Overproductie AWBZ-instelling niet gehonoreerd
Het college van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 2 mei het beroep van AWBZ-instelling NNCZ in Hoogeveen tegen de nacalculatie door de NZa van de aanvaardbare kosten over 2007 afgewezen (LJN: BW4590). In het besluit van de NZa werd geen rekening gehouden met de werkelijke productie van NNCZ in 2007, die hoger was dan de met het zorgkantoor gemaakte productieafspraak.
In de AWBZ is een systeem van macrobudgettering van toepassing. Zorgkantoren en zorginstellingen maken productieafspraken, die vervolgens door de NZa worden getoetst aan het totaal beschikbare macrobudget, dat wordt aangeduid met de term contracteerruimte. In de loop van het jaar kan, rekening houdend met toegenomen productieafspraken, worden verzocht om aanpassing van het budget.
In dit geval had NNCZ met Zorgkantoor Achmea productieafspraken gemaakt, wetende dat de werkelijke productie waarschijnlijk hoger zou uitvallen. Het zorgkantoor wilde echter niet akkoord gaan met een hogere productie. Uiteindelijk bleek dat de werkelijke productie inderdaad hoger uitviel dan de gemaakte productieafspraak. Dat had geen probleem hoeven te zijn, aangezien er voor de regio nog voldoende contracteerruimte over was om de overproductie op te vangen. Toen het zorgkantoor echter uiteindelijk bereid was om voor de overproductie mee te werken aan een tweezijdig budgetverzoek aan de NZa, was de uiterlijke datum voor het indienen van dergelijke verzoeken al verstreken. Daarop sneuvelt nu het beroep van NNCZ.
Dat de oorzaak van de vertraging was gelegen in de weigerachtige houding van Zorgkantoor Achmea maakt het oordeel niet anders. Het CBb overweegt dat de toepasselijke beleidsregel ook voorzag in de mogelijkheid dat partijen eenzijdig budgetverzoeken zouden indienen, wanneer zij geen overeenstemming zouden kunnen bereiken. NNCZ heeft dan ook te lang gestreefd naar de medewerking van Achmea.
Zie hier de volledige uitspraak.