Home Een nieuwe regeling voor personenvennootschappen

KBS

Een nieuwe regeling voor personenvennootschappen

Op 21 februari 2019 is een nieuwe regeling voor personenvennootschappen ter consultatie gepubliceerd, onder de naam ‘Wet modernisering personenvennootschappen’. Via internetconsultatie kunnen geïnteresseerden tot en met 31 mei 2019 suggesties doen om de kwaliteit en de uitvoerbaarheid van het voorstel te verbeteren.

KBS Advocaten volgt het wetgevingsproces voor de nieuwe personenvennootschap op de voet. De nieuwe regeling is van groot belang voor onder meer de gezondheidszorg en zakelijke dienstverlening. Veel zorgverleners en vrije beroepsbeoefenaren werken samen in maatschapsverband en zullen dus te maken krijgen met de nieuwe regeling, althans als het wetsvoorstel door de Tweede- en Eerste Kamer wordt aangenomen.

Al eerder zijn pogingen gedaan om tot een nieuwe regeling te komen. Het voorlaatste wetsvoorstel stamt uit 2002 dat in 2011 alsnog werd ingetrokken. De destijds voorgestelde regeling van personenvennootschappen kreeg te weinig steun van de beoogde gebruikers, in het bijzonder ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Mede om aan deze bezwaren tegemoet te komen is vanuit de praktijk een initiatief gestart om met een nieuw voorstel te komen. Dit initiatief is in belangrijke mate de basis voor het voorstel dat nu voorligt.

De huidige wettelijke regeling voor maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen stamt grotendeels uit 1838 en mogelijk nog van ervoor. Sindsdien is de rechtspraak ontwikkeld en zijn de maatschappelijke opvattingen veranderd. Ook in literatuur worden kanttekeningen bij de regeling geplaatst. Al met al voldoet de huidige regeling niet meer.

Het doel van het wetsvoorstel is een moderne toegankelijke regeling die ondernemers faciliteert, passende bescherming biedt aan schuldeisers en zekerheid aan het handelsverkeer.

Hieronder volgt een toelichting op de nieuwe regeling op hoofdlijnen. Voor het overgangsrecht, de fiscale gevolgen en het moment van inwerkingtreding bevat het voorstel nog geen regeling.

Rechtsvormen en oprichting

De nieuwe regeling voorziet in twee rechtsvormen: de vennootschap en de commanditaire vennootschap. Beide vormen kunnen voor zowel beroeps- als bedrijfsactiviteiten worden gebruikt. Er wordt dus niet langer onderscheid gemaakt tussen de maatschap, vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. Wel kan een vennootschap nog als vennootschap onder firma of maatschap worden aangeduid. De regeling kan op zowel een ‘stille’ als een ‘openbare’ vennootschap worden toegepast.

De vennootschap ontstaat door een overeenkomst tussen de beoogde vennoten, die elkaar verplichten tot inbreng, met als doel om gezamenlijk voordeel te behalen. Voor het aangaan van een vennootschap onder firma geldt nu nog dat een notariële of onderhandse akte is vereist. Onder de nieuwe regeling kan een vennootschap vormvrij worden aangegaan. Ook een notaris hoeft er dus niet aan te pas te komen.

Rechtspersoonlijkheid

Een belangrijke vernieuwing betreft de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de vennootschap bij het aangaan van de vennootschapsovereenkomst. Dit zorgt ervoor dat goederen eenvoudig op naam van de vennootschap kunnen worden gesteld. Het vereenvoudigt ook de toe-en uittreding van vennoten. Uittreding leidt in beginsel niet langer tot algehele ontbinding van de personenvennootschap.

Vermogen

Omdat aan de personenvennootschap rechtspersoonlijkheid wordt toegekend, maakt de nieuwe regeling ook een einde aan de onduidelijkheid over het wel of niet bestaan van een afgescheiden vermogen bij een stille maatschap. Onder de huidige regeling is dit onzeker. Uit de arresten van de Hoge Raad volgt dat in ieder geval sprake is van een afgescheiden vermogen bij de openbare maatschap en vennootschap onder firma.

Er is wel een beperking opgenomen voor de verkrijging van registergoederen of het zijn van erfgenaam. Zo kan een personenvennootschap geen registergoederen verkrijgen of erfgenaam zijn zolang zij niet is ingeschreven in het handelsregister, om te voorkomen dat in het handelsverkeer onzekerheid bestaat over of een registergoed met succes aan een personenvennootschap is geleverd.

Bestuur en besluiten

Voor de nieuwe regeling is ervoor gekozen om de term beheer te vervangen door de term bestuur, dat beter aansluit bij het moderne taalgebruik. Er is geen inhoudelijke verandering beoogd; de jurisprudentie die is gewezen ter uitleg van de term ‘beheer’ kan ook onder de nieuwe regeling worden toegepast.

De algemene regel over besluitvorming is nieuw en verduidelijkt in overeenstemming met de praktijk dat instemming door alle vennoten de hoofdregel is. Het gaat hier om besluiten op basis van de vennootschapsovereenkomst of die de overeenkomst raken.

Vennoten zijn verplicht om jegens elkaar verantwoording af te leggen over het bestuur van de vennootschap en het beheer van het vermogen. Tussen de vennoten geldt dat zij zich dienen te gedragen zoals een goed vennoot betaamt.

Vertegenwoordiging

Iedere vennoot is bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Deze regel geldt voor zowel vennootschappen die in het handelsregister zijn ingeschreven als vennootschappen die niet in het handelsregister zijn ingeschreven. Eventuele beperkingen of voorwaarden worden in het handelsregister opgenomen en alleen de vennootschap kan deze inroepen.

Aansprakelijkheid

Een belangrijk verschil tussen de maatschap en de vennootschap onder firma is de aansprakelijkheid van de vennoten voor schulden. Bij de maatschap zijn maten in beginsel aansprakelijk voor gelijke delen, terwijl vennoten van een vennootschap onder firma hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel. Dit onderscheid tussen de maatschap en de vennootschap onder firma verdwijnt. De wederpartij van de vennootschap kan vennoten direct aanspreken voor zover deze eerste aannemelijk maakt dat de vennootschap niet aan de verbintenis zal voldoen.

Ook is nieuw dat in beginsel alleen de vennoot aan wie door de wederpartij de opdracht is toevertrouwd naast de vennootschap aansprakelijk is, tenzij anders is afgesproken. Deze benadering komt tegemoet aan in de praktijk geuite kritiek dat naar huidig recht vennoten die niet betrokken zijn bij de uitvoering van een opdracht voor een aanzienlijk bedrag aansprakelijk kunnen worden. Het staat de vennoten vrij om met de opdrachtgever andere afspraken te maken.

Toe- en uittreding

Een andere belangrijke vernieuwing betreft de uittreding en toetreding van vennoten. De huidige wet voorziet niet in een toe-of uittreedregeling. In de praktijk moet de oude vennootschapsovereenkomst worden ontbonden en moet een nieuwe worden gesloten of voorziet de vennootschapsovereenkomst in ingewikkelde verblijfs-en overdrachtsbedingen. De wettelijke regeling maakt het eenvoudiger om toe-en uit te treden, op basis van de bestaande vennootschapsovereenkomst. Een uittredende vennoot is bovendien vanaf 5 jaar na uittreding bevrijd van de verplichtingen richting derden. Een toetredende vennoot wordt pas na toetreden aansprakelijk voor alsdan opeisbare vorderingen. Bij uittreding zal de uittreder bovendien recht hebben op een uittredingsvergoeding, gebaseerd op de waarde van het aandeel van de vennoot in het bedrijf.

Financiering

Het voorstel biedt nieuwe mogelijkheden voor ondernemers om financiering aan te trekken, doordat het eenvoudiger wordt om op de rechtsverhouding tussen vennoot en vennootschap zekerheidsrechten te vestigen, zoals vruchtgebruik of pand. Dit geeft een geldschieter, zoals een bank, meer zekerheid dat het geleende bedrag wordt terugbetaald.

Ontbinding, vereffening en voorzetting

Ten opzichte van de huidige regeling is nieuw dat de vennootschap op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie kan worden ontbonden indien de vennootschap gebrekkig tot stand is gekomen. Voor de vereffening geldt als uitgangspunt dat deze door de vennoten gezamenlijk geschiedt, maar ook kan de rechter worden verzocht een vereffenaar te benoemen. Verder voorziet de regeling in de mogelijkheid om als enig overblijvende vennoot de onderneming van de vennootschap als eenmanszaak voort te zetten.

Commanditaire vennootschap

Naar huidig recht is een commanditaire vennootschap een bijzondere vorm van vennootschap waaraan een vennoot deelneemt die niet verbonden zal zijn voor de verbintenissen van de vennootschap jegens derden. Dit is een commanditaire vennoot die aan een vennootschap deelneemt door geld te investeren of advies te geven, zonder aansprakelijk te worden voor de schulden van de vennootschap. Als belangrijkste vernieuwing geldt hier dat de commanditaire vennoot voortaan handelingen voor de vennootschap mag verrichten, op basis van een door de andere vennoten verstrekte volmacht. Nu geldt er nog een verbod op dergelijke handelingen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven