Wat te doen met een aansprakelijkstelling?
Regionaal Tuchtcollege Amsterdam, 18 oktober 2024
De klaagster in deze tuchtzaak is bij de beklaagde tandarts onder behandeling geweest en stelt door onzorgvuldig handelen schade te hebben geleden. Er volgt een civiele aansprakelijkstelling die is gericht aan de werkgever van de tandarts. De klaagster vraagt bij herhaling om haar medisch dossier om haar stellingen gedocumenteerd te kunnen onderbouwen. De werkgever van de tandarts stuurt eerst het medisch dossier zonder röntgenfoto’s op. Pas na het indienen van een tuchtklacht wordt de tandarts bij de zaak betrokken en ontvangt de klaagster het volledige medisch dossier, dit keer inclusief röntgenfoto’s.
De klaagster stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG) en stelt dat het medisch dossier niet ‘zo spoedig mogelijk’ is verstrekt en dat de tandarts niet zorgvuldig is omgesprongen met de aansprakelijkstelling.
Het RTG komt tot de conclusie dat beide klachtonderdelen gegrond zijn.
De tandarts had zich er van moeten vergewissen dat de gevraagde gegevens volledig en zo spoedig mogelijk (door haar werkgever) aan de klaagster zou worden verstrekt. Dat dit als gevolg van miscommunicatie binnen de praktijkorganisatie niet is gebeurd, ontslaat de tandarts niet van haar eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid. Dit klachtenonderdeel is gegrond.
Wat betreft de aansprakelijkstelling overweegt het RTG, dat van een hulpverlener mag worden verwacht dat hij adequaat omgaat met aansprakelijkstellingen door patiënten. Hieronder valt ook dat aansprakelijkstellingen worden doorgeleid naar de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Nu de tandarts niet op deze klacht heeft gereageerd en ook niet op de zitting is verschenen, neemt het RTG aan dat de aansprakelijkstelling door hem niet is doorgeleid naar de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Ook dit klachtenonderdeel is gegrond. De tandarts krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
Uit deze uitspraak volgt, dat de zorgplicht van een hulpverlener zich niet alleen uitstrekt tot het medisch handelen zelf maar ook tot een correcte en vlotte afwikkeling van klachten en claims. Waar het RTG overweegt dat artikel 7:456 BW voorschrijft dat een medisch dossier volledig en ‘zo spoedig mogelijk’ moet worden verstrekt, is dat niet helemaal juist. Dit volgt niet uit de wet maar is als good practice opgenomen in de KNMG Richtlijn Omgaan met medische gegevens. Hierin is beschreven dat een medisch dossier zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek moet worden verstrekt. In het geval van complexe en herhaalde verzoeken kan deze termijn met 2 maanden onder kennisgeving aan degene die om het dossier vraagt worden verlengd. Hoe het ook zij; het is verstandig om een klacht of claim niet in een bureaulade te laten verstoffen maar daar vlot op te acteren. De vraag die bij de lezer achterblijft is evenwel, of de tandarts voor het niet verstrekken van het medisch dossier en het doorsturen van de aansprakelijkstelling naar de verzekeraar een persoonlijk verwijt treft. De tandarts werd immers pas bij de kwestie betrokken nadat de tuchtklacht tegen haar was ingediend. Als je van niets weet kun je toch ook niets doen? Hoe het ook zij: een klager en claimant vragen maar om één ding en dat is aandacht.