Home Verzoek tot het bevelen van een biomechanisch en een verzekeringsgeneeskundig onderzoek in strijd met een goede procesorde

Verzoek tot het bevelen van een biomechanisch en een verzekeringsgeneeskundig onderzoek in strijd met een goede procesorde

Op het moment dat een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenonderzoek als bedoeld in artikel 202 Rv wordt ingediend, komt de rechter geen discretionaire bevoegdheid toe. De rechter dient het verzoek in beginsel toe te wijzen, tenzij dat verzoek in strijd is met een goede procesorde, er sprake is van misbruik van bevoegdheid of het verzoek af zal stuiten op een ander door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.

Een voorbeeld van een verzoek dat in strijd is met een goede procesorde, met een afwijzing van het verzoek tot gevolg, is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 11 januari 2023.

In deze zaak staat het volgende centraal. Benadeelde is in 2018 in haar auto van achter aangereden en stelt na deze aanrijding last te hebben van pijn in de nek, hoofd, schouders en bovenkant van de rug. Ook stelt zij cognitieve klachten te ervaren, waaronder geheugen- en concentratieproblemen, overgevoeligheid voor licht en geluid en vermoeidheid. Deze klachten hebben er volgens haar toe geleid dat zij niet meer in staat is om te werken.

De benadeelde wenst te onderzoeken of er causaal verband bestaat tussen het ongeval en de bij haar aanwezige klachten. Om deze reden verzoekt zij de rechtbank onder anderen om een biomechanisch ingenieur en een verzekeringsarts als deskundigen te benoemen.

De WAM-verzekeraar van de aansprakelijke partij maakt bezwaar tegen deze verzoeken. De rechtbank volgt de stelling van de verzekeraar dat de benadeelde wat het biomechanisch onderzoek betreft onvoldoende belang heeft. In een biomechanisch onderzoek wordt de relatie tussen een krachtsinwerking op het menselijk lichaam en het ontstaan van letsel en bijbehorende letselrisico’s onderzocht. Echter, de impact van de aanrijding is reeds met een verkeersongevallenanalyse onderzocht en de benadeelde heeft tegen deze uitkomsten geen bezwaar gemaakt. De krachtsinwerking en de bewegingsrichting van de aanrijding staat tussen partijen dus niet ter discussie, reden waarom het verzoek van de benadeelde om te onderzoeken wat de statistische kans is dat de door haar opgetekende klachten door de aanrijding kunnen zijn veroorzaakt geen meerwaarde heeft, te algemeen van aard is en derhalve in strijd met een goede procesorde, aldus de rechtbank.

Een verzekeringsgeneeskundig onderzoek ligt volgens de verzekeraar in dit stadium van de procedure ook niet in de rede en ook de rechtbank acht een dergelijk onderzoek op dit moment prematuur. Een verzekeringsgeneeskundig rapport wordt opgemaakt op het moment dat vaststaat dat de door de benadeelde gestelde klachten en beperkingen te relateren zijn aan het ongeval. Pas nadat neurologisch- en neuropsychologisch onderzoek heeft plaatsgevonden kan worden bezien of er behoefte is aan het inschakelen van een verzekeringsgeneeskundige. De rechtbank overweegt dan ook dat de benadeelde in dit stadium geen voldoende concreet belang heeft bij het verzoek en de goede procesorde zich onder deze omstandigheden verzet tegen toewijzing daarvan.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven