Home Moeders wil is wet

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Moeders wil is wet

Centraal Tuchtcollege 9 januari 2023, ECLI:NL:TGZCTG:2023:127

De klager in deze tuchtzaak dient een klacht in tegen de huisarts van zijn moeder (de patiënte). De klager verwijt de huisarts dat hij de patiënte gezondheidsschade berokkent door teveel medicatie voor te schrijven, de patiënte zonder begeleiding nicotinepleisters heeft voorgeschreven, onprofessioneel heeft gehandeld door geen/onjuiste zorg te leveren, zijn beroepsgeheim heeft geschonden en zijn zorgplicht niet is nagekomen.

Tijdens het vooronderzoek laat de klager eerst weten dat de patiënte niet weet dat hij de klacht namens haar heeft ingediend. De secretaris van het College vraagt de klager om een door de patiënte ondertekend machtigingsformulier en een kopie van haar identiteitsbewijs of een onderbouwing van haar wilsonbekwaamheid. Na ontvangst van enkele stukken laat de secretaris de klager weten dat het haar is opgevallen dat de handtekeningen onder het klaagschrift, in de machtiging en op en bij het identiteitsbewijs van elkaar verschillen. De huisarts dient desgevraagd een verweerschrift in, waarbij is gevoegd een recent door de patiënte ondertekende verklaring.

De voorzitter van het Regionale Tuchtcollege (RTG) overweegt als volgt. Een tuchtzaak kan alleen aanhangig worden gemaakt door een schriftelijke klacht van een rechtstreeks belanghebbende. De patiënte zelf is in elk geval rechtstreeks belanghebbende. Het uitgangspunt is dat, als (de volwassen) patiënte daartoe behoorlijk in staat is, zij zelf – met uitsluiting van anderen – beslist over het indienen van een klacht. Zonder toestemming van de patiënte wordt een door een ander ingediende klacht over haar behandeling niet-ontvankelijk verklaard. Als de patiënte wilsonbekwaam is, kan een naaste betrekking (bijvoorbeeld een zoon) rechtstreeks belanghebbende zijn en een klacht indienen.

Het is niet gebleken dat de patiënte wilsonbekwaam is. Dit betekent dat de klager in dit geval alléén kan klagen als de patiënte daarvoor toestemming geeft. De patiënte heeft echter schriftelijk verklaard dat zij de klager geen toestemming heeft gegeven om namens haar een klacht in te dienen. Die verklaring (bij het verweerschrift van de huisarts) is door de patiënte gedagtekend en van haar handtekening voorzien. Het is de voorzitter van het RTG gebleken dat die handtekening op de verklaring identiek is aan die op het identiteitsbewijs. Die handtekening is niet gelijk aan de handtekeningen op het klaagschrift, bij het identiteitsbewijs en op de machtiging. De voorzitter leidt daaruit af dat de patiënte niet instemt met (voortzetting van) de klacht door de klager. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.

In beroep bij het CTG voert de klager nog aan dat de handtekeningen op de verschillende stukken wel degelijk van de patiënte zijn en dat zij niet in staat is om zelfstandig te beslissen. Het CTG gaat hierin niet mee en overweegt dat het RTG terecht heeft geconcludeerd dat de klacht niet-ontvankelijk is. De patiënte heeft niet ingestemd met het indienen van de klacht en ook niet met de voortzetting ervan, terwijl niet is gebleken dat zij wilsonbekwaam is. De niet-ontvankelijkverklaring blijft daarmee in beroep in stand.

De les die uit deze uitspraak volgt is, dat het zowel voor een klagende partij, een verwerende partij als de tuchtrechter van belang is om eerst na te gaan of degene die klaagt daartoe bevoegd is. Wie klachtgerechtigd is staat opgesomd in artikel 65 lid 1 wet BIG. Een categorie klachtgerechtigden is rechtstreeks belanghebbenden. In principe is dat de patiënt zelf. Klagen namens een ander dan de patiënt – hoe goed bedoeld ook – kan uitsluitend met toestemming van de patiënt en zal ook uit een medeondertekend klaagschrift of een machtigingsformulier moeten blijken. Dit lijdt slechts uitzondering in het geval de patiënt wilsonbekwaam is, in welk geval en ander – bijvoorbeeld een zoon, dochter of ouder – als rechtstreeks belanghebbende in de zin van de Wet BIG kan worden aangemerkt. Is een persoon niet klachtgerechtigd, dan zal deze – net zoals in deze zaak – niet-ontvankelijk worden verklaard en komt de tuchtrechter aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht niet toe. De duurste besteding is dan verlies van tijd.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven