Vlucht vertraagd: recht op financiële compensatie?
Hoe beoordeelt de rechter een luchtvaartclaim van een gestrande passagier?
Een passagier boekt bij Easyjet een vlucht van Amsterdam Schiphol naar Londen Luton Airport. De geplande vliegtijd bedraagt 1 uur en 5 minuten, maar is met een vertraging van 5 uur en 27 minuten uitgevoerd. De passagier vraagt vanwege de vertraging om compensatie. Easyjet weigert te betalen en stelt dat de vertraging is ontstaan door weersomstandigheden en de-icing vertragingen op de luchthaven in Londen. Uiteindelijk moet de kantonrechter er aan te pas komen.
De kantonrechter overweegt als volgt. Nu de passagier met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming is aangekomen is Easyjet op grond van de Europese Verordening nr 261/2004 in beginsel compensatie verschuldigd. Dit is anders als Easyjet kan aantonen dat zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de vertraging niet te vermijden was, behoudens onaanvaardbare offers. Als verweer verwijst Easyjet naar een rapport over de weersomstandigheden op het vliegveld in Londen. Dit bevestigt weliswaar dat de temperatuur de gehele dag rond het vriespunt lag en dat sprake was van hoge luchtvochtigheid, maar dit is volgens de kantonrechter onvoldoende om buitengewone omstandigheden aan te nemen. Er hebben immers die dag ook andere vluchten – zij het met vertraging – plaatsgevonden. Zowel het wachten op ijs-behandelmachines als de ijsbehandeling (de-icing) zelf is een omstandigheid die inherent is aan de normale uitoefening van het bedrijf van de luchtvaartmaatschappij en kan niet als buitengewoon worden beschouwd. De vordering wordt toegewezen.
Enig jurisprudentie-onderzoek wijst uit, dat er relatief veel over zogeheten ‘luchtvaartclaims’ wordt geprocedeerd. De Europese Verordening kent aan passagiers altijd bijstand en soms een forfaitaire financiële compensatie toe, al naar gelang de passagier wordt gedupeerd door een (niet-vrijwillige) instapweigering, annulering of vertraging. Voor gestrande of vertraagde passagiers overigens met wisselend succes. Omdat het over relatief grote aantallen passagiers en dus claims kan gaan (hoeveel mensen passen er gemiddeld in een vliegtuig?) is het luchtvaartmaatschappijen er veel aan gelegen dat het begrip ‘buitengewone omstandigheden’, in welk geval geen compensatie behoeft te worden gegeven, zo ruim mogelijk wordt uitgelegd. Deze uitspraak bevestigt echter dat de Europese Verordening een hoge mate van bescherming van de consument beoogt en dat het begrip ‘buitengewone omstandigheden’ juist restrictief moet worden uitgelegd. Kortom: een spanningsveld dat voldoende voer geeft voor (nog) meer procedures. Het is echter met de komende zomervakantie op komst goed om te weten dat passagiers bij een aankomstvertraging van meer dan drie uur altijd recht op bijstand, bijvoorbeeld een hotelovernachting of vervangend vervoer, hebben en soms ook op een, zij het bescheiden, financiële compensatie.
Wat levert het hier de passagier op? De passagier krijgt toegewezen een bedrag van € 250,00 als compensatie te vermeerderen met een bedrag van € 366,81 aan proceskosten. Hier geldt het aloude gezegde: wie procedeert om een koe…
