongeval met scooter. Bestuurder stelt Hoogheemraadschap als wegbeheerder aansprakelijk voor de schade. Eiser stelt dat hij ten val is gekomen doordat er modder op de weg lag die door regen glad was geworden. Gedaagde heeft volgens eiser een verzwaarde stelplicht en heeft ook de op hem rustende zorgplicht geschonden.

Verzekeringsrecht

ECLI:NL:HR:2023:1164
Verzekeringsrecht. Verhaalsrecht van art. 15 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Bestuurder van auto veroorzaakt onder invloed van alcohol verkeersongeval. Vader van bestuurder heeft voor auto WAM-verzekering gesloten. Verzekeraar vergoedt schade aan inzittende en zoekt verhaal op bestuurder. Mocht bestuurder niet te goeder trouw aannemen dat zijn aansprakelijkheid door verzekering was gedekt? Goede trouw (art. 3:11 BW). Feit van algemene bekendheid (art. 149 lid 2 Rv). Hof: het bestaan van alcoholclausules en de consequenties daarvan voor de dekking niet dermate algemeen bekend dat beschonken bestuurder niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid voor verzekering was gedekt. HR: goede trouw ontbreekt, indien bestuurder wist dat zijn aansprakelijkheid niet door een verzekering werd gedekt, maar ook indien hij dat in de gegeven omstandigheden behoorde te weten. Goede trouw ontbreekt ook indien bestuurder goede rede had te twijfelen over de vraag of zijn aansprakelijkheid door verzekering was gedekt. Oordeel hof onvoldoende gemotiveerd.

Wet verplichte ggz (Wvggz)

Parket bij de HR: met herbeoordeling door onafhankelijk psychiater voldaan aan vereisten medische verklaring voor voortzetting crisismaatregel

ECLI:NL:PHR:2023:703
Wvggz. Machtiging voortzetting crisismaatregel (art. 7:8 Wvggz). In deze zaak op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is een crisismaatregel genomen op basis van een medische verklaring die is opgesteld door een psychiater die niet voldeed aan de onafhankelijkheidseis. Op dezelfde dag, na het nemen van de crisismaatregel, heeft een onafhankelijke psychiater in een door hem ondertekende brief verklaard dat hij de betrokkene heeft onderzocht en zonder voorbehouden instemt met de medische verklaring. In cassatie gaat het om de vraag of de rechtbank heeft kunnen oordelen dat de herbeoordeling en instemming van de onafhankelijk psychiater voldoende is om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen. A-G: om gegeven omstandigheden voldaan aan de voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel vereiste medische verklaring van een onafhankelijke psychiater.

Verzoek om schadevergoeding ex artikel 10:12 lid 3 Wvggz afgewezen

ECLI:NL:RBNNE:2023:3718
Wvggz. Schadevergoeding artikel 10:12 lid 3 Wvggz na uitspraak Hoge Raad van 21 april 2023. Medische verklaring is tot stand gekomen via beeldbellen door de onafhankelijk psychiater. Verzoek om schadevergoeding wegens het accepteren van de onafhankelijke medische verklaring. Verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen nu betrokkene tijdens de cassatieprocedure niet in onzekerheid heeft verkeerd over de toepassing van verplichte zorg. De zorgmachtiging is uitvoerbaar bij voorraad. Enkele constatering dat door afgifte van een zorgmachtiging gehandeld is in strijd met de wet, is afdoende genoegdoening.

Deel verzoek tot zorgmachtiging afgewezen, niet voldaan aan vereisten proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid

ECLI:NL:RBMNE:2023:4644
Verplichte zorg. Veel onduidelijkheid over het ernstig nadeel dat zou voortvloeien uit de staat van de woning van betrokkene. Verplichte zorg is een ultimum remedium. Er is niet voldaan aan vereisten van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid zodat de rechtbank het resterende deel van verzoek tot zorgmachtiging afwijst.

HR:  de rechtbank heeft zonder nader onderzoek niet met voldoende zekerheid kunnen vaststellen dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen

ECLI:NL:HR:2023:1220
Wvggz. Zorgmachtiging verleend terwijl betrokkene niet ter zitting is verschenen, maar wel per aangetekende en voor ontvangst getekende brief is opgeroepen. Kon rechtbank uit gedragingen betrokkene vaststellen dat hij niet bereid was gehoord te worden?

Verzoek om zorgmachtiging afgewezen, deskundigenrapport: (alcohol)verslaving leidt niet tot stoornis in kader van Wvvgz

ECLI:NL:RBZWB:2023:6560
Deskundigenonderzoek. (Alcohol) verslaving van betrokkene geen psychische stoornis in het kader van de Wvggz. Uit het onafhankelijk deskundigenonderzoek is gebleken dat er weliswaar sprake is van verslavingsproblematiek bij betrokkene, maar dat er geen sprake is van een stoornis in het kader van de Wvggz. De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van het criterium zoals verwoord in het arrest van de Hoge Raad van 13 oktober 2017 (HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2630, HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1936), omdat niet vastgesteld kan worden dat het denken, voelen, willen oordelen en doelgericht handelen door de verslaving zo ingrijpend worden beïnvloed dat betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. Verzoek om zorgmachtiging afgewezen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven