You can’t judge a book by looking at the cover. (blues classic)
Regionaal Tuchtcollege Zwolle, 3 november 2023 ECLI:NL:TGZRZWO:2023:174
Een journalist maakt een podcast over de klaagster in deze tuchtzaak. Hij vraagt de beklaagde GZ-psycholoog om gedragingen die aan de klaagster worden toegeschreven te duiden. De psycholoog verleent zijn medewerking en doet uitlatingen zonder de klaagster ooit gezien of gesproken te hebben.
De klaagster dient een klacht in bij het Regionaal Tuchtcollege (RTG). Zij verwijt de psycholoog dat hij aan de podcast heeft meegewerkt en beklaagt zich over de uitlatingen die de psycholoog tijdens de podcast heeft gedaan.
Het RTG toetst het publiekelijk optreden van de psycholoog aan het criterium “Enig ander (…) handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt” (art. 47 lid 1 aanhef en onder b wet BIG). Verder toetst het RTG het gedrag van de psycholoog aan art. 24 van de Beroepscode van het NIP: “Wanneer psychologen professionele uitspraken doen in de media over personen, al dan niet met hun toestemming, betrachten zij daarbij terughoudendheid. Zij geven zich rekenschap van hun verantwoordelijk om schade te voorkomen”.
Het RTG overweegt dat de uitlatingen van de psycholoog tijdens de podcast niet anders kunnen worden gezien dan als een professionele duiding van het gedrag van de klaagster. Weliswaar benadrukt de psycholoog (één keer) dat hij geen diagnose mag stellen, maar hij beoordeelt het gedrag vervolgens toch in niet mis te verstane bewoordingen (narcisme, psychopaat, verslaving, lustgedreven). Van enige terughoudendheid is eigenlijk geen sprake geweest en uit niets blijkt dat de psycholoog zich rekenschap heeft gegeven van het feit dat hem als professional gezag wordt toegekend, waardoor de uitspraken, voor een gemiddelde luisteraar, gewicht in de schaal leggen. Evenmin blijkt dat de psycholoog aandacht heeft gehad voor de schadelijke effecten die het gevolg kunnen zijn van zijn uitspraken. De psycholoog had duidelijk een grens moeten trekken en er vanaf moeten zien om de persoon en het gedrag van de klaagster te beoordelen. De klacht is gegrond.
Wat betreft de op te leggen maatregel overweegt het RTG dat de medewerking van de psycholoog aan de podcast een duidelijk commercieel doel had: naamsbekendheid en verkoop van zijn boeken. Het RTG rekent de psycholoog het overtreden van de beroepsnormen zwaar aan. Bovendien blijkt de psycholoog al twee keer eerder tuchtrechtelijk te zijn veroordeeld voor het overtreden van beroepsnormen. In beide gevallen werd een berisping opgelegd. De psycholoog lijkt volgens het RTG niet te beseffen dat de beroepsnormen er zijn ter bescherming van patiënten danwel derden en tot doel hebben de integriteit en de ethische weerbaarheid van de beroepsgroep te waarborgen. Het RTG schorst de psycholoog voor drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met een veroordeling in de kosten die de klaagster heeft gemaakt.
Deze uitspraak laat zien dat een hulpverlener zeer voorzichtig moet zijn in publieke uitlatingen. Het belang van patiënten is daarmee zelden gediend. Met uitspraken over derden waarmee geen behandelrelatie bestaat begeeft een hulpverlener zich helemaal op glad ijs. Zeker in het geval als die derde door de hulpverlener nooit is gezien of gesproken. Uiterste terughoudendheid is het motto. De kennelijke behoefte bij de psycholoog om aan zijn naamsbekendheid te werken en de verkoop van zijn boeken te stimuleren heeft hier voor een boomerang effect gezorgd. De 15 minutes of fame die de psycholoog dacht te hebben heeft hier duidelijk niet in zijn voordeel gewerkt. Spreken is zilver en zwijgen is goud past hier dan ook goed als uitsmijter.