18.02.2021
Jurisprudentieoverzicht Tuchtrecht, februari 2021
Beroepsgeheim
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:13
Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog, psychotherapeut. Vaststaat dat beklaagde het dossier van klaagster heeft ingezien, terwijl zij geen behandelrelatie met haar had en klaagster haar daartoe ook geen toestemming had verleend. Klacht gegrond verklaard. Berisping.
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:2
Gegronde klacht tegen een neuroloog. Een zorgverlener dient verder altijd behoedzaam en uiterst zorgvuldig om te gaan met het verstrekken van medische informatie aan derden. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing.
Informed consent
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:23
Gegronde klacht tegen een arts. Het College merkt op dat het doen van een uitspraak over een causaal verband tussen het handelen van beklaagde en de schade aan de hand van klaagster niet behoort tot de taak van het College. Het College overweegt dat bij een normaal gelegen Implanon de kans op neurologische schade inderdaad zo klein is dat die niet per se besproken hoeft te worden met de patiënt. De keuze om op de polikliniek onder lokale analgesie een Implanon staafje uit een arm te verwijderen is in overeenstemming met wat in de beroepsgroep van beklaagde gebruikelijk is. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing.
Maatregel
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:20
Klacht tegen tandarts. Deze procedure maakt deel uit van een reeks van klachten die door, dan wel ondersteund door, de eigen tandarts van klaagster tegen beklaagde worden ingediend. Vanwege de continue dreiging van een nieuwe klacht wordt het voor beklaagde steeds moeilijker om nog op een goede manier patiënten van de eigen tandarts van klaagster tijdens de spoeddienst te behandelen. Onder deze omstandigheden is het college van oordeel dat het opleggen van een maatregel de dreiging slechts zou vergroten en daarom niet zou bijdragen aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening.
Ontvankelijkheid
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:28
Klager klaagt over door beklaagde geschreven opiniestuk. Geen rechtstreeks belanghebbende. Niet-ontvankelijk.
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:9
Klacht tegen radioloog. Klagers zijn resp. zus van overleden patiënt en executeur-testamentair. Beklaagde is bekend met de ziekte van patiënte en de resterende levensverwachting van enkele maanden. Beklaagde en haar echtgenoot kopen van patiënte haar woning, met een korting op de marktwaarde van € 120.000,–. Het college overweegt dat klagers geen direct belanghebbende zijn in de zin van artikel 65, eerste lid, BIG en evenmin een afgeleid klachtrecht hebben. Patiënte was wilsbekwaam en wist wat ze deed. Mogelijke onzakelijke motieven of ethische kanten van de zaak doen daaraan niet af. Klagers niet-ontvankelijk.
Proceskostenvergoeding
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:22
Klacht deels gegrond in verband met onzorgvuldige afronding consult en verslaglegging. Waarschuwing. Proceskostenvergoeding.
Rapportage
ECLI:NL:TGZCTG:2021:19
De beklaagde huisarts is door de rechter-commissaris benoemd tot deskundige inzake een strafrechtelijk onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van een andere huisarts (klager). In beroep overweegt het Centraal Tuchtcollege opnieuw dat de rapporten voldoen aan de daaraan te stellen eisen, dat de huisarts niet buiten zijn deskundigheid is getreden, dat hij zijn werkzaamheden onafhankelijk heeft kunnen uitvoeren en dat de huisarts zijn geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
ECLI:NL:TGZCTG:2021:42
Klacht tegen een gynaecoloog. De verzekeraar van het ziekenhuis heeft de gynaecoloog, destijds gynaecoloog in een ander ziekenhuis en daarnaast medisch adviseur, verzocht op basis van het medisch dossier van klaagster een medisch advies uit te brengen. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij geen inzage heeft gegeven in het door hem opgestelde advies terwijl hij daartoe wel verplicht was. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en wijst het verzoek tot kostenveroordeling af.
Zie ook het nieuwsbericht op onze site.
Verantwoordelijkheidsverdeling
ECLI:NL:TGZCTG:2021:36
Klacht tegen gynaecoloog. De dochter van klagers is anderhalve week na de bevalling overleden. Het Centraal Tuchtcollege herformuleert de vaste rechtspraak over de taken en verantwoordelijkheden van verschillende zorgverleners bij de behandeling van één patiënt.
Zie ook het nieuwsbericht op onze website.
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:14
Klacht tegen huisarts betreffende consult dat is uitgevoerd door zijn derdejaars AIOS. In dat stadium opleiding is AIOS bekwaam om zelfstandig consulten te doen. Klacht tegen beklaagde kennelijk ongegrond.
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:2
Deze klacht is één van meer klachten ingediend naar aanleiding van de behandeling van de zoon van klagers (patiënt). Klagers verwijten beklaagde onzorgvuldig handelen tijdens de opname en het natraject. Het college oordeelt dat beklaagde op een aantal momenten onvoldoende invulling heeft gegeven aan haar rol van (superviserend) kinderarts door patient niet zelf te boordelen. Ook is beklaagde onvoldoende nagegaan of nader onderzoek aangewezen was. Klacht in zoverre gegrond. Klacht over natraject ongegrond. Berisping.
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:19
Klager verwijt verweerder o.a. dat hij zich voordoet als bedrijfsarts in plaats van Arboarts en zich niet heeft laten bijstaan door een supervisor. Verweerder heeft erkend dat hij abusievelijk nog heeft ondertekend als bedrijfsarts, terwijl hij dat niet meer was. Gegrond, berisping.
Overig
ECLI:NL:TGZCTG:2021:47
Klacht tegen tandarts. Tijdens verblijf van verweerster in het buitenland heeft klaagster zich bij de praktijk gemeld vanwege een afgebroken kies. Zij is zonder tussenkomst van een tandarts gezien en behandeld door een mondhygiëniste. Een deel van de klachten richt zich op de behandeling, maar de klaagster verwijt verweerster ook dat de organisatie van de praktijk onvoldoende was. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de tandarts tekort is geschoten in de organisatie van de praktijk, legt de maatregel van berisping op en biedt de beslissing aan ter (geanonimiseerde) publicatie.
Zie ook het nieuwsbericht op onze site.
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:4
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwijt beklaagde samengevat (seksueel) grensoverschrijdend te zijn opgetreden in c.q. in directe aansluiting op de zorgrelatie door een intieme relatie met de patiënt te beginnen waarbij beklaagde meerdere seksuele contacten met de patiënt heeft gehad. Het College is van oordeel dat beklaagde daarmee op verschillende momenten kunnen en moeten stoppen. Klacht gegrond verklaard. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 maanden.
|
volgende overzicht |