17.06.2012
Opzegging huurovereenkomst ziekenhuiswinkel alsnog afgewezen
Een ziekenhuis heeft de huurovereenkomst met de exploitante van de winkel in het ziekenhuis opgezegd. Hoewel de rechtbank nog oordeelde dat de opzegging rechtsgeldig is geschied, wijst het hof de opzegging alsnog af (Hof Leeuwarden, 10 januari 2012, LJN: BV0693).
Het hof stelt voorop dat de opzeggingsbrief van het ziekenhuis niet voldoet aan de wettelijke eisen, omdat de brief geen opzeggingsgronden bevat. Niettemin worden de redenen van opzegging in de daarop volgende e-mailcorrespondentie alsnog tijdig aan huurster verstrekt, waardoor het voor huurster alsnog duidelijk is geworden welke positie zij zou innemen.
Het ziekenhuis had de overeenkomst opgezegd op basis van de wil tot eigen gebruik van het huurobject. Die wil bleek echter niet uit de gevoerde e-mailcorrespondentie. Er blijkt alleen uit dat het ziekenhuis een hogere opbrengst uit het gehuurde wilde verkrijgen, hetzij door dit zelf te exploiteren, hetzij door de exploitatie en de huur aan te besteden bij de hoogste bieder, afhankelijk van de uitkomsten van een nadere studie. Dat laatste – het sluiten van een huurovereenkomst met de hoogste bieder – kan niet als eigen gebruik worden aangemerkt. Dat het zelf exploiteren dat wel is, doet alsdan niet ter zake, evenmin als de inmiddels door het ziekenhuis getrokken conclusie (door huurster aangevochten) dat zelf exploiteren profijtelijker is.
In dit verband is van belang dat de verhuurder zowel ten tijde van de opzegging de wil tot eigen gebruik moet hebben als ook op het moment van de beoordeling door de rechter. Indien het uitsluitend zou behoeven te gaan om de situatie op het moment van beoordeling door de rechter gelijk in het standpunt van het ziekenhuis besloten ligt, zou de verhuurder simpelweg in de beëindigingsbrief alle mogelijke beëindigingsgronden kunnen opsommen en in de procedure bij de rechter ermee kunnen volstaan die grond te kiezen die hem op dat moment het beste uit zou komen. Zulks komt in strijd met de betekenis die de Hoge Raad (HR 13 juni 2008, LJN: BC6116, NJ 2008/338) heeft gegeven aan de inhoud van de opzeggingsbrief.
Klik hier voor de volledige uitspraak (LJN: BV0693).