01.03.2017
NAM (ook) aansprakelijk voor immateriële schade door aardbevingen in Groningen
De rechtbank Noord-Nederland oordeelde vandaag dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aan een deel van de inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen hun immateriële schade moet vergoeden. De NAM is aansprakelijk voor de door de inwoners geleden en/of nog te lijden immateriële schade, als gevolg van de aardbevingen door de gaswinning in Groningen.
Vordering inwoners Groningenveld
De gaswinning door de NAM veroorzaakt bodemdaling en aardbevingen in veel Groningse gemeenten, het ‘Groningenveld’. Veel Groningers zijn bang voor hun veiligheid, ervaren spanningen en worden in hun dagelijks leven met de gevolgen van de aardbevingen geconfronteerd. Niet alleen waardevermindering van woonhuizen, maar ook de immateriële schade als gevolg van de aardbevingen is volgens een groot aantal inwoners van het Groningenveld een grote schadepost.
De 127 eisers vorderden een verklaring voor recht, inhoudende dat de NAM en de Staat der Nederlanden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door eisers geleden en nog te lijden immateriële schade als gevolg van de aardbevingen. Eisers menen dat de aardbevingen in hun woongenot aantasten en dat in een aantal gevallen sprake is van geestelijk lijden. De aardbevingen die het gevolg zijn van de gaswinning veroorzaken gevoelens van onzekerheid, boosheid, verontwaardiging en onveiligheid bij eisers. Daarom vroegen zij een financiële vergoeding voor (onder meer) de immateriële schade die zij stelden te geleden te hebben en thans nog te lijden.
Recht op ongestoord woongenot
De rechtbank in Assen oordeelt dat voor het deel van het Groningenveld, waar regelmatig aardbevingen worden gevoeld en schade wordt geleden, gesproken kan worden van een situatie waarin door de NAM een ernstige inbreuk wordt gemaakt op een fundamenteel persoonlijkheidsrecht, namelijk het recht op een ongestoord woongenot. Dit leidt –ook zonder dat sprake is van geestelijk letsel– tot aantasting in de persoon (als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 sub b BW) bij degenen die daardoor persoonlijk gevoelens van angst, zorg en psychisch onbehagen ervaren. Naar oordeel van de rechtbank overschrijdt deze (over)last gezien de aard, de ernst en de duur daarvan de grenzen van hetgeen eisers in het maatschappelijk verkeer als ‘gewone’ hinder hebben te accepteren en vormt een inbreuk op hun eigendomsrechten en op hun recht op ongestoord woongenot. De NAM, die deze onrechtmatige overlast heeft veroorzaakt, is naar oordeel van de rechtbank aansprakelijk (op grond van artikel 6:162 BW) voor de schade die inwoners daardoor lijden. De rechtbank benadrukt dat de NAM steeds zelf verantwoordelijk is en blijft voor schade die inwoners van het aardbevingsgebied als gevolg van de bedrijfsactiviteiten lijden. In hoeverre de onrechtmatige overlast door de NAM een vergoeding voor immateriële schade rechtvaardigt, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval en zal worden beoordeeld in afzonderlijke toekomstige schadestaatprocedures. Daarnaast is de NAM volgens de rechtbank aansprakelijk voor materiële schade als gevolg van gederfd woongenot.
Onrechtmatig handelen Staat
In navolging van de uitspraak van de Raad van State van 18 november 2015 concludeert de rechtbank dat de Staat gehouden was om, zeker na de aardbeving in de omgeving van het dorp Huizinge in 2012, de gasproductie met het oog op de veiligheidsrisico’s voor inwoners in het Groningenveld zoveel mogelijk te beperken. Ondanks geadviseerd was dat wel te doen, heeft de Staat dat toch nagelaten.
Daarmee heeft de Staat onzorgvuldig gehandeld in de periode van januari 2013 tot en met december 2015. Omdat eisers echter niet hebben onderbouwd dat zij geen schade zouden hebben geleden wanneer de Staat wel tot verdere reductie was overgegaan, kan volgens de rechtbank niet gezegd worden dat de schade die eisers stellen te lijden/hebben geleden het gevolg van dit onzorgvuldig handelen is. De rechtbank oordeelt daarom dat de Staat niet aansprakelijk is voor die schade.
Voortzetting geschil
In een reactie op haar website zegt de NAM dat het concern altijd heeft gesteld dat het aansprakelijk is voor aardbevingsgerelateerde schade (ook immateriële). De NAM gaat de uitspraak nu eerst bestuderen. Wordt (waarschijnlijk) vervolgd..