31.07.2018
A-G Hoge Raad: Artikel 14 polisvoorwaarden AOV geen oneerlijk beding
Op 26 juli 2018 is het advies van advocaat-generaal Hartlief van 6 juli 2018 naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Rechtbank Den Haag gepubliceerd.
Onderwerp van de vragen is het beding (artikel 14) in de voorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering van Nationale Nederlanden waarin, kort gezegd, is bepaald dat de verzekeraar de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt op basis van rapportages van deskundigen die door hem zijn aangewezen en de verzekerde geacht wordt het standpunt van de verzekeraar te aanvaarden als hij daartegen niet binnen 30 dagen bezwaar maakt. De A-G is van mening dat het beding niet als oneerlijk in de zin van de Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG) dient te worden beschouwd. De A-G meent dat de verzekerde met het beding niet in een zodanig ongunstiger positie verkeert ten opzichte van het geldende recht dat rechterlijk ingrijpen noodzakelijk is. Daarbij acht de A-G niet van belang of in de verzekeringsvoorwaarden een recht op een second opinion is opgenomen. Het komt de A-G wel wenselijk voor dat een voor verzekerden vriendelijker beding wordt gehanteerd. Volgens de A-G is dit echter geen taak van de rechter, maar van de branche. Een oproep aan de verzekeraars dus. Het is nu afwachten of de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal volgt. Het lezenswaardige advies (62 pagina’s) is hier te raadplegen.