
Van kiespijn naar kiesvrijheid
Regionaal Tuchtcollege ’s-Hertogenbosch 15 januari 2025
De klager in deze tuchtzaak wordt als spoedgeval door de beklaagde tandarts op de praktijk gezien. De klager heeft klachten aan element 47. De tandarts trekt echter element 46. De volgende dag wordt ook alsnog element 47 getrokken. Nadat de praktijk van de tandarts een incassotraject heeft opgestart stuurt de klager een mail waarin hij uitlegt dat element 46 getrokken had moeten worden. De tandarts reageert per mail en geeft uitleg. De klager is het met de gehele gang van zaken niet eens en stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG).
De tandarts voert in zijn verweer aan dat hij in dit soort kwesties altijd de standaardprocedure volgt en dat in overleg met de klager element 46 is getrokken. Het RTG kan echter niet vaststellen dat de tandarts zijn standaardprocedure heeft gevolgd nu daarover niets in het patiëntdossier is genoteerd. Van informed consent om element 46 te trekken, ook al werd dat element als ‘verloren’ beschouwd, blijkt ook niets uit het dossier. Het RTG gaat er daarom van uit dat de standaardprocedure voor het krijgen van informed consent door de tandarts niet is gevolgd. Bovendien was er geen medische noodzaak om element 46 direct te trekken en was het de uitdrukkelijke wens van de klager dat juist element 47 zou worden getrokken.
De tandarts wordt door het RTG ook aangerekend dat hij in zijn mail aan de klager als reactie op de klacht misleidend is geweest, nu hij niet zeker was dat hij de standaardprocedure daadwerkelijk had gevolgd en dit ook niet in het dossier had genoteerd. De tandarts heeft in zijn reactie geen enkel voorbehoud gemaakt over zijn handelwijze. Tenslotte was de tandarts niet zelf betrokken bij de facturering van de behandeling en kan hem niet worden verweten dat hij niet zelf actief de factuur heeft ingetrokken.
De klacht is op drie van de vijf onderdelen gegrond en de tandarts krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
In de zorg worden bij het verrichten van medische handelingen veel standaardprocedures gevolgd en routinehandelingen verricht. Toch is het in ieder individueel geval van belang dat wordt nagegaan en achteraf kan worden gecontroleerd of de standaardprocedure is gevolgd of de routinehandeling is verricht. Het RTG geeft aan dat het noteren van een standaardprocedure, hoe kort ook, van belang is. Enerzijds omdat een tandarts verplicht is om een patiëntendossier bij te houden. Anderzijds om de kwaliteit en continuïteit van de zorg voor de patiënt te bewaken en dat achteraf kan worden nagegaan wat er is gebeurd of wat is afgesproken. Dus hoe standaard of simpel een bepaalde medische handeling ook is, het noteren daarvan in het patiëntendossier kan van belang zijn bij een tuchtrechtelijke toetsing achteraf. Documentatie is in dit soort kwesties altijd beter dan argumentatie.