Home Jurisprudentieoverzicht Tuchtrecht, april 2021

KBS

Jurisprudentieoverzicht Tuchtrecht, april 2021

Beroepsgeheim

ECLI:NL:TGZRAMS:2021:37
Klaagster dient een klacht in tegen een tandarts met het verwijt dat de tandarts haar beroepsgeheim heeft geschonden. Volgens klaagster heeft zij geen toestemming gegeven aan de tandarts om haar tandheelkundig dossier te verstrekken aan de juridisch adviseur van de tandarts (die geen beroepsgeheim heeft), die haar bijstaat in een civiele aansprakelijkheidsprocedure. Verweerster voert verweer. Gegrond, waarschuwing

ECLI:NL:TGZRAMS:2002:10
Klaagster verwijt verweerster, GZ-psychologe en leidinggevende van een traumacentrum, onder meer dat zij zonder toestemming met de ouders van klaagster heeft gepraat, haar ouders bij haar behandeling heeft betrokken en dat zij ongeoorloofd in haar dossier gekeken. Verweerster voert verweer. Deels gegrond, berisping

Dossiervoering

ECLI:NL:TGZRSGR:2021:26
Gegronde klacht tegen een uroloog. In dit geval heeft beklaagde op verschillende punten belangrijke steken laten vallen. Deugdelijke dossiervoering door artsen is onder alle omstandigheden van belang – ook indien een specialist ‘eigen patiënten’ heeft –, omdat een zorgvuldig bijgehouden decursus voor de arts zelf een betrouwbare geheugensteun vormt bij een onderbreking van de behandeling, de patiënt (of zijn nabestaanden) ook later inzicht kan geven in de afwegingen van de zorgverlener en de zorgverlener in staat stelt om adequaat verantwoording af te leggen als zijn handelen op enig moment ter discussie wordt gesteld. Bij wisseling of opvolging van zorgverleners zijn deugdelijke aantekeningen in het dossier essentieel om de continuïteit van de zorg te waarborgen. Klacht in alle onderdelen gegrond verklaard. Berisping.

Grensoverschrijdend gedrag

ECLI:NL:TGZREIN:2021:17
Verwijt aan neuroloog dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en onprofessioneel heeft gehandeld door klaagster te vragen zich geheel uit te kleden terwijl daar geen reden voor was en grensoverschrijdend heeft gehandeld door zijn hand in klaagsters slip te steken terwijl onderzoek in die regio niet nodig was. Is sprake van grensoverschrijdend handelen en misbruik maken van positie. Tuchtrechtelijk verwijtbaar. Gegrond. Berisping.

ECLI:NL:TGZREIN:2021:21
Klacht tegen een verpleegkundige. De inspectie verwijt de verpleegkundige dat zij heeft gehandeld in strijd met de professionele grenzen door een (seksuele) relatie aan te gaan met een cliënt kort na het eindigen van de zorgrelatie die zij met hem had. Zij had de cliënt leren kennen in het kader van de zorg die zij als verpleegkundige bij de instelling aan de cliënt verleende. Ondanks dat zij zich bewust was van de professionele normen heeft zij ervoor gekozen een relatie aan te gaan met de cliënt zonder daarbij de vereiste afkoelingsperiode in acht te nemen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerster op de maatregel van schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van zes maanden, met bepaling dat deze schorsing niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij het bevoegde regionale of centraal tuchtcollege later anders mocht bepalen op grond dat verweerster voor het einde van de proeftijd van twee jaren zich schuldig heeft gemaakt aan enig handelen of nalaten dat in strijd is met het belang van de individuele gezondheidszorg.

Zie ook: https://www.kbsadvocaten.nl/voor-het-zingen-de-behandelkamer-uit/

Informed consent

ECLI:NL:TGZRSGR:2021:30
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Beklaagde heeft erkend dat hij vooraf te weinig informatie over de toegepaste mobilisatie- en manipulatietechnieken heeft gegeven en klaagster niet expliciet om toestemming heeft gevraagd. In het dossier is ook geen notitie te vinden over de specifieke uitleg aan en de daaraan gekoppelde verstrekte toestemming van klaagster. Het college wijst er op dat een fysiotherapeut in het algemeen er zorg voor moet dragen dat er sprake is van informed consent voordat hij met behandelen begint.

Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.

Onvoldoende zorg

ECLI:NL:TGZCTG:2021:72
Klacht tegen een ambulanceverpleegkundige. Klacht over het achterwege laten van immobilisatie door de ambulanceverpleegkundige na een ongecontroleerde val van een oudere man op een badkamervloer. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de verpleegkundige gegrond en verklaart de gegrond verklaarde klachtonderdelen alsnog ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege schetst de bijzondere en onvoorspelbare omstandigheden waaronder een ambulanceverpleegkundige het werk verricht en benadrukt dat de ambulanceverpleegkundige geen diagnoses stelt, maar werkhypotheses aan de hand van een afgenomen anamnese en screening van de vitale functies.

Onjuiste behandeling / verkeerde diagnose

ECLI:NL:TGZCTG:2021:71
Klacht tegen huisarts. Gemiste diagnose. Klager heeft in het weekend drie keer de centrale huisartsenpost heeft bezocht, waar hij is gezien door drie verschillende waarnemend huisartsen. Aanleiding voor deze contacten was steeds borstkasklachten. Klager is niet naar het ziekenhuis verwezen voor nader hartonderzoek. De dinsdag daarop bleek dat klager een semi-recent myocardinfarct had doorgemaakt. De hier beklaagde huisarts heeft klager in de weekenddienst – als tweede – gezien. Klager verwijt de huisarts dat onvoldoende onderzoek is gedaan waardoor de diagnose hartinfarct is gemist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard met publicatie van de beslissing in geanonimiseerde vorm. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog gegrond en legt een waarschuwing op met geanonimiseerde publicatie.

ECLI:NL:TGZRAMS:2021:39
Klaagster verwijt de huisarts dat zij 1) nalatig is geweest, 2) de verkeerde diagnose heeft gesteld, 3) (de klachten van) klaagster niet serieus heeft genomen en 4) te laat actie heeft ondernomen. De huisarts betwist dat zij klaagster niet serieus heeft genomen. Het is juist dat de huisarts de diagnose (meningeoom) heeft gemist, maar de huisarts betwist dat zij hierdoor tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten. De huisarts betreurt het dat zij klaagster niet eerder heeft doorverwezen. In retrospectie, met de wetenschap van nu, had zij dat liever eerder gedaan. De huisarts begrijpt dat klaagster van mening is dat zij (te) laat actie heeft ondernomen. De huisarts voelt zich schuldig maar meent te hebben gehandeld zoals van een redelijk bekwaam handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. De huisarts verzoekt het college de klachten af te wijzen als (kennelijk) ongegrond.

ECLI:NL:TGZRSGR:2021:37
Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Dat, zoals klagers aanvoeren, beklaagde aanvullende diagnostiek in de vorm van een transvaginale echo met doppler had moeten verrichten, volgt niet uit de toepasselijke richtlijnen van de NVOG, waaronder de (destijds geldende) richtlijn ‘Bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap’ uit 2008. Geconcludeerd wordt dat het door beklaagde bepaalde expectatieve behandelbeleid verdedigbaar is, te meer nu de zwangerschap nog niet de 37 weken had bereikt. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.

Zie ook: ECLI:NL:TGZRSGR:2021:38
en ECLI:NL:TGZRSGR:2021:34

ECLI:NL:TGZRZWO:2021:34
Klacht tegen longarts. Bij patiënt wordt op PET-scan tumor in long gezien, mogelijk een uitzaaiing van eerdere darmkanker, hetgeen bij lobectomie ook blijkt. College: op zich komt een a-specifieke klier op die plek vaker voor en wijst zelden op een uitzaaiing van een long- of darmtumor. Daar staat tegenover dat de klier wel een behoorlijke omvang had en ook heel duidelijk oplichtte op de PET-scan. Daarbij komt dat analyse van een dergelijke bevinding niet tijdrovend of bijzonder belastend voor een patiënt is, terwijl de mogelijkheid altijd bestaat dat een nevenbevinding op andere problematiek wijst. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZRZWO:2021:45
Klacht tegen gynaecoloog. Bij een laparoscopische baarmoederverwijdering is ureterletsel ontstaan. Complicatie, geen verwijtbare fout. Geen verwijt betreffend informed consent. Klacht ongegrond

Rapportage / medisch advies

ECLI:NL:TGZRSGR:2021:41
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Beklaagde is, in de procedure tussen klager en zijn broer, door de broer benaderd als (partij)deskundige. Zij heeft in dat kader onderzoek gedaan naar de twijfel die er bij de broer bestaat over de rechtsgeldigheid van het testament van de vader in verband met (de twijfel over) diens wilsbekwaamheid. Het College is van oordeel dat het rapport van beklaagde aan geen van de criteria voldoet die volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gelden voor een dergelijke deskundigenrapportage. Het College vindt dat beklaagde een zodanig ernstig verwijt gemaakt kan worden van haar handelwijze dat het College het van belang vindt om ook met de op te leggen maatregel te benadrukken dat dit zich niet meer mag herhalen. Ook weegt het College daarbij mee dat beklaagde op de zitting weinig zelfinzicht en reflectief vermogen heeft getoond. Klacht gegrond verklaard. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar

Verantwoordelijkheidsverdeling / supervisie

ECLI:NL:TGZRZWO:2021:29
Klacht tegen psychiater over tekortschietende rapportage. Beklaagde heeft zijn rol als regiebehandelaar niet goed vervuld. Klacht gegrond. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZRSGR:2021:35
Ongegronde klacht tegen een arts. Beklaagde was nog maar enkele maanden als anios werkzaam in het ziekenhuis. Indien de anios geen of weinig ervaring heeft, geldt dat het gemis aan ervaring moet worden gecompenseerd door toezicht of tussenkomst van de supervisor. In het begin van de opleiding rust daarom een aanzienlijk deel van de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor het handelen van de anios op de schouders van de supervisor. Klacht ongegrond verklaard.

ECLI:NL:TGZRSGR:2021:38
Er is volgens het College geen aanleiding om beklaagde in dit verband als hoofdbehandelaar of regiebehandelaar extra verantwoordelijkheid voor het beleid van zijn collega’s toe te kennen. Klacht ongegrond verklaard.

Zie ook: ECLI:NL:TGZRSGR:2021:37

vorige overzicht  

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven