24.06.2013
Terugbetaling gedeclareerde dure medicijnen, verbod op facturatie aan patiënten/verzekerden.
Op 5 juni 2013 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de vordering van een aantal zorgverzekeraars tot terugbetaling van vergoedingen in verband met door een apotheek gedeclareerde dure medicijnen (infliximab) alsmede de vordering tot het verbieden om deze medicijnen rechtstreeks bij de patiënten/verzekerden in rekening te brengen.
Volgens de verzekeraars was niet voldaan aan de voorwaarden die voorschrijven dat de patiënten eerst behandeld dienen te worden met andere (goedkopere) medicijnen. De rechtbank stelt de verzekeraars in het gelijk en wijst de terugbetalingsvordering toe.
Ook de verbodsvordering wijst de rechtbank toe. In dit kader stelt de rechtbank voorop dat de zorgverzekeraars zich de belangen van hun verzekerden mogen aantrekken, nu zij met deze verzekerden zorgverzekeringen hebben afgesloten alsmede vanwege hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van die verzekerden. Volgens de rechtbank geldt dit te meer in het licht van de door de apotheek aan de verzekerden gezonden brieven, waarin zij aankondigt de kosten bij de verzekerden in rekening te brengen wanneer de verzekeraars met succes de uitkering van die kosten terugvordert. Voor één van de verzekeraars komt daar een ander redelijk belang bij, te weten dat de kans reëel is dat haar verzekerden zich tot haar zouden wenden indien de apotheek ertoe over zou gaan om de kosten voor de verstrekking van infliximab bij de verzekerden in rekening te brengen. De rechtbank wijst het verbod vervolgens toe, omdat gesteld noch gebleken is dat de apotheek op grond van de met de verzekerden gesloten behandelovereenkomsten hiertoe gerechtigd was.
Klik hier voor de volledige uitspraak.