Home Vrijgevestigd specialist heeft recht op kopie dossier van zijn patiënten

Vrijgevestigd specialist heeft recht op kopie dossier van zijn patiënten

De Hoge Raad heeft nog eens duidelijk gemaakt dat in het geval een medisch specialist als zelfstandig ondernemer werkzaam is in een ziekenhuis, zowel het ziekenhuis als de specialist een behandelingsovereenkomst sluiten met een patiënt. Beide zijn dan hulpverlener in de zin van artikel 7:446 BW (WGBO). Beide moeten dan ook voldoen aan de verplichtingen die uit de WGBO voortvloeien, bijvoorbeeld het bijhouden van een dossier. Dat is gebruikelijk 1 dossier, dat centraal opgeslagen wordt in het ziekenhuis. Bij vertrek van een medisch specialist uit het ziekenhuis, al dan niet na een conflict, kan het zijn dat patiënten deze specialist volgen.

Dat speelde ook in de kwestie die aan de Hoge Raad werd voorgelegd. Een specialist, wiens toelatingsovereenkomst was beëindigd, wenste dat hij door het ziekenhuis in het bezit werd gesteld van de dossiers van 'zijn' patienten, althans kopieën daarvan. Het gerechtshof had de vordering toegewezen, voorzover het ging om kopieën van de dossiers. De Hoge Raad heeft die beslissing in stand gelaten.

De Hoge Raad overweegt daarbij:

'In cassatie is uitgangspunt dat zowel [verweerder] als de Kliniek dient te worden aangemerkt als (zelfstandig) hulpverlener in de zin van art. 7:446 ter zake van de hiervoor in 3.2.1 bedoelde patiënten. Art. 7:454 BW legt op iedere hulpverlener de verplichting om een dossier in te richten en te bewaren. Op grond van art. 7:456 BW dient de hulpverlener aan de patiënt desgevraagd zo spoedig mogelijk inzage in of afschrift van het dossier te verstrekken. Uit deze bepalingen vloeit voort dat iedere hulpverlener dient te beschikken over de dossiers van patiënten voor zover deze door hem als hulpverlener zijn behandeld, hetgeen meebrengt dat hij in zoverre (in beginsel) recht heeft op in ieder geval een kopie van die dossiers. In een geval als het onderhavige, waarbij verschillende hulpverleners uiteengaan, is daarom geen sprake van onnodig kopiëren van patiëntendossiers, zoals het onderdeel suggereert. Voor zover de klachten nog betogen dat het hof bepaalde belangen van de Kliniek onvoldoende zou hebben meegewogen, miskennen zij dat geen belangenafweging nodig was om vast te stellen dat [verweerder] als hulpverlener recht had op afgifte van kopieën van de patiëntendossiers.'

Lees hier het arrest van de Hoge Raad en het advies van de advocaat-generaal.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven