Home Verjaring

Oswald Nunes

Overig
/

Verjaring

Kan de subjectieve wetenschap in de zin van artikel 3:310 BW van een echtgenoot worden toegerekend aan zijn vrouw?

Vanwege klachten van dubbelzien en duizeligheid wendt een vrouw zich tot haar huisarts. Deze verwijst de vrouw naar een oogarts, die geen bijzonderheden constateert. Ruim een maand later wordt de vrouw getroffen door een ernstig hersenstaminfarct. Sindsdien kan de vrouw haar lichaam niet of nauwelijks meer bewegen en kan zij niet meer praten. Een langdurige opname in het ziekenhuis en een revalidatietraject volgen.

De echtgenoot van de vrouw heeft de huisarts op 10 oktober 2001 schriftelijk bericht een overstap te willen maken naar een andere huisarts omdat hij – kort gezegd – zijn vertrouwen in de huisarts kwijt is. Naar aanleiding van bijzondere aandacht op tv en radio voor zgn. TIA’s – voorbijgaande beroertes die doorgaans voorafgaan aan infarcten – komt (de echtgenoot van) de vrouw erachter dat daarvan waarschijnlijk sprake is geweest voorafgaand aan het consult bij de huisarts. Om die reden stelt de vrouw de huisarts in januari 2010 aansprakelijk.

In rechte staat de vraag centraal of de vordering van de vrouw inmiddels is verjaard . Zijdens de huisarts wordt in dat verband gewezen op de brief van de echtgenoot aan de huisarts. Uit de inhoud van die brief blijkt dat de echtgenoot toen reeds subjectief bekend was met de aansprakelijke persoon. De rechtbank oordeelt dat de echtgenoot niet kan worden aangemerkt als wettelijk vertegenwoordiger en alleen in die hoedanigheid toerekening van zijn subjectieve wetenschap mogelijk is.

Subsidiair wordt zijdens de huisarts aangevoerd dat de behandelend neuroloog medio 2001 aan de echtgenoot zou hebben meegedeeld dat de door de huisarts gestelde diagnose mogelijk verwijtbaar zou zijn geweest. Aan de hand van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad oordeelt de rechtbank dat hieruit kan worden afgeleid dat de vereiste mate van zekerheid aanwezig is omdat een deskundige heeft gewezen op de mogelijkheid van een causaal verband tussen de klachten en het handelen van de wederpartij. De echtgenoot was, aldus de rechtbank, voor 10 oktober 2001 daadwerkelijk bekend met de huisarts als aansprakelijke persoon.

Rest de vraag of, en zo ja wanneer, deze informatie de vrouw heeft bereikt. Zij ontkent deze informatie voor 19 januari 2005 van haar echtgenoot en/of de neuroloog te hebben ontvangen. Om die reden wordt de huisarts toegelaten tot het leveren van het bewijs dat de vrouw voor 19 januari 2005 wist dat haar behandelend neuroloog heeft gemeld dat de diagnose van de huisarts mogelijk verwijtbaar was.

Tussentijds beroep tegen de uitspraak is opengesteld.

Voor de volledige uitspraak, klik hier.

 

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven