Door Inspectie opgelegd bevel door Raad van State vernietigd
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een door de Inspecteur voor de Gezondheidszorg aan een arts/psychotherapeut opgelegd bevel vernietigd. Betrokkene was eerder aangehouden vanwege verdenking op betrokkenheid bij fraude met persoonsgebonden budgetten. Vervolgens werd hij gedurende 6 maanden in voorlopige hechtenis gehouden. Nadat hij was vrijgelaten wilde de arts/psychotherapeut zijn werkzaamheden weer hervatten.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg wilde echter eerst aangetoond zien dat betrokkene verantwoorde zorg kon leveren en legde (preventief) een bevel op, ten gevolge waarvan de arts/psychotherapeut zijn werkzaamheden moest staken (en zonder inkomsten zat). Vervolgens heeft de Inspecteur het bevel gedurende 5 maanden in stand gehouden. In die periode moest de betrokken arts/psychotherapeut aan allerlei voorwaarden van de Inspecteur voldoen. Onder meer moest hij zich laten onderzoeken door een psychiater, die over de arts/psychotherapeut een rapport schreef ten behoeve van de Inspecteur. De rechtbank vond zowel in het kader van een voorlopige voorziening als in een bodemprocedure dat het handelen van de Inspecteur door de beugel kon. De Raad van State oordeelt echter anders. Het gegeven bevel was volgens de Raad van State onrechtmatig en wordt door de Raad van State vernietigd. De door de arts/psychotherapeut geleden schade zal door de Inspectie voor de Gezondheidszorg moeten worden vergoed. Overigens is de verdenking op betrokkenheid bij fraude in de afgelopen jaren niet meer geworden dan een verdenking.
De uitspraak kunt u hier lezen.