Mag een arts vrijuit daten?
Regionaal Tuchtcollege Zwolle, 12 september 2024
De klager en de beklaagde huisarts krijgen via een datingsite contact met elkaar. Gedurende een periode van twee maanden hebben zij regelmatig contact via WhatsApp en zijn er ook meerdere fysieke afspraken en ontmoetingen. Nadat de huisarts het contact wil verbreken probeert de klager op diverse manieren (maar tevergeefs) contact met de huisarts te zoeken. De huisarts, die het contact afhoudt, doet bij de politie melding van stalking door de klager.
De klager stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG) en verwijt de huisarts dat zij het contact heeft verbroken ondanks dat zij hem eerder had laten geloven een serieuze relatie te willen aangaan.
Het RTG kan deze klacht niet onderbrengen bij één van de tuchtnormen artikel 47 Wet BIG. Er is geen sprake geweest van een behandelrelatie (de a-norm) en er is ook geen sprake van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt (de b-norm). Dit wordt door de voorzitter van het RTG als volgt gemotiveerd:
Het al dan niet aangaan van een liefdesrelatie of het beëindigen van een (al dan niet ontluikende liefdes)relatie tussen twee meerderjarige wilsbekwame personen die elkaar via een datingsite hebben leren kennen is bij uitstek een privékwestie. Dat één van de betrokken personen een zorgverlener is met een BIG-registratie maakt dat niet anders. De vraag of de betrokkenen zich ten opzichte van elkaar binnen de relatie of bij en na het beëindigen daarvan al dan niet fatsoenlijk hebben gedragen, kan niet ter beoordeling aan de tuchtrechter worden voorgelegd. Dit zou slechts anders kunnen zijn als sprake is van ernstige misdragingen. Daarvan is in dit geval niet gebleken. Ook het doen van een melding van stalking bij de politie nadat de klager contact met de huisarts bleef zoeken is een privékwestie en kan niet worden aangemerkt als ernstige misdraging. De huisarts heeft de grens van het betamelijke ten opzichte van de klager niet overschreden. De klager wordt in deze klacht kennelijk niet ontvankelijk verklaard.
Uit deze uitspraak volgt, dat ook voor een BIG-geregistreerde zorgverlener een strikte scheiding tussen privé en werk mogelijk is en blijft. Slechts wanneer er sprake is van een behandelrelatie of van een gedraging als zorgverlener die voldoende weerslag heeft op de individuele gezondheidszorg, kan een klacht door de tuchtrechter inhoudelijk worden getoetst. Van beide was hier geen sprake. Wat zich in de privé-sfeer afspeelt blijft daarmee buiten het bereik van de tuchtrechter.